In het kort
- Veel kinderen met downsyndroom slapen slecht.
- Dat komt vaak door slaapapneu.
- Uw kind stopt dan tijdens de slaap een paar keer even met ademen.
- De keel-neus-oor-arts, slaap-kinderarts of kinderneuroloog onderzoekt of uw kind slaapapneu heeft.
- Uw kind slaapt beter als het niet te zwaar is. Gezond eten en veel bewegen helpen daarbij.
Hoe komt het dat mijn kind slecht slaapt?
Slaapapneu
Veel kinderen met downsyndroom slapen slecht. Vaak komt dat door slaapapneu. Uw kind stopt dan tijdens de slaap een paar keer even met ademen.
Slaapapneu komt meer voor bij kinderen en volwassenen met downsyndroom. Hun spieren zijn vaak slapper. Ook in de tong, want dat is ook een spier. Daardoor kan lucht soms moeilijker van de keel naar de luchtpijp stromen tijdens de slaap. Het lichaam merkt dat het te weinig zuurstof krijgt en dan wordt uw kind wakker.
Meer dan de helft van de kinderen met downsyndroom stopt tijdens de nacht soms even met ademen. Bij een deel van die kinderen is dit zo erg dat er wat aan gedaan moet worden.
Het is vaak moeilijk om slaapapneu te herkennen. Veel kinderen hebben slaapapneu zonder dat ouders dit merken.
Andere oorzaken
Problemen met slapen kunnen ook komen door wat er overdag is gebeurd. Of door gewoontes, zoals elke dag te laat naar bed gaan. Uw kind heeft dan te veel prikkels gehad en is te moe of bang. U merkt dat misschien doordat uw kind alleen nog maar bij u in de kamer wil slapen.
Hoe merk ik dat mijn kind met downsyndroom slecht slaapt?
Kinderen die slecht slapen worden vaker wakker met hoofdpijn. Ze zijn overdag slaperig en moe. Ze kunnen niet goed hun aandacht ergens bij houden. Nieuwe dingen leren is daardoor lastig. Kinderen die slecht slapen worden sneller boos, bang of verdrietig.
U merkt dat uw kind slecht slaapt door slaapapneu, doordat het tijdens de slaap 1 of meer van deze dingen doet:
- hard snurken
- schokkend ademhalen
- stoppen met ademhalen
- veel bewegen
- vreemd zitten of liggen
- veel zweten
- in bed plassen
Onderzoek naar slaapapneu bij mijn kind met downsyndroom
Als uw kind met downsyndroom slecht slaapt, onderzoekt de keel-neus-oor-arts of slaap-specialist of uw kind slaapapneu heeft. De arts meet hoeveel zuurstof uw kind in het bloed heeft tijdens de slaap. Uw kind heeft slaapapneu als het 5 keer per uur of vaker wakker wordt doordat het stopt met ademhalen.
Meestal krijgt uw kind dit onderzoek eens in de 2 jaar, tot het 8 jaar is.
En nog een keer als uw kind in de puberteit komt.
Als uw kind klachten heeft, krijgt uw kind vaker onderzoek.
Welke hulp kan mijn kind met downsyndroom krijgen bij slaapapneu?
Als uw kind slaapapneu heeft, zijn er verschillende dingen die helpen om uw kind beter te laten slapen:
- Als uw kind te zwaar is, heeft het meer kans op slaapapneu. Het is daarom belangrijk dat uw kind gezond eet en veel beweegt.
- Een operatie aan de neus-amandelen of keel-amandelen kan helpen. Door de neus-amandel of keel-amandelen weg te halen, komt er meer ruimte in de holte van de keel.
- Als een operatie niet genoeg helpt, kan de keel-neus-oor-arts uw kind doorsturen naar een speciaal centrum voor kinderen met slaapproblemen. Daar helpt een speciaal team uw kind om beter te slapen.
Wanneer bellen bij een kind met downsyndroom dat slecht slaapt?
Bel de huisarts of kinderarts als uw kind met downsyndroom 1 of meer van deze klachten heeft:
- ineens slecht slapen
- klachten die bij slaapapneu horen
- weinig energie
- stiller of juist drukker worden
- niet verder meer ontwikkelen
Meer informatie over kinderen met downsyndroom
Informatie en contact met andere ouders met een kind met downsyndroom: Stichting Downsyndroom
Wij hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor specialisten over medische begeleiding van kinderen met downsyndroom.