Ik wil onderzoeken waarom ik nog niet zwanger ben

In het kort

In het kort

  • Als je net voor je eisprong om de 2 tot 3 dagen vrijt en na 1 jaar nog niet zwanger bent, kun je uitzoeken hoe dat kan komen.
  • Je kunt testen of je een eisprong hebt: door je temperatuur elke dag te meten of met een urinetest.
  • De huisarts kan testen of je een soa hebt gehad. Daardoor kunnen je eileiders dicht zitten.
  • Problemen met vrijen kun je met je partner en de huisarts bespreken.
Wat is er nodig

Wat is er nodig om zwanger te kunnen worden?

Om zwanger te worden moet een eicel worden bevrucht door een zaadcel.

  1. Bij de vrouw moet een eicel uit een eierstok komen. Dat heet de eisprong.
  2. In het sperma van de man moeten genoeg zaadcellen zitten. Ze moeten de goede vorm hebben en goed bewegen. Dit heet bij elkaar de kwaliteit van het zaad.
  3. De zaadcellen moeten bij de eicel kunnen komen:
    • Ze moeten bij het klaarkomen in de vagina komen.
    • Ze moeten dan door de baarmoeder en de eileiders naar de eicel kunnen zwemmen. De eileiders moeten dus goed open zijn.
Oorzaken

Waar kan het door komen dat ik nog niet zwanger ben?

Soms duurt het langer dan 1 jaar om zwanger te worden.

Dit kan bijvoorbeeld komen door:

  • minder vaak een eisprong of geen eisprong
  • de kwaliteit van het zaad is minder goed
  • problemen tussen het zaad en het slijm in je baarmoederhals
  • je eileiders zijn niet goed open
  • problemen met vrijen
Vruchtbare dagen

Hoe vaak vrijen om zwanger te worden?

In de 6 dagen voor je eisprong ben je het meest vruchtbaar. Als je dan vrijt, heb je veel kans om zwanger te worden.

Het is genoeg om 1 keer in de 2 tot 3 dagen te vrijen.

Vaker kan ook, maar is niet nodig. In de baarmoeder blijven de zaadcellen een paar dagen leven.

Eisprong

Wanneer heb ik een eisprong?

  • Als je regelmatig ongesteld bent, is er bijna zeker elke maand een eisprong. Je kunt voorspellen op welke datum je weer ongesteld wordt. Je eisprong is ongeveer 2 weken voor die datum.
  • Als je onregelmatig ongesteld bent, dan is het lastig te schatten wanneer de volgende eisprong komt.
  • Als je niet zo vaak ongesteld bent, is het onzeker of er wel een eisprong is.
  • Als je een half jaar niet ongesteld bent geweest, dan is de kans groot dat er in die tijd ook geen eisprong is geweest.

Je kunt soms merken dat je een eisprong hebt:

  • meer helder slijm uit je vagina
    Door dit slijm is het voor zaadcellen makkelijker om van de vagina in de baarmoeder te komen.
  • pijn in je buik
  • een klein beetje bloed uit je vagina

De kans op een eisprong kan kleiner zijn:

  • door stress
  • door heel hard sporten
  • door zwaar werk
  • als je snel veel afvalt
  • als je te weinig weegt
  • als je overgewicht hebt
Eisprong testen

Hoe kan ik zelf testen of ik een eisprong hebt?

Je kunt zelf testen of je wel een eisprong hebt. Dat doe je met een thermometer of met een urinetest.

Temperatuur meten

  • Meet iedere ochtend voor je opstaat je temperatuur. Meet je temperatuur via je anus (poepgat).
  • Begin op de eerste dag van je ongesteldheid.
  • Je schrijft elke dag de temperatuur op die je meet.
  • Heb je op een ochtend opeens een wat hogere temperatuur? Bijvoorbeeld een halve graad hoger dan wat je normaal hebt? Dan is het bijna zeker dat je een eisprong hebt.
  • Je temperatuur blijft daarna zo hoog, tot de dag dat je weer ongesteld wordt.

