In het kort
- Bij een functioneel-neurologische stoornis gaat er iets mis met de signalen van je hersenen naar delen van je lichaam.
- Je kunt bijvoorbeeld je armen of benen niet meer bewegen, je raakt bewusteloos of je krijgt problemen met praten, slikken, zien of horen.
- Meestal gaan de klachten binnen een paar maanden weg, soms al binnen een dag.
- Met je arts bespreek je hoe je kunt omgaan met de klachten.
- Blijven de klachten langer? Dan kan bijvoorbeeld een psycholoog of fysiotherapeut je verder helpen.
Wat is een functioneel-neurologische stoornis?
Bij een functioneel-neurologische stoornis zorgen je hersenen ervoor dat sommige delen van je lichaam tijdelijk niet goed werken.
Je kunt verschillende klachten krijgen, bijvoorbeeld:
- je kunt je armen of benen niet meer bewegen
- je raakt bewusteloos
- je krijgt problemen met praten, zien of horen
Bij onderzoek zijn er geen afwijkingen te vinden aan je hersenen, zenuwen of spieren.
Een functioneel-neurologische stoornis komt voor bij mannen en vrouwen, en op alle leeftijden.
In het verleden werd functioneel-neurologische stoornis een conversiestoornis genoemd.
Wat merk je van een functioneel-neurologische stoornis?
Bij een functioneel-neurologische stoornis kun je verschillende klachten krijgen. Bijvoorbeeld:
- Verlamming van één of meer armen of benen: je kunt plotseling een been of arm niet meer bewegen.
- Een raar gevoel in een arm of been, zoals een tinteling.
- Geen gevoel in een arm of been.
- 'Wegraken': andere mensen krijgen geen contact meer met je.
- Trillen of spastische bewegingen: je arm beweegt zonder dat je daar controle over hebt.
- Je kunt ineens niet meer praten, zien of horen. Of je hebt moeite met slikken.
De klachten zijn echt, je doet niet alsof. Je kunt meerdere klachten tegelijk hebben en de klachten kunnen veranderen.
Bij onderzoek vindt de arts geen afwijkingen aan je hersenen, zenuwen of spieren.
Wat is de oorzaak van een functioneel-neurologische stoornis?
Wetenschappers weten nog niet precies wat de oorzaak van een functioneel-neurologische stoornis is. Het is wel duidelijk dat er iets misgaat met de signalen van de hersenen naar verschillende delen van het lichaam. De signalen komen niet of verkeerd aan bij een deel van het lichaam.
Soms ontstaat een functioneel-neurologische stoornis na het meemaken van een heftige gebeurtenis. Bijvoorbeeld als iemand een kind verliest, bij een plotseling ontslag, een grote operatie of een ongeluk.
Onderzoeken bij een functioneel-neurologische stoornis
Als je voor het eerst klachten hebt die passen bij een functioneel-neurologische stoornis, stuurt de huisarts je waarschijnlijk door naar een arts in het ziekenhuis die veel weet van zenuwen (de neuroloog). Soms lijkt een functioneel-neurologische stoornis namelijk erg op andere ziektes van de zenuwen, zoals een herseninfarct of epilepsie.
De arts luistert naar je verhaal en doet misschien een lichamelijk onderzoek. Als de arts twijfelt, kunnen meer onderzoeken nodig zijn. Deze tijd met onderzoeken is voor veel mensen een onzekere tijd.
Wat kunnen de gevolgen zijn van een functioneel-neurologische stoornis?
Een functioneel-neurologische stoornis kan tijdelijk veel gevolgen hebben voor je leven. Je kunt bijvoorbeeld niet meer alles doen wat je normaal deed, in je privéleven, in relaties met anderen of in je werk. Dat betekent soms dat je tijdelijk dingen anders moet doen. En dat je er rekening mee moet houden dat je niet alles meer kunt doen.
Misschien schaam je je ook voor de klachten. Of krijg je te maken met onbegrip. Zegt iemand iets vervelends? Praat er dan over met hem of haar. Of bespreek met je zorgverlener hoe je het beste met vervelende reacties omgaat.
Misschien ben je ook ongerust. Je kunt bang zijn dat de klachten vaker terugkomen of dat je gehandicapt wordt. Dat is gelukkig bijna nooit zo.
De klachten bij een functioneel-neurologische stoornis gaan meestal weer over. Bij sommige mensen gaan niet alle klachten helemaal weg.
Adviezen bij een functioneel-neurologische stoornis
Het kan helpen om de mensen in je omgeving te vertellen over de functioneel-neurologische stoornis. Vertel dat de klachten plotseling kunnen beginnen en dat je daar niks aan kunt doen. Je omgeving begrijpt je situatie dan beter.
Raak je wel eens plotseling het contact met je omgeving kwijt? Dan is het verstandig om de mensen om je heen te vertellen wat ze dan kunnen doen. Geef daarbij aan wat je prettig vindt. Zo zorg je ervoor dat mensen niet bang worden of in paniek raken.
Als je niet kunt werken, bespreek dan op tijd met je bedrijfsarts wat er met je is. Overleg met de arts wanneer je weer langzaam kunt beginnen.
Het kan handig zijn om iemand mee te nemen naar een gesprek met je arts. Bijvoorbeeld een familielid of een vriend.
Behandeling van een functioneel-neurologische stoornis
Als het duidelijk is dat je een functioneel-neurologische stoornis hebt, bespreek je met de huisarts of de arts in het ziekenhuis hoe die je kan helpen bij je klachten. Welke behandeling nodig is, hangt af van je klachten en je persoonlijke situatie.
Bij de meeste mensen gaan de klachten over. Dat kan binnen een dag zijn, maar het kan ook een paar maanden duren. Soms houdt iemand langer klachten. Dat komt niet vaak voor.
De volgende zorgverleners kunnen helpen bij de behandeling:
- De huisarts of neuroloog
Met de huisarts of neuroloog bespreek je hoe het gaat met je herstel. Je bespreekt hoe jij zelf en de mensen uit je omgeving omgaan met de klachten. Als het niet beter gaat, is er misschien iets in je situatie waardoor het herstel niet goed gaat. Samen bekijk je wat het beste voor jou is. - Psycholoog of psychiater
Herstel je niet goed? Dan kan het helpen om met een psycholoog of psychiater te praten. Samen met jou kijken zij waardoor je niet goed herstelt. Ook kan een psycholoog of psychiater je helpen om goed om te gaan met de functioneel-neurologische stoornis. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je last hebt van angst of somberheid door de functioneel-neurologische stoornis. - Andere zorgverleners
Afhankelijk van je klachten kunnen andere zorgverleners je ook ondersteunen. Heb je bijvoorbeeld geen kracht meer in delen van je lichaam, of kun je ze niet meer bewegen? Dan kun je naar een (psychosomatisch) fysiotherapeut gaan. Ook een hypnotherapeut kan je misschien helpen.
Medicijnen bij functioneel-neurologische stoornis
Er bestaan geen medicijnen voor een functioneel-neurologische stoornis.
Soms krijg je toch medicijnen voor de gevolgen van de functioneel-neurologische stoornis, bijvoorbeeld:
- een pijnstiller, als je pijn hebt door de functioneel-neurologische stoornis
- een antidepressivum, als je depressief of angstig bent door de functioneel-neurologische stoornis
- een slaapmiddel, als je slaapproblemen hebt door de functioneel-neurologische stoornis
Wanneer moet je contact opnemen bij een functioneel-neurologische stoornis?
Je spreekt met je behandelaar af in welke situaties en bij welke verschijnselen je contact moet opnemen.
Er zijn ook situaties dat de mensen met wie je woont of werkt je behandelaar moeten bellen. Vertel dit aan ze.
Meer informatie over functioneel-neurologische stoornis
Gegevens van psychologen, psychotherapeuten en psychiaters vind je bij Kiezen in de ggz.
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor behandelaars over conversiestoornis.