Ik gebruik medicijnen bij diabetes type 2

In het kort

In het kort

  • Bij diabetes type 2 kun je medicijnen nodig hebben.
  • Je krijgt eerst een pil om je bloedsuiker lager te maken.
  • Blijft je bloedsuiker te hoog? Dan krijg je er een medicijn bij. Meestal een pil die ervoor zorgt dat je alvleesklier insuline maakt.
  • Is je bloedsuiker nog steeds te hoog? Dan kun je nog een ander medicijn erbij krijgen. Bijvoorbeeld insuline.

insuline

Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.

Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Medicijnen bij diabetes type 2

Medicijnen bij diabetes type 2

Bij diabetes type 2 (suikerziekte) kun je medicijnen nodig hebben. Die helpen om je bloedsuiker goed te houden. Medicijnen kunnen de ziekte niet genezen.

Heb je geen ziekte van hart, bloedvaten of nieren? Dan kan de behandeling zo gaan:

  1. Je krijgt eerst een pil om je bloedsuiker lager te maken.
  2. Blijft je bloedsuiker te hoog? Dan krijg je er nog een medicijn bij. Meestal een pil die ervoor zorgt dat je alvleesklier insuline maakt. Je kunt een ander medicijn krijgen als je te zwaar bent. Of een grotere kans hebt op ziektes van je hart en bloedvaten.
  3. Is je bloedsuiker dan nog steeds te hoog? Dan kun je nog een ander medicijn erbij gebruiken. Je huisarts en jij beslissen samen welke medicijnen het beste voor je zijn. Op de keuzekaart zie je de voordelen en nadelen van de medicijnen.

Andere ziektes

De behandeling kan anders gaan als je ook een ziekte van hart, bloedvaten of nieren hebt.

Heb je diabetes type 2 en een hoge bloeddruk? Of een hoog cholesterol? Dan kun je hiervoor ook medicijnen krijgen.

Gezond leven en medicijnen

Gezond leven blijft heel belangrijk als je medicijnen gebruikt:

  • gezond eten en drinken
  • genoeg bewegen
  • afvallen als je te zwaar bent
  • niet roken
  • genoeg ontspanning en goed slapen

Als je gezond leeft, gaat je lichaam beter werken. Daardoor kan je bloedsuiker verbeteren. Val je bijvoorbeeld genoeg af? Dan kun je minder of geen medicijnen nodig hebben.

insuline

Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.

Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Pil om je bloedsuiker lager te maken

Pil om je bloedsuiker lager te maken

Eerst krijg je een pil om je bloedsuiker lager te maken. Dit zijn pillen met metformine.

Bijwerkingen van deze pil

Je kunt bijwerkingen van de pillen krijgen, zoals:

  • misselijk zijn, overgeven en diarree
  • hoofdpijn
  • moe zijn
  • vreemde smaak in je mond

De klachten verdwijnen meestal na een paar weken. Je hebt een kleinere kans op bijwerkingen als je begint met pillen met weinig metformine. En langzaam pillen met meer metformine gaat slikken. Dit bespreek je met je huisarts.

Heb je veel last van bijwerkingen? Bespreek dan met je huisarts of je tijdelijk pillen met minder metformine kunt slikken.

metformine

Metformine is een verlager van de bloedsuiker. Het behoort tot de biguaniden. Het vermindert het bloedsuiker en vermindert de eetlust.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte) en bij verminderde vruchtbaarheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Pil om insuline aan te maken

Pil om insuline aan te maken

Slik je een pil om je bloedsuiker te verlagen? En blijft je bloedsuiker te hoog? Dan krijg je er een medicijn bij. Meestal een pil die ervoor zorgt dat je alvleesklier insuline maakt. Zo krijg je ook een lagere bloedsuiker. Deze pillen heten gliclazide.

Je kunt een ander medicijn krijgen als je te zwaar bent. Of als je een grotere kans hebt op ziektes van hart en bloedvaten.

Bijwerkingen van deze pil

Bijwerkingen van deze pil zijn bijvoorbeeld:

  • Je kunt zwaarder worden, gemiddeld 2 kilo.
  • Je hebt een kleine kans op een te lage bloedsuiker (hypo). Dit kan 1 keer of vaker gebeuren.

gliclazide

Gliclazide is een verlager van het bloedsuiker. Het behoort tot de sulfonylureum-verbindingen. Het stimuleert de alvleesklier om insuline af te geven aan het bloed.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

insuline

Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.

Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Andere medicijnen bij diabetes type 2

Andere medicijnen bij diabetes type 2

Soms kun je nog een ander medicijn nodig hebben om je bloedsuiker lager te krijgen. Je blijft je eerdere medicijnen ook gebruiken, zoals metformine.

Spuit om bloedsuiker te verlagen

In de spuit zit het medicijn GLP1-agonist. Dit medicijn maakt je bloedsuiker lager. Ook krijg je er minder honger van. Daardoor eet je minder en kun je afvallen: gemiddeld 3 kilo.

Je kunt bijwerkingen krijgen. Bijvoorbeeld:

  • In het begin hebben veel mensen last van misselijk zijn, overgeven of diarree. Meestal verdwijnen de klachten na een paar weken.
  • Op de plek waar je prikt kun je last van je huid krijgen (uitslag). Bijvoorbeeld een andere kleur van je huid, kleine bultjes of jeuk.
  • Je hebt een kleine kans op een ontsteking van de galblaas of alvleesklier.

Pil om suiker uit te plassen en bloedsuiker lager te maken

De pil SGLT2-remmer zorgt ervoor dat je extra suiker uitplast. Zo krijg je een lagere bloedsuiker. De pil kan er ook voor zorgen dat je minder kans hebt op nieuwe ziektes van je hart of bloedvaten.