Urinetest

Je kunt zelf in je urine (plas) testen of je een eisprong hebt. Deze test kun je bij de apotheek kopen.

Test niet om zwanger te worden

Je temperatuur meten en de urinetest doen, helpen niet om zwanger te worden.

Om zwanger te worden moet je namelijk vrijen vóórdat je een eisprong krijgt. In de 6 dagen voor je eisprong ben je het meest vruchtbaar. Dus op het moment dat je temperatuur of de test laat zien dat er een eisprong is, zijn die dagen al voorbij.

Open eileiders

Waardoor kunnen mijn eileiders dicht zitten?

Je eileiders kunnen dicht zitten door:

  • een operatie
  • endometriose
  • een ontsteking van een eileider
    Je kunt een ontsteking van eileider hebben gehad zonder dat je het merkte. Bijvoorbeeld bij de soa chlamydia.
    Met bloedonderzoek kun je laten testen of je chlamydia hebt gehad. Als dat zo is, dan bespreekt de huisarts met je of je naar de gynaecoloog wilt gaan.

Baarmoeder en eierstokken

Problemen met vrijen

Zijn er problemen met het vrijen?

Als het vrijen niet goed lukt, bespreek dat dan met je partner. Dat helpt vaak. Je kunt dit soort problemen ook met je huisarts bespreken.

Als je samen heel graag kinderen wilt, kan het vrijen soms wat minder leuk worden. Bijvoorbeeld omdat je vindt dat je steeds in de vruchtbare dagen moet vrijen. Ook als jij of je partner eigenlijk geen zin heeft. Je vagina kan dan droog blijven. Een glijmiddel kan dan helpen.

Soms lukt het niet om de spieren rond de vagina te ontspannen. Daardoor kan vrijen pijn doen of niet meer gaan. Het kan zijn dat je al langer weinig of geen seks samen hebt. Dat maakt vrijen om zwanger te worden misschien extra moeilijk.

Medicijnen

Door medicijnen minder vruchtbaar

Sommige medicijnen en giftige stoffen maken je minder vruchtbaar. Bijvoorbeeld medicijnen tegen epilepsie, medicijnen tegen kanker en middelen tegen insecten voor de landbouw.

Praat met je huisarts over je medicijnen als je zwanger wilt worden.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder als ik nog niet zwanger ben?

Als je weet dat je een eisprong hebt en je eileiders open zijn, is de kans groot dat je vruchtbaar bent.

Vanaf dat je 30 jaar bent word je steeds minder vruchtbaar. De kans dat je zwanger wordt, wordt elk jaar kleiner.

Je huisarts kan inschatten hoe groot de kans is dat je zwanger wordt in het komende jaar. Je huisarts kijkt hiervoor in een tabel. Jouw leeftijd en de kwaliteit van het zaad van je partner bepalen samen hoe groot die kans ongeveer is.

  • Is jullie kans groter dan 40 procent? Dat betekent dat meer dan 4 van de 10 vrouwen zoals jij een jaar later zwanger zijn.
    Huisartsen en gynaecologen raden je dan aan om de komende 6 maanden tot 1 jaar regelmatig te blijven vrijen. Wacht af of je zwanger wordt.
  • Is jullie kans kleiner dan 30 procent? Dat betekent dat minder dan 3 van de vrouwen zoals jij een jaar later zwanger zijn.
    Dan kun je als je wilt naar de gynaecoloog gaan voor verder onderzoek. Je kunt ook doorgaan met regelmatig vrijen.
  • Zit de kans ertussen in? Dan bespreekt de huisarts met je wat die aanraadt.

Ben je al eerder zwanger geweest? Dan heb je veel meer kans om zwanger te worden dan vrouwen van jouw leeftijd die nog nooit zwanger zijn geweest.

Naar de gynaecoloog

Wanneer naar de gynaecoloog als ik nog niet zwanger ben geworden?

In sommige situaties kan je huisarts je doorsturen naar de gynaecoloog:

Het kan onduidelijk blijven waarom je nog niet zwanger bent. Dit is bij veel vrouwen zo die bij de gynaecoloog komen.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?