In het kort
- Bij hypochondrie denkt u vaak dat u een erge ziekte heeft.
- U let steeds op uw lichaam en voelt daardoor van alles.
- Bij klachten die iedereen wel eens heeft, denkt u meteen dat u erg ziek bent. Bijvoorbeeld bij een steek, jeuk of kramp.
- U blijft bang. Ook als een arts u goed onderzoekt en alles in orde is.
- U kunt zelf dingen doen om uw angst minder te maken.
- Het kan helpen om met een psycholoog te praten.
Wat is hypochondrie?
Bij hypochondrie bent u steeds bang dat u een erge ziekte heeft. Ook als een arts u goed heeft onderzocht en alles in orde is.
Mensen met hypochondrie hebben veel last van deze angst.
Wat merk ik van hypochondrie?
- U let steeds op uw eigen lichaam en voelt daardoor van alles.
- Bij klachten die iedereen wel eens heeft, denkt u meteen dat u heel ziek bent.
Bijvoorbeeld bij een steek, jeuk, kramp, hoofdpijn of een droge mond. - U blijft bang voor een erge ziekte. Ook als een arts u goed onderzoekt en alles in orde is.
- Het is bijna niet mogelijk om u gerust te stellen. U blijft zich zorgen maken.
Op momenten dat u erg angstig bent, kunt u deze dingen merken:
- hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizelig zijn en beven
- moeilijker ademen of een vervelend gevoel op de borst
- tintelingen of niet meer goed voelen van uw handen of voeten
- een droge mond, misselijk zijn, klachten van uw maag, overgeven (braken) of diarree
- hoofdpijn, rood worden of flauwvallen
- niet meer goed weten wie u bent en waar u bent
- voelen alsof u de controle over uzelf verliest, gek wordt of doodgaat
Angst kan zorgen voor klachten in uw lichaam. Die klachten maken u dan nog banger. De angst en de klachten maken elkaar zo steeds sterker.
Hoe ontstaat hypochondrie?
Er is niet 1 duidelijke oorzaak van hypochondrie.
Deze dingen kunnen een rol spelen:
- opvoeding en ervaringen
Hoe iemand met angst en klachten van het lichaam omgaat, lijkt voor een deel ook aangeleerd te zijn. Hoe u bent opgevoed en wat u heeft meegemaakt spelen hierbij een rol. - gevoelig zijn voor angst
Sommige mensen krijgen sneller last van angstklachten dan anderen. We weten niet precies hoe dat komt. - erfelijkheid
In sommige families komen angstklachten vaker voor.
Adviezen bij hypochondrie
U kunt zelf dingen doen om uw angst minder te maken.
Schrijf angstige momenten in een dagboek
Schrijf per dag op wanneer u een angstig moment heeft. Schrijf op waarom u dingen die u voelt in uw lichaam niet vertrouwt.
- Wat gebeurt er met u als u voelt dat u angstig wordt? Wat merkt u in uw lichaam? Gaat u bijvoorbeeld zweten of gaat uw hart sneller kloppen?
- Wat denkt u dan? Denkt u direct dat u een erge ziekte heeft?
- En wat doet u dan? Probeert u de angst minder te voelen met alcohol, drugs of medicijnen die u rustig maken? Of gaat u de angst bijvoorbeeld uit de weg door in bed te gaan liggen of veel te eten?
Kijk naar uw bange gedachten
Bekijk of het klopt dat u bij alles wat u voelt (pijn, jeuk, kramp) meteen denkt aan een erge ziekte. Kijk dan eens goed of die bange gedachten wel kloppen. En of er wel echt een reden is voor uw angst. Vaak is dit niet zo.
Bedenk positieve gedachten
Maak van uw bange gedachten positieve gedachten. Bedenk een oorzaak voor uw klachten die niet kwaad kan.
Bijvoorbeeld: ‘Mijn hoofdpijn kan ook komen doordat ik slecht heb geslapen.’ Of: ‘Mijn hart klopt snel omdat ik bang ben. Het is normaal dat mijn hart zo reageert.’
Schrijf deze positieve gedachten op. U kunt ze dan op moeilijke momenten nog eens lezen.
Ga wat doen en vraag om hulp
Schrijf op wat u vanaf nu gaat doen als u zich angstig voelt. Bijvoorbeeld:
- rustig ademen om te ontspannen
- even een stukje wandelen
- iemand bellen
Laat mensen om u heen u helpen. Vertel hen waar u bang voor bent. De meeste mensen begrijpen dat goed.
Leer omgaan met uw angst
Ga de angst niet uit de weg en probeer de angst niet minder te voelen met bijvoorbeeld alcohol, drugs of medicijnen die u rustig maken. Dat lijkt misschien even te helpen. Maar u leert niet met de angst om te gaan. Na een tijd wordt uw angst daardoor alleen maar erger.
Behandeling van hypochondrie
Als u last heeft van hypochondrie is het goed om uw huisarts om hulp te vragen. Met uw huisarts zoekt u naar de beste aanpak voor uw hypochondrie.
- In het begin gaat u meestal elke week (of 1 keer in de 2 weken) naar uw huisarts om te praten over hoe het gaat.
- Als u een dagboek heeft bijgehouden, kan het helpen om daar met uw huisarts over te praten. U kunt uw angst er beter door begrijpen. En u leert hoe de dingen die u doet invloed hebben op uw angst.
- Vaak kunt u zelf dingen doen om uw angst minder te maken. U spreekt steeds met uw huisarts af wanneer u weer langskomt om te vertellen hoe dat gaat.
- Door praten en oefenen leert u veranderen hoe u denkt. En u leert om anders te reageren op angst. We noemen dit cognitieve gedragstherapie. U krijgt zo weer vertrouwen in uw eigen lichaam.
Een praktijkondersteuner of een psycholoog kan u ook helpen als dat nodig is. Uw huisarts kan u doorsturen.
Medicijnen lijken bij hypochondrie meestal niet te helpen.
Hoe gaat het verder met hypochondrie?
Na een tijd lukt het veel mensen om nog maar weinig last te hebben van hypochondrie.
De angst voor een erge ziekte komt soms weer terug. Ga dan weer naar uw huisarts. Of maak een afspraak met de psycholoog die u geholpen heeft.
Meer informatie over hypochondrie
- Een telefonische hulplijn en trainingen (ook voor partners en familie): Angst, Dwang en Fobie stichting (ADF).
Daar kunt u ook terecht voor contact met andere mensen met hypochondrie.
We hebben de informatie over hypochondrie gemaakt met de richtlijn voor huisartsen over angst.