In het kort
- Bij een paniekstoornis heb je paniekaanvallen.
- En je bent steeds bang voor een nieuwe paniekaanval.
- Blijf de dingen doen die je eng vindt. Zo wordt de angst minder.
- Schrijf op wat er gebeurt, wat je denkt en voelt. En bedenk positieve dingen waaraan je kunt denken als je bang bent.
- Praten met je huisarts of de praktijkondersteuner helpt ook.
- Gaat het niet beter? Of heb je heftige klachten? Dan kun je kiezen tussen een behandeling bij een psycholoog en medicijnen.
Film
Download deze film
- Filmbestand mp4, 1:43 minuten, 17mb
- Geluidsbestand voor als je slecht ziet of blind bent mp3
- Ondertitelingsbestand srt
- © 2012-2024 NHG | Gebruiksvoorwaarden
Wat is een paniekstoornis?
Bij een paniekstoornis heb je paniekaanvallen. Die paniekaanvallen komen onverwacht. Ook ben je steeds bang om weer een paniekaanval te krijgen. Die angst heeft veel invloed op je leven.
Je wordt bang voor situaties waarin dat kan gebeuren. Vooral voor situaties waaruit je moeilijk weg kunt komen. Of waarin je geen hulp kunt krijgen.
Je gaat ervoor zorgen dat je niet in zulke situaties komt. Je durft bijvoorbeeld niet meer in een bus, trein, winkel, restaurant of drukke straat. Sommige mensen durven helemaal niet meer naar buiten.
Dit heet pleinvrees.
Wat merk je van een paniekstoornis?
Je hebt paniekaanvallen. Daarin kun je dit merken:
- hart dat snel klopt
- zweten
- trillen
- duizelig zijn
- het gevoel geen lucht te krijgen
- een vervelend gevoel op de borst
- tintelingen of minder gevoel in je handen of voeten
- een droge mond
- misselijkheid, overgeven, diarree
- het gevoel dat de omgeving er anders uitziet
- het gevoel dat je de controle over jezelf verliest, gek wordt of dood gaat
Je bent steeds bang dat je een paniekaanval krijgt. Dat kan zorgen voor de volgende klachten:
- Je zorgt dat je niet in bepaalde situaties komt.
- Je wilt de angst minder voelen. Je gebruikt daarvoor alcohol, drugs of kalmerings-pillen. Zo probeer je de angst te verdoven.
- Je durft problemen niet meer op te lossen. Je bent zo bang dat je wilt dat andere mensen ze oplossen.
- Je ontwijkt dus de angst of je verdooft de angst. Daardoor leer je niet met het gevoel van angst om te gaan. Zo blijf je bang voor angst. Daardoor blijft de angst of wordt die steeds erger.
Waardoor krijg je een paniekstoornis?
Een paniekstoornis kan komen door een combinatie van deze dingen:
- erfelijke aanleg
In sommige families komen angstproblemen daardoor vaker voor dan in andere. - je karakter
Vooral als je heel verlegen bent of heel gevoelig voor stress. - bepaalde stoffen in je bloed en in hersenen
Zoals stoffen die stress regelen. - hoe je bent opgevoed en wat je hebt meegemaakt
Sommige mensen hebben een grotere kans op een paniekstoornis. Bijvoorbeeld mensen met een depressie of verslaving. Of mensen die iets heel heftigs hebben meegemaakt.
Adviezen bij een paniekstoornis
Zo kun je met je angst omgaan en voel je je beter:
Zo veel mogelijk alles blijven doen
- Blijf alles doen. Ook dingen die je eng vindt. Zo leer je met de spanning omgaan. De angst wordt daardoor minder.
- Krijg je een paniekaanval? De angst wordt dan meestal vanzelf minder na 60 tot 90 minuten. Als je dat weet, durf je misschien toch de dingen te doen die je eng vindt.
- Probeer te blijven werken. Hebben je klachten met je werk te maken? Of kun je je werk niet goed meer doen door de paniekaanvallen? Praat met je werkgever of de bedrijfsarts.
Erover praten
- Vertel iemand die je vertrouwt over je angst.
