Ik wil voorkomen dat ik zwanger word, wat kan ik kiezen?

In het kort

In het kort

  • Een voorbehoedmiddel voorkomt dat je zwanger wordt.
  • Bekende voorbehoedmiddelen: de pil, het spiraaltje en het condoom.
  • Andere voorbehoedmiddelen: de prikpil, het hormoonstaafje, de hormoonring en de hormoonpleister.
  • Welk middel bij jou past, hangt af van wat je belangrijk vindt.
  • Bespreek het met je huisarts.
  • Sterilisatie kun je kiezen als je zeker weet dat je geen kind meer wilt.
  • Gebruik ook condooms voor bescherming tegen soa's.
Wat is het

Wat is een voorbehoedmiddel?

Een voorbehoedmiddel voorkomt dat je zwanger wordt als je seks hebt.
Voorbehoedmiddelen noemen we ook anticonceptie.

Elk voorbehoedmiddel werkt anders.

Er zijn middelen met hormonen en middelen zonder hormonen.

  • Hormonen komen in je bloed, dat zorgt ervoor dat je tijdelijk niet zwanger kunt worden. De hormonen kunnen op verschillende manieren in je bloed komen. Bijvoorbeeld door een pil te slikken. Of via je huid (hormoonpleister). Of via een prik in je spier (prikpil).
  • Voorbeelden van voorbehoedmiddelen zonder hormonen zijn condooms en het koperspiraal.

Het verschilt per voorbehoedmiddel hoe goed het zwangerschap voorkomt.

Deze beschermen het beste tegen zwangerschap: het spiraaltje, de pil (combinatiepil), de minipil, de prikpil, het hormoonstaafje, de hormoonring en de hormoonpleister.

Hoe kies ik?

Hoe kies ik een voorbehoedmiddel?

Elk voorbehoedmiddel is anders. Elk voorbehoedmiddel heeft voordelen en nadelen.

Welk voorbehoedmiddel het beste bij jou past, hangt af van wat jij belangrijk vindt. Deze vragen kunnen je helpen om een keuze te maken:

  1. Wil je hormonen gebruiken?
    • Hormonen kunnen voordelen hebben. Bijvoorbeeld minder bloedverlies, minder pijn of je ongesteldheid kunnen uitstellen.
    • Maar hormonen kunnen ook nadelen hebben. Bijvoorbeeld kans op bloedverlies als je dat niet verwacht of pijn in je borsten. Hormonen hebben soms ook ernstige bijwerkingen, waardoor ze niet voor iedereen geschikt zijn. Bijvoorbeeld trombose (klonten in een bloedvat).
  2. Hoe vaak lukt het je om aan je voorbehoedmiddel te denken?
    • Elke dag? Elke week? Of zo weinig mogelijk omdat je snel dingen vergeet?
  3. Wat wil je met je ongesteldheid?
    • Wil je elke maand ongesteld blijven worden?
    • Wil je zelf kunnen regelen wanneer je ongesteld wordt?
    • Heb je last van je ongesteldheid, bijvoorbeeld veel pijn of bloedverlies? En wil je dat veranderen?
  4. Wil je in de toekomst kinderen?
  5. Wil je zelf voor een voorbehoedmiddel zorgen? Of wil je dat je partner dat doet? Of allebei?

Denk erover na. Praat erover met je partner. Je kunt keuzekaarten gebruiken om de verschillende voorbehoedmiddelen te vergelijken. De huisarts kan je helpen bij het kiezen. Het helpt om dit gesprek goed voor te bereiden.

Wat kies ik: keuzekaarten

Welk voorbehoedmiddel past bij mij?

Wil je voorbehoedmiddelen vergelijken die je goed tegen zwangerschap beschermen? Kijk dan op deze keuzekaart. Hier staan middelen in met en zonder hormonen.

Wil je alleen voorbehoedmiddelen zonder hormonen vergelijken? Kijk dan op deze keuzekaart. Sommige middelen beschermen goed tegen zwangerschap, andere minder goed. Je vindt hier ook informatie over sterilisatie.

Ben je net bevallen? Geef je borstvoeding? Kijk dan ook op deze keuzekaart.

Film

Film

Spiraaltje

Het spiraaltje

  • Een spiraaltje is een ankertje van ongeveer 3 cm dat de arts in je baarmoeder plaatst.
  • Je kunt kiezen uit een hormoonspiraaltje of een koperspiraaltje (zonder hormonen).
  • Het hormoonspiraaltje en koperspiraaltje helpen even goed om zwangerschap te voorkomen.

