In het kort
- Bij heupdysplasie is de heup niet goed gevormd.
- Uw baby krijgt een echo in het ziekenhuis.
- Bij baby's tot 3 maanden gaat heupdysplasie soms vanzelf over.
- Gaat het niet vanzelf, dan krijgt uw baby een spreidmiddel. Dat houdt de benen steeds wijd.
- Tot 5 jaar controleert de orthopeed regelmatig de heup van uw kind.
- Meestal heeft uw kind later geen problemen meer met de heup.
Wat is heupdysplasie?
Bij heupdysplasie is de heup van uw baby niet goed ontwikkeld.
Het heupgewricht bestaat uit een kop en een kom. De kop zit bovenaan het bovenbeen. De kom is een holte in het bekkenbot.
Heupkop en heupkom horen mooi in elkaar te passen (plaatje A). Dan kan het gewricht soepel bewegen, bijvoorbeeld bij kruipen, lopen, fietsen en zwemmen.
Bij een baby met heupdysplasie is de heupkom niet goed gevormd. De heup staat wel in de kom (plaatje B). Soms staat de heupkop helemaal buiten de kom, dan is de heup uit de kom (plaatje C, D).
Van de 100 baby´s tussen 0 en 6 maanden oud hebben er 3 of 4 heupdysplasie.
Hoe ontstaat heupdysplasie?
Heupdysplasie kan ontstaan tijdens de zwangerschap, of in de baby- of peutertijd. Waarom dit gebeurt, weten we niet precies.
Heupdysplasie komt vaker voor:
- bij meisjes
- bij baby’s van wie 1 van de ouders, zusjes, broertjes, grootouders, ooms en tantes heupdysplasie heeft (gehad)
- als de baby in de buik in stuit heeft gelegen vanaf week 32 van de zwangerschap
Onderzoek bij heupdysplasie
Als uw baby heupdysplasie heeft, is verder onderzoek nodig. U gaat met uw baby naar een (kinder)orthopeed, een specialist in botten, spieren en pezen. U gaat hier meestal voor naar het ziekenhuis.
De orthopeed of de radioloog maakt een echo van de heup.
Soms maakt hij of zij ook foto’s van het bekken van uw baby.
Deze onderzoeken doen geen pijn.
Behandeling van heupdysplasie
Mijn baby is jonger dan 3 maanden
De orthopeed bekijkt hoe erg de heupdysplasie is. Bij een dysplasie die niet zo erg is, verdwijnt de dysplasie meestal vanzelf. Daarom hoeft uw baby niet altijd meteen een behandeling te krijgen.
De orthopeed controleert elke 6 weken met een echo of de heup van uw baby beter wordt.
Mijn baby is tussen 3 maanden en 1 jaar
Als de heup niet vanzelf beter wordt, of als het meteen behandeld moet worden, dan krijgt uw baby een spreidmiddel.
Dit spreidmiddel zorgt ervoor dat uw baby de heupen buigt en spreidt. Hierdoor komt de heupkop goed in de heupkom te staan. Zo kan het heupgewricht zich goed ontwikkelen.
- Uw baby moet het spreidmiddel dag en nacht dragen.
- Bij het in bad doen en bij het verschonen van de luier mag het spreidmiddel even af.
De orthopeed controleert om de paar weken hoe het gaat en of het spreidmiddel nog goed zit.
Deze behandeling duurt meestal 3 tot 6 maanden.
Het spreidmiddel mag af:
- als de heup beter is
- of als uw baby 1 jaar is.
Adviezen bij heupdysplasie
- Zorg dat de benen van uw baby in elke houding en situatie genoeg ruimte hebben om te spreiden.
- Til uw kind niet aan de benen omhoog bij het aankleden en uitkleden en het verschonen van de luier.
Bij het verschonen van de luier wipt u de billen op met uw hand onder de stuit. - U mag uw baby gewoon optillen en op uw heup of tegen uw buik dragen. Zorg wel dat de benen gespreid blijven.
- Uw arts vertelt of uw baby het spreidmiddel onder of over de kleding moet dragen.
- Als het spreidmiddel onder de kleding zit, is het belangrijk dat de kleding los over het spreidmiddel zit.
- Als het spreidmiddel over de kleding zit, is het belangrijk dat de kleding tegen het lichaam aanzit en dat er geen vouwen in komen. Maar de kleding mag niet te strak zitten.
- U kunt uw baby gewoon meenemen in de auto. Het is belangrijk dat de benen goed kunnen spreiden in de autostoel. Als dit in de gewone autostoel niet lukt, kunt u een aangepaste autostoel huren.
- Controleer of uw wandelwagen genoeg ruimte heeft voor de benen: de benen mogen niet tegen de zijkant steunen.
Hoe gaat het verder na de behandeling met het spreidmiddel?
Uw baby kan iets later zijn met het leren van nieuwe bewegingen, zoals kruipen. Deze achterstand haalt een baby vaak snel in als het spreidmiddel af mag.
Het kan een paar weken of maanden duren voordat uw baby de benen weer helemaal kan strekken.
Na de behandeling is het voor een baby soms moeilijk om de romp rechtop te houden. Bij de meeste kinderen komt dit vanzelf weer goed. U kunt oefenen met uw baby:
- U kunt spelletjes doen op schoot. Bijvoorbeeld paardje rijden.
- Laat uw baby zitten en laat hem of haar dan speelgoed van uw hand pakken waar hij of zij net niet bij kan.
Tot uw kind 5 jaar is controleert de orthopeed de heup van uw kind regelmatig.
Is de heup van uw kind met 5 jaar goed ontwikkeld, dan heeft uw kind later meestal geen problemen met de heup.
Wanneer contact opnemen bij heupdysplasie?
Neem contact op met de gipskamer of orthopeed bij deze klachten:
- Uw baby kan zijn of haar knie niet meer strekken.
- Uw baby beweegt 1 of beide benen minder of niet.
- U merkt dat uw kind veel last heeft van het spreidmiddel.
- U twijfelt of het spreidmiddel goed zit.
Meer informatie over heupdysplasie
Voor informatie en contact met ouders die ook een kind hebben met heupdysplasie: Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling.
Wij hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor artsen over DDH (dysplastische heupontwikkeling) bij kinderen onder 1 jaar.