In het kort
- Ziet je kind heel slecht?
- Dan onderzoekt de oogarts wat je kind ziet.
- Soms kan je kind een bril of behandeling krijgen om beter te zien. Of te zorgen dat het niet slechter gaat zien.
- Helpt een behandeling niet genoeg en blijft je kind slecht zien?
- Dan kan je kind naar een revalidatie-centrum.
- Hier krijgt je kind hulp om te leren omgaan met slecht zien.
Wat merk je als je kind slecht ziet?
Als je kind slecht ziet, kun je dat aan deze dingen merken:
- Je kind kijkt je niet aan. De ogen volgen je niet.
- De ogen van je kind wiebelen of trillen.
- De ogen van je kind zien er anders uit. Bijvoorbeeld kleiner of groter. Of de pupil is wit.
- Je kind knijpt de ogen dicht in het licht. Of doet de handen voor de ogen.
- Je kind struikelt en zoekt in het donker. Of heeft juist last van veel licht.
- Je kind moet dichterbij zijn om iets goed te kunnen zien.
Hoe komt het dat je kind slecht ziet?
Als je kind slecht ziet of blind is, kan dat meerdere oorzaken hebben. Zoals:
- Een probleem in het oog. Bijvoorbeeld van de lens, het netvlies of de oogzenuw.
- Een erfelijke ziekte. Bijvoorbeeld van het netvlies of de oogzenuw.
- Tijdens de zwangerschap zijn de ogen niet goed ontwikkeld. Of er is rond de geboorte schade aan de hersenen of de ogen ontstaan.
- De hersenen verwerken niet goed wat het oog ziet.
Welke onderzoeken kan je kind bij de oogarts krijgen?
De oogarts en de orthoptist onderzoeken wat je kind ziet. Bijvoorbeeld:
- veraf en dichtbij
- verschillende dingen tegelijk
- kleuren
- hoeveel je kind kan zien zonder het hoofd te bewegen. Dit heet het gezichtsveld.
De arts bekijkt ook de ogen van je kind. En kijkt daarbij naar de volgende dingen:
- het netvlies
- de oogzenuw
- de andere delen van de ogen
- welke bewegingen de ogen maken
Ook kun je als ouder of verzorger een vragenlijst krijgen om in te vullen. Deze vragen gaan over wat je merkt aan je kind.
Welke behandeling kan je kind krijgen?
Er zijn behandelingen waardoor je kind weer beter kan zien. Bijvoorbeeld een operatie. Soms kan je kind ook beter gaan zien met een bril. Samen met de oogarts bespreek je welke behandeling het beste is voor je kind.
Soms is er geen behandeling mogelijk om je kind beter te laten zien. Dan kan de oogarts je kind doorsturen naar een revalidatie-centrum. Daar kunnen oogartsen nog meer onderzoek doen naar de ogen van je kind.
Het revalidatie-centrum helpt je kind en jou om te leren omgaan met slecht zien. De mensen van het revalidatie-centrum bespreken met jou wat bij jouw kind helpt en werkt. Dat is niet bij ieder kind hetzelfde. Daarom kijken ze wat jouw kind nodig heeft.
Wie kan jou en je kind helpen?
Hulp voor je kind
In het revalidatie-centrum kan je kind hulp krijgen bij de volgende dingen:
- spelen met vriendjes
- spelen met speciaal speelgoed
- voorbereiding op school
- bewegen, bijvoorbeeld fietsen of sporten
Je kind kan deze hulp ook krijgen op een kinderdagverblijf of een peutergroep.
Hulp voor jou als ouder of verzorger
Ook als ouder kun je hulp krijgen. Er zijn gespreksgroepen waar je met andere ouders van blinde of slechtziende kinderen kunt praten. Bijvoorbeeld over praktische dingen. En ook over wat je moeilijk vindt.
Meer informatie over slecht zien bij kinderen
- Hulp, advies en informatie over slecht zien bij kinderen: Bartimeus en Koninklijke Visio.
- Informatie en contact met ouders van slechtziende kinderen: Oogvereniging.
- Wat andere mensen vinden van een arts of zorg-organisatie: Zorgkaart Nederland.
Over deze tekst
We hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor artsen over slecht zien.