Gezonder leven
- Misschien drink je vaak alcohol om beter tegen de angst te kunnen. Of je gebruikt kalmerings-pillen of drugs. Je kunt daar beter mee stoppen. Vraag hulp. Kijk bij stoppen met alcohol of minder drinken, stoppen met kalmerings-pillen of stoppen met drugs of minder gebruiken.
- De kans op een paniekaanval is groter als je veel stress hebt en moe bent. Dus probeer stress minder te maken. En zorg dat je goed slaapt, genoeg beweegt en ontspant.
Gedachtes die je rustig maken
Als je bang bent, denk je vaak aan dingen die de angst erger maken. Bijvoorbeeld: 'Misschien ga ik wel dood'. Of: 'Dit gaat misschien nooit meer over'.
Je kunt leren om dat te veranderen:
- Maak een dagboek. Dat kan op papier of in je telefoon. Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten. Waar denk je dan aan? Waar ben je bang voor? Wat voel je? En wat doe je dan?
- Denk eens goed na: is er echt reden om zo bang te zijn?
- Bedenk daarna positieve dingen waaraan je voortaan kunt proberen te denken.
Bijvoorbeeld: je durft niet meer een winkel in te gaan. Bedenk dan wat je vroeger altijd zo leuk vond aan winkelen. Vaak lukt het dan beter om de angst te voelen en toch rustig te blijven. - Schrijf die positieve gedachtes op. Je kunt ze dan lezen op moeilijke momenten.
- Schrijf ook op wat je voortaan op angstige momenten kunt doen. Bijvoorbeeld rustig ademen.
Behandeling van een paniekstoornis
Je huisarts bespreekt met je hoe je met je klachten kunt omgaan. Je krijgt uitleg en adviezen. Je klachten kunnen hierdoor al minder worden.
Online cursus en gesprekken
Vaak kun je online een cursus doen. Van je huisarts of de praktijkondersteuner hoor je hoe je je kunt aanmelden.
In zo'n online cursus krijg je informatie en oefeningen.
Je bespreekt regelmatig met je huisarts of de praktijkondersteuner hoe het gaat.
Behandeling bij een psycholoog of medicijnen tegen angst
Zijn je klachten zo erg dat je er veel last van hebt in je leven?
Of wil je geen online cursus doen?
Of merk je na 6 tot 8 weken geen verbetering?
Dan kun je kiezen voor een behandeling bij een psycholoog of medicijnen tegen angst.
Hoe gaat het verder met een paniekstoornis?
In het begin van de behandeling kom je ongeveer 1 keer in de 2 weken bij de huisarts of praktijkondersteuner.
Helpen de gesprekken en online cursus goed? Dan hoef je steeds minder vaak te komen, bijvoorbeeld 1 keer in de 3 maanden.
Als de klachten veel minder zijn of weg zijn, is controle niet meer nodig.
Blijf je klachten houden? Dan kun je kiezen voor een behandeling bij een psycholoog of medicijnen tegen angst.
Wanneer bellen bij een paniekstoornis?
Maak een afspraak met je huisarts in deze situaties:
- Je wilt een andere behandeling proberen.
- Je drinkt te veel alcohol, gebruikt drugs of slikt kalmerings-pillen.
- Je slikt medicijnen tegen angst en hebt veel last van bijwerkingen.
- Je denkt aan zelfmoord. Dit kan een bijwerking zijn van medicijnen tegen angst.
- Je slikt medicijnen tegen angst en wilt daarmee stoppen.
Meer informatie over angst
- Meer informatie: Wijzijnmind.nl, de Angst, Dwang en Fobie stichting en Nederlands kenniscentrum Angst en Depressie (NedKAD).
- Contact met mensen die ook last hebben van angst: de Angst, Dwang en Fobie stichting.
- Oefeningen en cursussen: Mentaalvitaal.nl.
- Informatie over therapie om angst minder te maken: MIND.
- Gegevens van psychologen, psychotherapeuten en psychiaters: kiezenindeggz.nl.
We hebben deze tekst gemaakt met: