Mijn kind wordt behandeld voor een aardbeivlek

In het kort

In het kort

  • Aardbeivlekken worden meestal behandeld met medicijnen tegen hartproblemen.
  • De medicijnen zorgen ervoor dat de aardbeivlek minder snel groeit en sneller kleiner wordt.
  • Ze kunnen bijwerkingen geven, zoals
    • oprispingen, spugen, verstopping en diarree
    • slaapproblemen
    • koude handen en voeten
  • Na de behandeling kan er een litteken of uitgerekte huid overblijven. Dat kan met een operatie worden weggehaald.
  • Wijde bloedvaatjes kunnen met een laser weggehaald worden.
Behandeling bij een aardbeivlek bij uw kind

Behandeling bij een aardbeivlek bij uw kind

Voor de behandeling van een aardbeivlek stuurt de huisarts uw kind door naar een speciale afdeling in een ziekenhuis. Daar werken artsen en verpleegkundigen die specialist zijn in aardbeivlekken.

Welke behandeling uw kind krijgt, hangt bijvoorbeeld af van:

  • hoe groot de aardbeivlek is
  • of de aardbeivlek op een gevaarlijke of vervelende plek zit
  • of de aardbeivlek ontstoken is of bloedt
  • de leeftijd van uw kind
  • de kans op littekens.

Aardbeivlekken worden meestal behandeld met bètablokkers. Dit zijn medicijnen die mensen met hartproblemen of hoge bloeddruk ook krijgen.

Door de medicijnen stopt de groei van de aardbeivlek en wordt hij sneller kleiner. Hierdoor is de kans op ontstekingen en littekens kleiner.

Bètablokkers kunnen bijwerkingen geven. Uw kind wordt voor de behandeling onderzocht door een kinderarts.

Werken deze medicijnen niet goed? Of heeft uw kind last van bijwerkingen? Dan wordt kan de arts de hoeveelheid medicijnen (dosering) veranderen.

Heel soms wordt een aardbeivlek weggehaald met een operatie. Dit gebeurt alleen als medicijnen niet werken.

Medicijnen bij een aardbeivlek (atenolol/propranolol)

Medicijnen bij een aardbeivlek (atenolol/propranolol)

Bètablokkers kunnen bijwerkingen geven. Voor de behandeling wordt uw kind onderzocht door een kinderarts.

Uw kind kan het medicijn op 2 manieren krijgen:

Een drankje

  • Uw kind krijgt 1 of 2 keer per dag een drankje met propranolol.
    Heeft uw kind astma? Dan krijgt het een drankje met atenolol.
  • U spuit het drankje met een spuitje in de mond. U kunt de vloeistof tegen de binnenkant van de wang spuiten.
    Vindt uw kind het vies? Dan mag u het mengen met babymelk.
  • De hoeveelheid (dosering) van het medicijn wordt langzaam opgebouwd tot uw kind precies genoeg krijgt.
  • Uw kind komt regelmatig op controle. Zo kan de arts kijken of de medicijnen werken en of uw kind last heeft van bijwerkingen.
    In sommige ziekenhuizen worden kinderen eerst een paar dagen in het ziekenhuis opgenomen. Ook kan de behandeling worden gestart tijdens een dagopname. Uw kind gaat dan aan het einde van de dag weer naar huis.
  • Vaak duurt de behandeling 6 maanden of langer en tot uw kind 1 jaar is. U hoort van de arts hoe lang uw kind het medicijn krijgt.
  • Stop niet eerder met het medicijn. Dan kan de aardbeivlek namelijk weer groter worden.

Druppels op de vlek

Misschien krijgt uw kind druppels. Dat kan als het een kleine aardbeivlek is die niet diep in de huid zit en bijna niet boven de huid uitkomt.

In de druppels zitten bètablokkers (timolol).

  • U doet 1 of 2 druppels op de aardbeivlek.
  • Dit doet u 2 keer per dag.

atenolol

Atenolol behoort tot de bètablokkers. Het verlaagt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en vermindert de zuurstofbehoefte van het hart.

