U kunt in de zwangerschap uw kind laten onderzoeken op afwijkingen, zoals het downsyndroom of een open rug. Vanaf 1 april kan dat ook met de NIPT (niet-invasieve prenatale test). Deze test kan bij uw kind down-, edwards-, en patausyndroom opsporen.
De NIPT is beter in het opsporen van deze aandoeningen en klopt vaker dan de huidige combinatietest. Voor de meeste zwangeren betekent de keuze voor NIPT dat ze nog maar één test nodig hebben om een betrouwbare uitslag te krijgen.
Wanneer de uitslag van de NIPT niet afwijkend is, is geen vervolgonderzoek nodig. Bij een afwijkende NIPT is nog wél een onderzoek (een vlokkentest of vruchtwaterpunctie) nodig als u zekerheid wil krijgen.
Op de website www.onderzoekvanmijnongeborenkind.nl kunnen u en uw partner meer lezen over de combinatietest en de NIPT. De website bevat ook de keuzehulp 'Bewust kiezen'. Deze kan helpen bij de keuze om wel of geen onderzoek te doen naar afwijkingen bij het ongeboren kind.
Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, 30 maart 2017