In het kort
- Diabetes geeft een grotere kans op problemen tijdens en na de bevalling.
- Daarom bevallen vrouwen met diabetes in het ziekenhuis.
- De bevalling wordt meestal ingeleid: je krijgt medicijnen die de bevalling op gang brengen.
- De meeste vrouwen bevallen tussen de 37 en 39 weken.
- Soms is een keizersnede nodig.
Hoe gaat de bevalling als je diabetes hebt?
Diabetes geeft een grotere kans op problemen tijdens en na de bevalling. Daarom bevallen vrouwen met diabetes in het ziekenhuis. Jij en je kind kunnen dan goed in de gaten worden gehouden. Tijdens de bevalling wordt je bloedsuiker bijvoorbeeld gecontroleerd. Je krijgt een infuus met insuline of glucose als dat nodig is.
De bevalling bij vrouwen met diabetes wordt meestal ingeleid. Dat betekent dat je medicijnen krijgt die de bevalling op gang brengen.
Soms brengt de gynaecoloog een bevalling op gang door het inbrengen van een klein ballonnetje in de baarmoedermond.
Is de baby groot? Of vindt de gynaecoloog een gewone bevalling te gevaarlijk? Dan is een keizersnede nodig.
Gaat de zwangerschap goed en zijn er geen problemen, dan adviseert de gynaecoloog om tussen de 37 en 39 weken te bevallen.
Gaat het niet goed met de moeder of het kind, dan is het soms nodig om al eerder te bevallen.
insuline
Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.
Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.
Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Hoe gaat het verder na de bevalling als je diabetes hebt?
Een kinderarts controleert direct na de bevalling of alles goed gaat met de baby.
De dagen na de geboorte controleert de kinderarts de bloedsuiker van de baby. Het kindje krijgt daarvoor een prikje in de hiel. Bij een te lage bloedsuiker krijgt de baby extra voeding. Soms is een infuus met glucose nodig.
Waarschijnlijk heb je na de bevalling minder insuline nodig. Daardoor is de kans op een lage bloedsuiker (hypo) groter. Vooral als je een keizersnede hebt gehad. Of als je tijdens de bevalling niets gegeten hebt. Ook borstvoeding vergroot de kans op hypo’s. Daarom is het belangrijk om je bloedsuiker regelmatig te controleren.
Gebruikte je voor de zwangerschap andere diabetes-medicijnen? Dan kun je die in overleg met de internist weer gaan gebruiken. Je stopt dan met de insuline.
Je kunt gewoon borstvoeding geven. Dit kan ook als je nog insuline, metformine of glibenclamide gebruikt.
Wil je weer zwanger worden? Bespreek dat dan eerst met je arts.
glibenclamide
Glibenclamide is een verlager van het bloedsuiker. Het behoort tot de sulfonylureum-verbindingen. Het stimuleert de alvleesklier om insuline af te geven aan het bloed.
Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte).
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.insuline
Insuline is een injectiemiddel voor mensen met diabetes die zelf geen of onvoldoende insuline aanmaken.
Er zijn verschillende soorten insuline verkrijgbaar: kortwerkend, middellangwerkend, langwerkend en combinaties hiervan.
Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.metformine
Metformine is een verlager van de bloedsuiker. Het behoort tot de biguaniden. Het vermindert het bloedsuiker en vermindert de eetlust.
Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte) en bij verminderde vruchtbaarheid.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Meer informatie over zwangerschap en diabetes
Voor meer informatie over zwangerschap en diabetes kun je terecht bij:
- Diabetes Vereniging Nederland (DVN). Deze patiëntenvereniging heeft een Zorgwijzer Zwangerschap gemaakt.