Artsen schrijven het voor bij angina pectoris, hartritmestoornissen, migraine, hartinfarct, hoge bloeddruk, een te snelle schildklierwerking, angstgevoelens en gespannenheid en essentiële tremor (trillen).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

propranolol

Propranolol behoort tot de bètablokkers. Het verlaagt de bloeddruk, vertraagt de hartslag en zorgt ervoor dat uw hart minder zuurstof nodig heeft.

Artsen schrijven het voor bij hoge bloeddruk, een pijnlijk en drukkend gevoel op de borst (angina pectoris), hartritmestoornissen, om migraine te voorkomen, essentiële tremor (trillen), angstgevoelens en gespannenheid, een te snel werkende schildklier en bij een hartaanval (hartinfarct).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Welke bijwerkingen kan mijn kind krijgen van bètablokkers?

Welke bijwerkingen kan mijn kind krijgen van bètablokkers?

Een drankje of druppels met bètablokkers kan bijwerkingen geven, zoals:

  • een piepende ademhaling, benauwdheid (bij kinderen die verkouden zijn en astma of allergieën hebben)
  • diarree, overgeven, misselijkheid, buikpijn en minder goed eten. Deze klachten komen vooral voor aan het begin van de behandeling.
  • koude handen en voeten. U kunt uw kind warme sokken en handschoenen aantrekken.
  • moeilijk in slaap komen, onrustig slapen/dromen
  • een lage bloedsuiker als uw kind te weinig eet.
Hoe gaat het verder na de behandeling van een aardbeivlek?

Hoe gaat het verder na de behandeling van een aardbeivlek?

Na de behandeling kan een aardbeivlek terugkomen. Dit gebeurt bij ongeveer 20 van de 100 kinderen.

De kans daarop is groter:

  • bij meisjes
  • als de behandeling is gestopt voordat uw kind 1 jaar is
  • bij aardbeivlekken die (voor een deel) diep in de huid zitten.

Als de aardbeivlek terugkomt kan de behandeling opnieuw gestart worden.

Als een aardbeivlek weg is, kan de huid er anders uit blijven zien. Bijvoorbeeld:

  • een litteken
  • uitgerekte huid
  • rode vlekjes of wijde bloedvaatjes.

Bij littekens en uitgerekte huid kan uw kind geopereerd worden door een plastisch chirurg. U kunt met de arts bespreken wat daarvoor een goed moment is.

Rode vlekjes en bloedvaatjes kunnen met een laserbehandeling worden weggehaald. Ook daarover kunt u met de arts overleggen.

Wanneer de arts bellen bij de behandeling van een aardbeivlek?

Wanneer de arts bellen bij de behandeling van een aardbeivlek?

Maak een afspraak bij de arts:

  • als de aardbeivlek pijn doet
  • als er korstjes of wondjes op de aardbeivlek zitten
  • als de aardbeivlek grijs of wit is geworden (als uw kind jonger is dan 6 maanden)
  • als u denkt dat de aardbeivlek ontstoken is
  • als er pus uit de aardbeivlek komt
  • als de aardbeivlek bloedt
  • als u vindt dat de aardbeivlek snel groeit of verandert
  • als uw kind door de aardbeivlek minder goed eet of drinkt
  • als u zich zorgen maakt
  • als uw kind last heeft van bijwerkingen van de medicijnen
    • een piepende ademhaling, benauwdheid (bij kinderen met astma)
    • diarree, overgeven, buikpijn en minder goed eten
    • koude handen en voeten
    • een lage bloedsuiker (bij kinderen met diabetes).
Meer informatie over een aardbeivlek

Meer informatie over een aardbeivlek

Meer informatie over aardbeivlekken vindt u bij:

  • Hevas, een ouder- en patiëntenvereniging. Ze organiseren ook lotgenotencontact.

We hebben de teksten over aardbeivlekken gemaakt met de richtlijn infantiele hemangiomen.

FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?