Hormoonspiraal:

  • Kan 5, 6 of 8 jaar blijven zitten (dat hangt af van het merk). Je hoeft er niet aan te denken.
  • In het hormoonspiraal zit 1 hormoon (progestageen).
  • Vaak word je helemaal niet meer ongesteld. Als je wel ongesteld wordt is het bloedverlies minder. Soms heb je onregelmatig een beetje bloedverlies.
  • Vooral in de eerste maanden kun je ook deze bijwerkingen hebben: hoofdpijn, puistjes, haaruitval, pijn in je borsten, meer afscheiding uit je vagina.
  • Je kunt ook nergens last van hebben.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor een hormoonspiraaltje.

Koperspiraal:

  • Kan 5 of 10 jaar blijven zitten. Je hoeft er niet aan te denken.
  • In het koperspiraal zit geen hormoon.
  • Je kunt vooral in de eerste 3 maanden langer ongesteld zijn, met meer bloedverlies en pijn. Soms blijf je dit houden.
  • Je kunt ook nergens last van hebben.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor een koperspiraaltje.

De pil

De gewone pil (combinatiepil)

  • In de gewone pil zitten 2 hormonen (oestrogeen en progestageen).
  • Je slikt de pil elke dag, 21 dagen lang. Daarna slik je 7 dagen niet. Dit heet de stopweek. Daarna slik je weer 21 dagen, en zo verder.
  • In de stopweek word je ongesteld. Meestal korter en met minder bloedverlies en minder pijn.
  • Je kunt je ongesteldheid ook uitstellen met de pil.
  • Vooral in de eerste maanden dat je de pil slikt, kun je bijwerkingen hebben. Bijvoorbeeld hoofdpijn, gespannen borsten, somberheid, minder zin in seks, een beetje bloedverlies op dagen dat je niet ongesteld bent.
  • Je kunt ook nergens last van hebben.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor de gewone pil

Minipil

Minipil

  • In de minipil zit 1 hormoon (progestageen).
  • Je slikt de minipil elke dag op dezelfde tijd. Je stopt nooit met slikken.
  • Als je borstvoeding geeft, kun je de minipil slikken. Want de minipil heeft geen invloed op de borstvoeding.
  • De eerste maanden kan je onregelmatig ongesteld zijn. Daarna verdwijnt je ongesteldheid. Of je houdt onregelmatig een beetje bloedverlies.
  • In de eerste maanden kun je bijwerkingen hebben: hoofdpijn, puistjes, haaruitval, pijn in je borsten, lichte somberheid.
  • Je kunt ook nergens last van hebben.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor de minipil.

Prikpil

Prikpil

  • De prikpil is een prik in je bil met hormoon (progestageen).
  • Je krijgt 1 keer in de 12 weken een prik. Maak een afspraak bij de assistente van de huisarts.
  • De eerste maanden kan je onregelmatig ongesteld zijn. Daarna verdwijnt je ongesteldheid. Of je houdt onregelmatig een beetje bloedverlies.
  • Als je stopt met de prikpil kan het 6 tot 12 maanden duren voordat je weer ongesteld wordt. Dus kan het ook zo lang duren voordat je weer vruchtbaar bent en zwanger kunt worden.
  • Vooral na de eerste prik kun je bijwerkingen hebben, bijvoorbeeld hoofdpijn, puistjes, haaruitval, lichte somberheid, zwaarder worden.
  • Je kunt ook nergens last van hebben.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor de prikpil

Hormoonstaafje

Hormoonstaafje (implantatiestaafje)

  • Het hormoonstaafje is een dun, soepel, staafje van 4 cm. De arts plaatst het met een prik onder je huid.
  • Het kan 3 jaar blijven zitten. Je hoeft er niet aan te denken.
  • Het hormoonstaafje geeft 1 hormoon af (progestageen).
  • De eerste maanden kan je onregelmatig ongesteld zijn.
    Daarna verdwijnt je ongesteldheid. Of je houdt onregelmatig een beetje bloedverlies.
  • Als je het staafje langer hebt, word je vaak helemaal niet meer ongesteld.
  • Bijwerkingen kunnen zijn: hoofdpijn, puistjes, haaruitval, lichte somberheid. Je kunt ook nergens last van hebben.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor een hormoonstaafje.

Hormoonpleister

Hormoonpleister om niet zwanger te worden

  • De hormoonpleister is een dunne, huidkleurige pleister. Je plakt de pleister op je huid.
  • In de pleister zitten 2 hormonen (oestrogeen en progestageen). De hormoonpleister werkt hetzelfde als de pil, maar dan komen de hormonen via je huid in je bloed.
  • Je plakt de pleister 1 keer per week, 3 weken achter elkaar. Daarna plak je 1 week geen pleister. Dit heet de stopweek.
  • In de stopweek word je ongesteld. Meestal korter en met minder bloedverlies.
  • Vooral in de eerste maanden kun je bijwerkingen hebben (dezelfde als bij de pil): hoofdpijn, gespannen borsten, somberheid, minder zin in seks, een beetje bloedverlies op dagen dat je niet ongesteld bent. Of huidirritatie door de pleister.
  • Je kunt ook nergens last van hebben.
  • Bij de pleister heb je meer kans op trombose (klonten bloed in je bloedvat) dan bij de pil.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor de hormoonpleister.