Door deze pil val je gemiddeld 2 kilo af. Daardoor heb je minder kans op andere klachten van diabetes type 2 of andere ziektes.

Bijwerkingen van deze pil zijn bijvoorbeeld:

  • 1 van de 10 mensen krijgt een ontsteking aan de vagina, schaamlippen of penis. Dit komt door een schimmel.
  • Vooral ouderen kunnen last krijgen van duizelig zijn, een droge mond, vaak plassen of moeilijk of niet kunnen poepen.
  • Slik je deze pil bij koorts, diarree, overgeven of weinig eten? Dan heb je een kleine kans om erg ziek te worden. Je moet dan meteen stoppen met slikken.

Dit zijn bijwerkingen met een heel kleine kans:

  • wondjes op je voeten die slecht genezen
  • een zeer erge ontsteking van de schaamlippen of balzak

Pil om bloedsuiker lager te maken

DPP4-remmer is een pil die je bloedsuiker verlaagt.

Door deze pil word je ongeveer een halve kilo zwaarder. En je hebt een kleine kans op deze bijwerkingen:

  • ernstig hartfalen
  • ontsteking van de alvleesklier
  • nieren die opeens niet meer goed werken

Ook in de keuzekaart lees je de voordelen en nadelen van deze medicijnen.

metformine

Metformine is een verlager van de bloedsuiker. Het behoort tot de biguaniden. Het vermindert het bloedsuiker en vermindert de eetlust.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte) en bij verminderde vruchtbaarheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Insuline bij diabetes type 2

Insuline bij diabetes type 2

Soms blijft je bloedsuiker te hoog. Ook als je gezond leeft en medicijnen tegen diabetes type 2 gebruikt. Je kunt dan ook insuline erbij spuiten.

Insuline helpt je lichaam om suiker uit je bloed te halen. Zo krijg je een lagere bloedsuiker.

Je praktijkondersteuner of huisarts legt uit hoe je insuline spuit.

Bijwerkingen van insuline

Je kunt bijwerkingen van insuline krijgen. Bijvoorbeeld:

  • Je kunt ongeveer 2,5 kilo zwaarder worden.
  • Je kunt 1 keer of vaker een te lage bloedsuiker krijgen. Dit kan gebeuren als je te veel insuline spuit of te weinig eet. Of als je meer beweegt of sport dan je gewend bent.
    Je hebt minder kans op een te lage bloedsuiker als je zelf je bloedsuiker meet. En goed met de insuline omgaat.
  • De plek waar je prikt kan dik worden, pijn doen of een andere kleur krijgen.

insuline

Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.

Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Keuzekaart

Keuzekaart

In deze keuzekaart lees je de voordelen en nadelen van de medicijnen. Samen met je huisarts of praktijkondersteuner beslis je welke medicijnen het beste bij je passen.

Adviezen als je medicijnen gebruikt bij diabetes type 2

Adviezen als je medicijnen gebruikt bij diabetes type 2

Zorg dat je je medicijnen tegen diabetes type 2 op de juiste manier gebruikt. Zo kan je bloedsuiker goed blijven. En heb je later een kleinere kans op andere klachten.

Deze adviezen kunnen je helpen:

  • Gebruik je medicijnen elke dag op dezelfde tijd. De huisarts of praktijkondersteuner legt uit wanneer je je medicijnen moet gebruiken.
  • Krijg je klachten door de medicijnen? Praat erover met je huisarts of de praktijkondersteuner. Stop niet zelf met je medicijnen.
  • Spreek af bij welke klachten je direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost belt. Bijvoorbeeld als je steeds overgeeft of diarree hebt. Of als je weinig plast.
  • Je kunt zelf je bloedsuiker controleren.
  • Blijft je bloedsuiker te hoog? Bespreek met je huisarts of praktijkondersteuner wat je kunt doen. Bijvoorbeeld meer hulp krijgen om gezonder te leven. Of meer of andere medicijnen gebruiken.
  • Samen met je huisarts of praktijkondersteuner beslis je wat voor jou het beste is. Het helpt om zo'n gesprek goed voor te bereiden. Gebruik bijvoorbeeld de keuzekaart voor diabetes type 2.
Wanneer bellen bij medicijnen bij diabetes type 2?

Wanneer bellen bij medicijnen bij diabetes type 2?

112: Iemand moet direct 112 bellen als je bewusteloos bent.

Spoed: In deze situaties bel je direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost. Of je vraagt iemand anders om snel te bellen:

  • Je hebt suiker gegeten of gedronken. Maar je bloedsuiker blijft lager dan 3,9.
  • Je reageert niet meer goed als iemand iets tegen je zegt.
  • Je haalt moeilijk adem.
  • Je bent in de war.
  • Je gaat beven, zweten of gapen. En suiker helpt niet.
  • Je wordt 's ochtends onrustig wakker. En suiker helpt niet.
  • Je krijgt hoofdpijn en ziet wazig of dubbel. En suiker helpt niet.
  • Je plast niet of heel weinig. En je hebt dorst.
  • Je geeft over.

In deze situaties bel je dezelfde dag je huisarts of de huisartsen-spoedpost:

  • Je hebt een ontsteking. Bijvoorbeeld een longontsteking, huidontsteking of blaasontsteking.
  • Je bent ziek met koorts, overgeven of diarree.
  • Je hebt heel veel dorst.
  • Je hebt als vrouw pijn in je vagina. Ook zijn je schaamlippen rood en dik.
  • Je hebt als man een pijnlijke en dikke balzak.

Bel deze week je huisarts als je een wond aan je voet hebt die niet geneest.

De huisarts vertelt wat je moet doen met je medicijnen. Misschien moet je direct met je medicijnen stoppen.

Meer informatie over diabetes type 2
Over deze tekst
NHG
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?