Ik heb artrose in mijn hand en ga naar het ziekenhuis

In het kort

De arts in het ziekenhuis onderzoekt je hand. En soms ook andere gewrichten.
Meestal is dit een reumatoloog of een hand-chirurg.
Er zijn 4 behandelingen: oefeningen, hulpmiddelen, medicijnen en een operatie.
Je bespreekt met de arts welke behandeling voor jou het beste is.

Welk onderzoek krijg je in het ziekenhuis bij artrose in de hand?

De arts onderzoekt je hand. Als niet duidelijk is waar je klachten door komen, onderzoekt de arts soms ook andere gewrichten. Meestal is deze arts een reumatoloog of een hand-chirurg.

Met de arts bespreek je welke behandelingen je hebt gekregen van de huisarts. Dat heeft namelijk invloed op welke behandeling je in het ziekenhuis kunt krijgen.

Het is meestal niet nodig dat de arts röntgenfoto's maakt. Dat zijn foto's van de binnenkant van je hand.

Welke behandelingen kun je krijgen in het ziekenhuis bij artrose van de hand?

De arts, verpleegkundige of hand-therapeut in het ziekenhuis geeft je uitleg over artrose van de hand. En hoe je het beste met je klachten kunt omgaan. Ze helpen ook je bij het kiezen van een behandeling.

In het ziekenhuis kun je deze behandelingen krijgen:

Behandeling met oefeningen

Met oefeningen kun je je spieren sterker maken. En leren je hand beter te bewegen en hem veel te blijven gebruiken. Zo wordt de pijn vaak minder.

Behandeling met hulpmiddelen

Je krijgt een brace of spalk. Dit wordt ook wel een orthese genoemd. Deze zit meestal vast om je hand en pols. Het steunt of beschermt de gewrichten in je hand. Daardoor wordt de druk op je gewrichten kleiner. Zo kun je je hand beter gebruiken. En heb je minder pijn.

Je kunt ook hulpmiddelen krijgen die je helpen bij de dingen die je elke dag doet. Bijvoorbeeld een speciale muis bij de computer. Of een speciale pen om makkelijker te kunnen schrijven.

Behandeling met medicijnen

Je kunt verschillende soorten medicijnen krijgen:

een medicijn dat werkt tegen pijn en ontstekingen
Dit medicijn heet een NSAID. Hiervan zijn 2 soorten:
- crème of gel die je op de plek smeert waar je last hebt
  Het voordeel is dat dit weinig of geen bijwerkingen geeft.
- pillen
  Je kunt deze gebruiken als een crème of gel niet genoeg helpt. Het beste is om deze zo kort en zo weinig mogelijk te gebruiken.
een prik in je gewricht die helpt tegen de pijn
In de prik zit een hormoon dat ontstekingen remt (corticosteroïd). Het verschilt per soort artrose of dit tegen de pijn helpt. De artrose gaat hier niet mee weg.
pillen met hormonen (prednison)
Deze helpen tegen pijn en ontstekingen. Je krijgt deze pillen alleen bij een ontsteking van een gewricht. Je mag deze pillen maar kort gebruiken.
pillen met chondroïtine
Het is niet zeker of deze pillen werken bij artrose van de hand.

Operatie

Je kunt soms een operatie krijgen als andere behandelingen niet genoeg hebben geholpen.
De arts die de operatie doet is een hand-chirurg.

Deze 4 operaties zijn mogelijk:

De arts haalt het stukje bot weg dat artrose heeft.
Meestal is dit het handwortelbeentje van het gewricht van de duim. Zonder dat botje heb je meestal minder pijn.
De arts zet het gewricht vast dat pijn geeft.
Deze doet dat met staaldraadjes, een schroef of een metalen plaatje. De pijn aan het gewricht van je hand of vingers wordt dan minder.
De arts haalt het gewricht weg dat pijn geeft. En zet er een kunst-gewricht voor terug.
Op deze plek zet de arts een gewricht van metaal of kunststof. De pijn wordt dan minder. Je kunt je hand weer beter bewegen.
De arts snijdt de zenuwen door die naar je vingers gaan.
Je kunt dan nog steeds voelen met je vingers, maar je hebt minder of geen pijn.

chondroitine

Chondroïtine is een lichaamseigen stof die voorkomt in bindweefsel, kraakbeen, pezen en huid. Het is een bouwstof van kraakbeen.

Het is te gebruiken bij artrose.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

prednison

Prednison is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednison voor bij:

Ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals COPD), reumatische aandoeningen (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), de ziekte van Duchenne (spierziekte), Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), bij nierziektes, zoals het nefrotisch syndroom en bij netelroos. Ook bij ontstekingen bij tuberculose (van het hartzakje en van de hersenen).
Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt: in een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur) en in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
Prednison wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom. Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.

Ziektes waarbij prednison wordt gebruikt zijn: