Ik ben zwanger en krijg een bloedonderzoek

In het kort

In het kort

  • Als je ongeveer 12 weken zwanger bent, krijg je een bloedonderzoek.
  • Door het bloedonderzoek weet je wat je bloedgroep is.
  • Soms zitten er stoffen of ziektes in je bloed waar je baby ziek van wordt.
  • Als je dit op tijd weet, kun je je laten behandelen. Zo wordt je baby niet ziek.
  • Ook kun je bloedarmoede hebben of te veel suiker in je bloed.
  • Wanneer je bloed goed is, is er geen behandeling nodig.
Waarom

Waarom krijg je een bloedonderzoek aan het begin van de zwangerschap?

Als je ongeveer 12 weken zwanger bent, krijg je een bloedonderzoek. Dit gebeurt om te kijken wat je bloedgroep is. En of er stoffen in je bloed zitten waar je baby ziek van kan worden. Er kunnen bijvoorbeeld bepaalde antistoffen in je bloed zitten. Als je dit op tijd weet, kun je je laten behandelen. Zo zorg je dat je baby niet ziek wordt. Ook kun je bloedarmoede hebben of te veel suiker in je bloed.

Het bloedonderzoek gebeurt alleen als je dat goed vindt.

Normaal bloedonderzoek

Op welke dingen wordt je bloed onderzocht tijdens de zwangerschap?

Je bloed wordt onderzocht om deze vragen te beantwoorden:

Heb je bloedarmoede?

Tijdens de zwangerschap heb je minder hemoglobine (Hb) in je bloed. Hb brengt zuurstof door je hele lichaam. Het is niet erg dat je minder Hb hebt. Het komt omdat er meer vocht in je bloed zit als je zwanger bent.

Als je Hb te laag is, dan heb je bloedarmoede. Je kunt dan medicijnen krijgen.

Welke bloedgroep heb je en heb je antistoffen in je bloed?

Er wordt onderzocht welke bloedgroep je hebt. En er wordt onderzoek gedaan naar antistoffen. Je lichaam heeft soms antistoffen tegen andere bloedgroepen.

Als je een andere bloedgroep hebt dan je kind, kan je lichaam soms antistoffen maken tegen het bloed van je kind. De baby kan hierdoor bloedarmoede krijgen.

Daarom krijgen sommige vrouwen met 27 weken nog een bloedonderzoek. Als de baby een andere bloedgroep heeft dan jij, dan krijg je met 30 weken een prik. De kans is dan kleiner dat je antistoffen maakt tegen het bloed van je baby.

Heb je het hepatitis B-virus in je bloed?

Hepatitis B is een ontsteking van de lever door een virus. Sommige vrouwen met hepatitis hebben geen klachten en weten niet dat ze het virus hebben. Zij zijn 'drager' van het virus. Zij kunnen bij de geboorte het virus aan de baby doorgeven. De baby kan dan een lever-ontsteking krijgen.

Ben je drager van het hepatitis B-virus? Dan krijgt je baby binnen 2 uur na de geboorte een prik en in de maanden erna nog 3 prikken. Deze zorgen ervoor dat je baby niet ziek wordt.

Heb je syfilis?

Syfilis is een ziekte die je kunt krijgen door seks (een soa). Syfilis is een ontsteking die ontstaat door een bacterie. In het begin van de zwangerschap kan de bacterie nog niet in het bloed van de baby komen, later wel.

Daarom is het belangrijk dat syfilis op tijd wordt ontdekt. Je kunt dan medicijnen krijgen tegen de bacterie (antibiotica). Daarna is je baby veilig.

Heb je hiv?

Hiv is een soa. Je kunt hiv krijgen door onveilige seks met iemand die hiv heeft. Of door een prik aan een naald met bloed van iemand met hiv. Bijvoorbeeld bij drugs inspuiten.

Als je hiv hebt, kan je baby tijdens de zwangerschap of bevalling ook hiv krijgen. Of later via borstvoeding.

Je kunt een paar dingen doen om de kans kleiner te maken dat je baby ook hiv krijgt:

  • tijdens de zwangerschap medicijnen nemen
  • je kind geboren laten worden met een snee in je buik (keizersnede)
  • flesvoeding geven in plaats van borstvoeding

Informatie over bloedonderzoek in de zwangerschap vind je ook op allesoverzwanger.nl.

Extra bloedonderzoek

Wanneer is er extra bloedonderzoek nodig tijdens de zwangerschap?

Soms is in de zwangerschap nog extra bloedonderzoek nodig. Bijvoorbeeld in deze situaties:

Als je een grotere kans hebt op rodehond, waterpokken of vijfde ziekte

Als je rodehond (rubella), waterpokken of de vijfde ziekte krijgt tijdens de zwangerschap, kan dat schadelijk zijn voor je kind. Sommige mensen hebben een grotere kans op deze ziektes of hebben geen antistoffen tegen deze ziektes. De verloskundige of huisarts bespreekt met je of het slim is om dit in je bloed te onderzoeken.

Heb je deze ziektes nooit gehad? En ook geen prik? Blijf dan uit de buurt van iemand die zo'n ziekte heeft.

Als je misschien een soa hebt

Hebben jij of je partner mogelijk een andere soa dan hiv of syfilis? Bijvoorbeeld chlamydia of gonorroe? Dan kun je dat laten onderzoeken. Deze ziektes geven niet altijd klachten. Maar ze kunnen na de geboorte wel een ontsteking van de ogen of longen geven bij je kind. Je kunt zorgen dat dit niet gebeurt door medicijnen (antibiotica) te slikken die niet schadelijk zijn voor je kind.

Als je een grotere kans hebt op diabetes

Soms is het nodig om de suiker (glucose) in je bloed te controleren. Bijvoorbeeld als je een grotere kans hebt om diabetes te krijgen.

Als je een ziekte van je schildklier hebt

Bij een ziekte van de schildklier wordt de hoeveelheid schildklierhormoon in je bloed gecontroleerd. Dit is belangrijk voor jezelf en voor de groei van je baby.

Als je een grotere kans hebt op een erfelijke bloedziekte

Komt een van je ouders of grootouders uit landen rond de Middellandse Zee (bijvoorbeeld Marokko of Turkije), Afrika, Azië (bijvoorbeeld Indonesië), het Midden Oosten (bijvoorbeeld Syrië of Afghanistan) of het Caribisch gebied (de Antillen of Suriname)? Of heeft iemand in je familie een erfelijke bloedziekte? Dan is de kans groter dat je drager bent van een erfelijke bloedziekte. Dit kun je laten onderzoeken.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na bloedonderzoek in de zwangerschap?

Bij je volgende controle bespreekt de verloskundige of arts wat uit het onderzoek is gekomen.

Wanneer je bloed goed is, hoef je niets te doen. Soms wordt je bloed later weer op hemoglobine (Hb) gecontroleerd.

Meer informatie

Meer informatie over zwangerschap

We hebben deze tekst gemaakt met:

Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?