Mijn kind is heel bang voor iets (fobie)

In het kort

In het kort

  • Je kind is heel bang voor iets, bijvoorbeeld een dier, bloed of overgeven.
  • Dit is een fobie.
  • Praat met je kind over de angst.
  • Moedig je kind aan om dingen te doen die het spannend vindt.
  • Soms is gedragstherapie nodig. Je kind oefent dan met situaties die het moeilijk vindt.
  • Zo leert je kind omgaan met de angst.
Wat is het

Heel bang voor een dier, ding of situatie: een fobie

Je kind is heel bang voor iets, zoals:

  • een dier, bijvoorbeeld spinnen, honden of slangen
  • bloed, prikken of wonden
  • ver van de grond zijn: hoogtevrees
  • kleine ruimtes zoals een lift of een wc: claustrofobie
  • onweer
  • overgeven
  • verslikken of stikken

Komt je kind in een situatie die het heel spannend vindt? Dan krijgt je kind heftige klachten. En je kind gaat proberen te ontwijken waar het bang voor is. Daardoor doet je kind bepaalde dingen niet meer.

Duurt deze angst langer dan 6 maanden, dan is het een angststoornis: een specifieke fobie.

Wat merk je

Wat merk je als je kind heel bang voor iets is?

Komt je kind in een situatie die het heel spannend vindt? Dan krijgt je kind klachten, zoals:

  • zweten
  • het hart klopt snel
  • snel ademen
  • huilen
  • opeens heel boos zijn
  • niet meer bewegen, stijf worden
  • jou steeds stevig vasthouden
  • een paniekaanval
  • bij angst voor bloed, prikken of wonden: flauwvallen

Door de angst doet je kind bepaalde dingen niet meer. Zo probeert je kind te ontwijken waar het bang voor is.

Onderzoek

Hoe weet je of je kind een angststoornis heeft?

Als je vindt dat je kind erg angstig is, kun je een afspraak maken met de huisarts, de praktijkondersteuner of jeugdarts.

  • Die praat met je kind en met jou als ouder. En soms ook met school.
  • Is je kind nog jong? Dan kijken ze ook hoe je kind speelt en doet. Is je kind al wat ouder, dan kan je kind ook een vragenlijst over angst invullen.
  • De huisarts of jeugdarts kan je kind doorsturen naar een psycholoog. Dan doet die het onderzoek.

Je kind heeft een angststoornis als deze dingen uit het onderzoek komen:

  • De angst past niet bij de leeftijd van je kind. Bij de tekst over kinderen die vaak bang zijn zie je wat wel bij de leeftijd past.
  • De angst is heel heftig.
  • De angst duurt lang.
  • Je kind doet bepaalde dingen niet door de angst.
  • De angst maakt het leven van je kind veel moeilijker en minder leuk.
Adviezen

Wat kun je doen als je kind heel bang voor iets is?

Als je kind heel bang voor iets is, kun je je kind helpen door deze dingen te doen:

Erover praten

  • Neem de angst van je kind serieus.
  • Praat erover. Laat weten dat je wilt helpen.
  • Probeer rustig te blijven als je kind heel bang is.
  • Laat merken dat je veel vertrouwen hebt in je kind, zonder dat je dat steeds zegt.
  • Vertel op school over de angst van je kind. Dan kunnen ze je kind ook daar helpen. Bijvoorbeeld door dapper gedrag aan te moedigen.
  • Wil je kind niet met jou over de angst praten? Laat je kind dan met iemand anders praten. Of maak een afspraak met de huisarts.

Oefenen met spannende dingen

  • Bedenk samen met je kind dingen die je kind kan doen in spannende situaties. Bijvoorbeeld aan iets anders denken of rustig ademen.
  • Dwing je kind niet om iets te doen.
  • Geef je kind een compliment als het iets doet wat het spannend vindt.
  • Help je kind om de angst te overwinnen met kleine stappen. Is je kind bijvoorbeeld bang voor honden? Ga dan eerst naar plaatjes of filmpjes van honden kijken. Probeer daarna eens een klein hondje te aaien.
  • Doe positief gedrag voor. Laat zien dat jij ook dingen doet die je spannend vindt. En dat je daarvan leert.

Contact met elkaar en met andere kinderen

  • Zorg voor een goede sfeer in huis, met aandacht voor elkaar.
  • Zorg voor duidelijke regels en maak afspraken met elkaar.
  • Doe leuke dingen met elkaar.
  • Zorg dat je kind genoeg contact heeft met kinderen die ongeveer even oud zijn.

Gezond leven

  • Zorg dat je kind gezond eet, genoeg ontspant en genoeg slaapt.
  • Laat je kind fietsen, buiten spelen en sporten.
  • Laat je kind muziek maken, dansen of toneel spelen.
  • Let erop dat je kind geen alcohol of drugs gebruikt.
Behandeling

Behandeling als je kind heel bang voor iets is

Helpen de adviezen tegen angst niet genoeg? Dan kan de huisarts of de jeugdarts je kind doorsturen naar een psycholoog. Je kind gaat oefenen met moeilijke situaties.

Eerst praat de psycholoog met je kind over de angst. Wat lukt niet meer door de angst? En wat wil je kind bereiken met de therapie?

Wat je kind gaat leren met gedragstherapie

Dit gebeurt er bij de therapie:

  • Je kind krijgt informatie over de angst en over de behandeling.
  • Je kind leert de situaties herkennen waarin het bang wordt.
  • Je kind leert wat het in die situaties kan doen. Bijvoorbeeld een oefening om te ontspannen. Of iets anders gaan doen.
  • Je kind leert anders over die situaties te denken door erover te praten.
  • Je kind leert anders over die situaties te denken door ermee te oefenen. Tijdens de therapie, maar ook thuis of op school.
  • De psycholoog doet dapper gedrag voor.
  • De psycholoog beloont je kind voor dapper gedrag.

Bij de behandeling gaat het vooral om oefenen. Dat heet exposure. In kleine stapjes oefent je kind met de situatie die het spannend vindt. Bijvoorbeeld bij angst voor spinnen:

  • over spinnen praten
  • naar plaatjes van spinnen kijken
  • een computerspel met spinnen spelen
  • naar filmpjes van spinnen kijken
  • naar een spin in een doos op tafel kijken, eerst van ver en dan steeds dichterbij
  • een spin aanraken

Ook informatie voor ouders

Als ouder krijg je ook informatie. Ook denk je mee over oefeningen die je kind kan gaan doen. Je kunt je kind aanmoedigen en ook dapper gedrag belonen.

Na de therapie

Na de therapie komen je kind en jij meestal nog een paar keer terug bij de psycholoog. Dat helpt je kind om het gedrag dat het geleerd heeft ook vol te houden.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder als je kind heel bang voor iets is?

Bij veel kinderen helpt therapie. De angst wordt minder.

De angst kan wel terugkomen. Bespreek met de arts of psycholoog wat je dan kunt doen. Dit zet je samen in een plan:

  • hoe jij en je kind kunnen merken dat de angststoornis misschien terugkomt
  • wat jij en je kind dan kunnen doen: wat hielp bijvoorbeeld tijdens de therapie?
  • wie je kunt bellen als het niet goed gaat met je kind

Deze angststoornis verdwijnt vaak als het kind volwassen is.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
GGZ

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?