Ik word geopereerd. Hoe is de zorg geregeld?

In het kort

In het kort

  • U gaat eerst naar de verpleegafdeling. Daar worden uw gegevens gecontroleerd.
  • Een arts of een assistent tekent met stift op uw huid aan welke kant u geopereerd wordt.
  • De artsen controleren uw gegevens. Daarna gaat u naar de operatiekamer.
  • In de operatiekamer vraagt 1 van de artsen of u alles goed heeft begrepen.
  • Heeft u meer zorg nodig na de operatie? Dan gaat u naar een speciale afdeling waar meer apparaten zijn.
  • Gaat het goed met u? Dan gaat u naar de verpleegafdeling of meteen naar huis.
Naar de verpleegafdeling

Naar de verpleegafdeling

U gaat eerst naar de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling controleert een arts of verpleegkundige:

  • Uw naam. U krijgt een naambandje om uw pols.
  • Voor welke operatie u komt.
  • Hoe het met uw gezondheid gaat.
  • Welke medicijnen u gebruikt.
  • Welke afspraken u heeft gemaakt met de artsen over de voorbereiding op de operatie en de zorg na de operatie. Bijvoorbeeld dat u met medicijnen moest stoppen of juist beginnen.
  • Of er veranderingen zijn geweest in uw medische situatie na uw laatste gesprek met de arts die uw verdoving regelt (anesthesioloog) of de arts die u opereert.

Zijn er veranderingen in uw medische situatie? Heeft u niet alle adviezen uitgevoerd? Dan beslist de arts die u opereert of de operatie door kan gaan. Als de risico’s te groot zijn, kunt u die dag niet geopereerd worden.

De arts die u opereert of een assistent daarvan, tekent met een stift op uw huid aan welke kant u geopereerd wordt. Dit is om de kans op fouten kleiner te maken.

Naar de operatieafdeling

Naar de operatieafdeling

  • U gaat eerst naar de wachtruimte van de operatieafdeling. Daar controleert een arts of assistent of de strepen met stift goed zijn gedaan.
  • De arts die de verdoving regelt en de arts die u opereert, controleren uw dossier.

Het kan zijn dat de voorbereiding al begint in de wachtruimte. U krijgt bijvoorbeeld een infuus of een verdoving. De arts die uw verdoving regelt, controleert dan eerst samen met u uw gegevens. Bijvoorbeeld uw naam, welke operatie u krijgt en of u allergieën heeft.

Naar de operatiekamer

Naar de operatiekamer

Op de operatiekamer ziet u het hele team dat bij uw operatie is. Een van de artsen stelt u weer vragen. Bijvoorbeeld hoe u heet en welke operatie u krijgt. Het hele team luistert mee. Dit is belangrijk om fouten te voorkomen.

Daarna bespreekt het team hoe de operatie gaat en welke instrumenten en apparaten nodig zijn.

Daarna krijgt u een verdoving.

Wat gebeurt er tijdens de operatie?

Wat gebeurt er tijdens de operatie?

Tijdens de operatie let de arts die de verdoving regelt op uw ademhaling en hartslag. De artsen vertellen elkaar de hele tijd wat ze doen.

Na de operatie bespreekt het operatieteam hoe de operatie gegaan is. Dit wordt in uw medisch dossier geschreven. Bijvoorbeeld of er problemen waren tijdens de operatie, welke medicijnen u heeft gekregen en welke zorg u na de operatie nodig heeft.

Naar de uitslaapkamer

Naar de uitslaapkamer

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Er liggen meestal meer patiënten die geopereerd zijn.

Een arts die de verdoving regelt, let op hoe het met u gaat.

Bent u erg ziek na de operatie? Dan gaat u direct naar een afdeling waar u meer zorg krijgt.

Naar een afdeling waar u meer zorg krijgt

Naar een afdeling waar u meer zorg krijgt

Heeft u veel zorg nodig na de operatie? Dan gaat u naar een afdeling waar apparatuur is om uw ademhaling, bloeddruk en hartslag mee te meten. Er zijn verschillende afdelingen waarop dat kan:

  • een speciale kamer op de operatieafdeling (PACU). Op de PACU blijft u meestal niet langer dan 24 uur. Heeft u na 24 uur nog veel zorg nodig, dan gaat u naar de intensive of medium care.
  • een afdeling voor medium care. U gaat hier naartoe als uw hartslag, ademhaling of bloeddruk nog niet goed zijn.
  • een afdeling voor intensive care. U gaat hier naartoe als u erg ziek bent. U kunt bijvoorbeeld niet zelf ademhalen. Op deze afdeling werken speciale artsen en verpleegkundigen. Zij letten goed op u met speciale apparatuur.
Terug naar de verpleegafdeling

Terug naar de verpleegafdeling

U kunt naar de verpleegafdeling:

  • als uw ademhaling, bloeddruk en hartslag, goed zijn, en
  • als u niet te veel pijn heeft

Een verpleegkundige van de verpleegafdeling krijgt eerst informatie over u. Bijvoorbeeld hoe de operatie is gegaan en welke medicijnen u nodig heeft.

De verpleegkundige van de verpleegafdeling brengt u daarna samen met een andere verpleegkundige naar uw kamer.

Daar is een andere arts verantwoordelijk voor uw zorg. Alle informatie die hij of zij nodig heeft, staat in uw medische dossier. De arts vraagt advies of informatie aan de arts die de verdoving regelt of de arts die u geopereerd heeft, als dat nodig is.

Meer informatie over zorg bij operaties
FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?