Hormoonring

Hormoonring

  • De hormoonring is een soepele ring die je in je vagina doet. De meeste vrouwen voelen de ring niet bij seks.
  • In de ring zitten 2 hormonen (oestrogeen en progestageen). De ring werkt hetzelfde als de pil, maar dan komen de hormonen via je vagina in je bloed.
  • Je doet de ring zelf in je vagina. De ring kan 3 weken blijven zitten. Daarna draag je de ring 7 dagen niet. Dan word je ongesteld. Meestal korter en met minder bloedverlies. Daarna doe je een nieuwe ring in je vagina, en zo verder.
  • Vooral in de eerste maanden kun je dezelfde bijwerkingen hebben als bij de pil: hoofdpijn, gespannen borsten, somberheid, minder zin in seks, een beetje bloedverlies op dagen dat je niet ongesteld bent.
  • De ring kan ook jeuk en meer afscheiding uit je vagina geven.
  • Je kunt ook nergens last van hebben.
  • Bij de hormoonring heb je meer kans op trombose (bloedklonten in je bloedvat) dan bij de pil.

Kijk voor meer informatie bij Ik kies voor een hormoonring

Sterilisatie

Sterilisatie

  • Een sterilisatie is een operatie waardoor je geen kinderen meer kunt krijgen.
  • Een sterilisatie van de vrouw gebeurt in het ziekenhuis.
  • Een sterilisatie van de man gebeurt meestal in het ziekenhuis, soms bij de huisarts.
  • Een man moet 3 maanden na de sterilisatie laten controleren of de sterilisatie gelukt is. Gebruik zolang nog een voorbehoedmiddel.

Kijk voor meer informatie bij Sterilisatie bij de man en Sterilisatie bij de vrouw

Condoom

Het condoom

  • Een condoom is een dun hoesje van rubber.
  • Het mannencondoom schuif je over de penis.
  • Het vrouwencondoom doe je in de vagina.
  • Vaak zit er ook een glijmiddel op het condoom dat zaad (sperma) doodmaakt.
  • Het condoom voorkomt zwangerschap minder goed dan voorbehoedmiddelen met hormonen of een spiraaltje.
  • Het condoom beschermt ook tegen soa's.

Kijk voor meer informatie bij Condooms.

Andere manieren

Andere manieren die zwangerschap minder goed voorkomen

Hieronder staan nog andere manieren om zwangerschap te voorkomen. Deze manieren zijn niet veilig. Er is een grote kans dat je toch zwanger wordt. Van de 1000 paren die een van deze methoden gebruiken, worden per jaar meer dan 50 toch zwanger. Kies daarom alleen voor deze manieren als je het niet erg zou vinden om toch zwanger te worden:

  • Terugtrekken van de penis voor het klaarkomen.
    • De man haalt de penis uit de vagina voordat hij klaarkomt.
    • Er kan al een tijd voor het klaarkomen zaad uit de penis in de vagina komen. Daarom kun je toch zwanger raken.
  • Geen seks hebben op vruchtbare dagen (periodieke onthouding).
    • Je kunt leren om te weten op welke dagen je vruchtbaar bent (dus zwanger kunt worden).
    • Bijvoorbeeld door op te schrijven wanneer je ongesteld wordt, je temperatuur te meten en aan het slijm in je vagina te voelen.
    • Op je vruchtbare dagen heb je geen seks.
    • Je vruchtbare dagen kunnen anders zijn dan je denkt. Bijvoorbeeld door stress, ziek zijn of zomaar. Daarom kun je toch zwanger worden.
  • Pessarium:
    • Een pessarium is een kapje van rubber.
    • Je doet eerst zaaddodende gel op het pessarium.
    • Daarna duw je het pessarium in je vagina op de baarmoedermond. Dat kan vlak voor de seks of tot 2 uur van te voren.
    • Na de seks moet het kapje tenminste 6 uur blijven zitten. Daarna haal je het eraf.
    • Het is moeilijk om het pessarium precies goed te doen, daarom kun je toch zwanger worden.
Keuzekaart Voorbehoedmiddelen tegen zwangerschap

Keuzekaart Voorbehoedmiddelen tegen zwangerschap

Gebruik de keuzekaart om samen met je arts te beslissen wat het beste bij je past.

Keuzekaart Voorbehoedmiddelen zonder hormonen

Keuzekaart Voorbehoedmiddelen zonder hormonen

Gebruik de keuzekaart om samen met je arts te beslissen wat het beste bij je past.

Keuzekaart Voorbehoedmiddelen na bevalling

Keuzekaart Voorbehoedmiddelen na bevalling

Gebruik de keuzekaart om samen met je arts te beslissen wat het beste bij je past.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?