Mijn kind heeft vaak blaasontsteking

In het kort

Uw kind kan vaker blaasontsteking hebben door bijvoorbeeld:
- weinig poepen met harde, droge poep
- de plas te lang ophouden
- plas die terugstroomt naar de nieren
De kinderarts of uroloog onderzoekt wat de oorzaak is bij uw kind.
Geef uw kind eten met veel vezels. Laat uw kind ook veel bewegen en regelmatig poepen.
Oefen met uw kind om naar de wc te gaan als uw kind moet plassen.
Als de plas terugstroomt, kan uw kind een lange tijd medicijnen nodig hebben.

Wat is een blaasontsteking bij mijn kind?

Bij een blaasontsteking is de binnenkant van de blaas ontstoken. Dat komt door bacteriën.

Kinderen hebben meer kans dat ze ook een ontsteking van het nierbekken krijgen. Dit kan de nieren beschadigen.

Waardoor heeft mijn kind vaak blaasontsteking?

Meisjes krijgen vaker een blaasontsteking dan jongens. Dat komt omdat meisjes een kortere plasbuis hebben. Ook ligt de plasbuis dichter bij de anus (poepgat). Bacteriën uit de poep kunnen zo makkelijk van de anus naar de blaas.

Soms is er nog iets waardoor een kind vaak blaasontsteking krijgt:

weinig poepen en harde, droge poep (verstopping). Als de darm vol poep zit, drukt dat tegen de blaas. Uw kind kan dan de blaas niet goed leeg plassen.
weinig drinken. Als uw kind weinig drinkt, plast het weinig. Dat geeft meer kans op blaasontsteking.
de blaas niet helemaal leeg plassen. In de plas in de blaas kunnen bacteriën groeien. Dit geeft mogelijk meer kans op een blaasontsteking. Het is niet zeker of dit echt zo is.
de urine stroomt van de blaas terug naar de nieren.
problemen van de blaas of nieren bij de geboorte. Bijvoorbeeld een te nauwe plasbuis of klepjes in de plasbuis.

Een blaasontsteking is niet besmettelijk.

Onderzoeken in het ziekenhuis als mijn kind vaak blaasontsteking heeft

Als uw kind vaak blaasontsteking heeft, is het belangrijk om de oorzaak daarvan te weten. De huisarts stuurt uw kind door naar de uroloog of kinderarts.

De arts stelt allerlei vragen. Bijvoorbeeld of er in de familie problemen met de nieren of blaas voorkomen. En of uw kind moeite heeft met plassen of poepen.
De arts meet de bloeddruk en voelt aan de buik van uw kind. Ook kijkt de arts of de plasbuis er normaal uitziet.
Vaak wordt de plas van uw kind weer onderzocht (dit heet een kweek). Dit laat zien hoeveel bacteriën er in de plas zitten en welk soort bacteriën.
U krijgt de uitslag meestal na 5 tot 7 dagen.
Blaasontsteking kan komen door problemen aan de nieren of blaas. Om te weten of uw kind zulke problemen heeft, zijn soms ook deze onderzoeken nodig:
- Een echo van de nieren en blaas:
  De specialist of laborant beweegt een apparaatje over de buik van uw kind. Het onderzoek gaat met geluidsgolven.
  Op een beeldscherm is te zien hoe de nieren en blaas eruit zien. En of de urine goed kan wegstromen.
  Een echo duurt ongeveer een halfuur.
  Een echo doet geen pijn en is niet gevaarlijk.
- Een DMSA-scan.
  Dit is om te kijken of er schade in de nieren is door de ontstekingen. Dit onderzoek krijgt uw kind ongeveer 6 maanden na de ontsteking van de blaas of het nierbekken.
  Uw kind krijgt een prik in de arm met radioactieve vloeistof. Dit is niet gevaarlijk. De nieren nemen deze vloeistof op. Na 2 uur wordt een scan gemaakt.
- Röntgenfoto's van de blaas.
  Uw kind kan dit onderzoek krijgen als bij de echo afwijkingen zijn gevonden.
  Uw kind krijgt contrastmiddel in de blaas. Dit gaat met een slangetje via de plasbuis. Dat kan een vervelend gevoel geven.
  Dan worden röntgenfoto’s gemaakt. Op de foto’s kan de arts zien hoe de plas stroomt. Bijvoorbeeld dat de plas terugstroomt of dat er een vernauwing is.
  Bij dit onderzoek krijgt uw kind heel weinig straling. Dit is niet gevaarlijk.
- Misschien krijgt uw kind ook nog bloedonderzoek. Bijvoorbeeld om te kijken of de nieren goed werken.

Behandeling als mijn kind vaak blaasontsteking heeft

Is er ontdekt waarom uw kind vaak blaasontsteking heeft? Dan krijgt uw kind een behandeling voor die oorzaak. Bijvoorbeeld:

Heeft uw kind last van verstopping? Volg dan de adviezen om zachte poep te krijgen, zoals:
- Geef uw kind elke dag eten waar veel vezels inzitten.
- Zorg dat uw kind elke dag minimaal een uur flink beweegt (buiten spelen, rennen, fietsen, voetballen, et cetera).
- Poeptraining kan ook helpen. Bekijk het filmpje over poeptraining.
- Soms zijn ook medicijnen nodig.
Heeft uw kind problemen met plassen? Bijvoorbeeld (een beetje) in de broek plassen, te vaak plassen of de plas lang ophouden?
- Het is belangrijk dat uw kind de blaas helemaal leeg plast.
- U kunt dit uw kind leren.
- Volg de adviezen om uw kind beter te leren plassen.
Is het probleem dat er plas van de blaas naar de nieren terugstroomt?
- Dan krijgt uw kind meestal medicijnen tegen bacteriën (antibiotica).
- Die moet uw kind dan langere tijd gebruiken.
- Dat voorkomt nieuwe ontstekingen.

Kijk voor meer informatie en adviezen bij Hoe voorkom ik blaasontsteking bij mijn kind?

Wanneer bellen als mijn kind vaak blaasontsteking heeft?

Bel direct de huisarts of huisartsenpost als u denkt dat uw kind weer een blaasontsteking heeft. U merkt dit aan 1 of meer van deze klachten:

Uw kind moet vaak plassen. Maar hij/zij plast steeds maar een klein beetje.
Het plassen doet pijn. Of het gevoel te moeten plassen doet pijn.
Uw kind heeft pijn in de onderbuik of rug.
De plas van uw kind is troebel. Of er zit bloed in.
De plas ruikt vies.
Uw kind plast ineens weer in zijn/haar broek.
Uw kind heeft koorts (38 graden of hoger).
Bij jongere kinderen of baby's: koorts, veel huilen of overgeven.

Meer informatie over blaasontsteking bij kinderen

We hebben de informatie over blaasontsteking gemaakt met:

de richtlijn voor huisartsen: de NHG-Standaard Urineweginfecties
de richtlijn voor specialisten: Urineweginfecties bij kinderen