Ik ga bevallen met een keizersnede

In het kort

In het kort

  • Een keizersnede is een operatie waarbij de arts je baby eruit haalt via een snee in je buik.
  • Meestal krijg je een ruggenprik.
  • Je kunt dan je baby geboren zien worden.
  • Je mag 1 persoon meenemen naar de operatie.
  • De operatie duurt ongeveer 40 minuten.
Wat is een keizersnede?

Wat is een keizersnede?

Een keizersnede is een operatie waarbij de arts je baby uit je buik haalt via een snee in je buik.

Een arts die veel weet over zwangerschap en bevallen (gynaecoloog) maakt een snee in je buik en baarmoeder. De arts haalt je baby uit je buik via die snee. Je baby wordt meestal binnen 5 minuten geboren na het begin van de operatie.

De operatie duurt ongeveer 40 minuten. Soms iets korter of iets langer. Meestal kun je de dag na de keizersnede al naar huis. Soms blijf je 2 of 3 dagen in het ziekenhuis.

Hoe bereid je je voor op een (geplande) keizersnede?

Hoe bereid je je voor op een (geplande) keizersnede?

In jouw ziekenhuis

In steeds meer ziekenhuizen laat de arts (gynaecoloog) zien hoe die je baby uit je buik haalt. De arts draait het gezichtje van je baby naar jou toe en haalt je baby dan voorzichtig uit je baarmoeder. Wil jij ook meekijken hoe je baby wordt geboren? Vraag je arts hoe de keizersnede in jouw ziekenhuis gaat.

Verdoving

Je krijgt een afspraak bij de arts die jouw verdoving regelt (anesthesioloog). Door een verdoving voel je geen pijn tijdens de operatie.

Je bespreekt met deze arts of een ruggenprik voor jou geschikt is. En wat de risico's zijn. Met een ruggenprik is alleen je onderlichaam verdoofd.

Een ruggenprik is veiliger dan een narcose voor jou en je baby. Bij een narcose word je in slaap gebracht met medicijnen. Ernstige problemen door een ruggenprik komen bijna nooit voor. Een voordeel van de ruggenprik is dat je de geboorte van je baby kunt meemaken.

Datum

Via het ziekenhuis hoor je op welke datum jouw keizersnede is gepland. Als het kan, is dit na 39 weken zwangerschap. Dat is meestal het beste voor de baby. Vroeger dan 39 weken kan je baby problemen krijgen met ademhalen.

Het kan gebeuren dat je bevalling eerder al vanzelf begint. Je bespreekt van tevoren met je arts wat er dan gebeurt: een keizersnede of toch een bevalling via de vagina. Zo weet je wat je kunt verwachten.

Wie neem je mee

Je mag 1 persoon meenemen bij de keizersnede. Bijvoorbeeld je partner. Of je moeder, vader, een vriend of vriendin.

De dag van de operatie

Je moet voor een operatie altijd nuchter zijn. Dat betekent dat je niet meer mag eten en drinken. De arts of verpleegkundige vertelt je vanaf welk moment je niet meer mag eten of drinken.

Gebruik je medicijnen? Meestal kun je die gewoon nemen.

Deze dingen mag je niet dragen op de dag van de operatie:

  • sieraden of piercings
  • make-up of bodylotion
  • nagellak op je vingers
  • kunstnagels

Lees meer over hoe je je kunt voorbereiden op een operatie.

Hoe gaat een keizersnede?

Hoe gaat een keizersnede?

Op de operatiekamer

Op de operatiekamer zijn er 10 mensen die jou helpen. Soms iets meer of iets minder. Bijvoorbeeld de arts die jouw verdoving regelt, de arts die veel over zwangerschap en bevallen weet (gynaecoloog), verpleegkundigen en soms een kinderarts. Soms zijn er ook mensen bij die in het ziekenhuis hun opleiding doen.

Ruggenprik

  • Je krijgt eerst een verdoving van je huid. Dit gaat met een korte prik en geeft even een scherpe pijn.
  • Je moet je rug bol maken. Zo kan de arts de prik met verdoving tussen je ruggenwervels spuiten. Meestal doet dit geen pijn. Soms voel je even een schok in een been. Dat is normaal.
  • Als de arts de verdoving heeft ingespoten, krijg je een warm gevoel in je benen en billen.
  • Je krijgt een slangetje in je plasbuis (blaas-katheter). Dit is om plas op te vangen.

Word je misselijk of voel je je niet lekker? Zeg dit direct tegen de arts.
Het kan zijn dat je door de ruggenprik een lage bloeddruk hebt gekregen. En dat je je daardoor niet lekker voelt. Er gaat dan minder bloed naar de baby. Je krijgt medicijnen die je bloeddruk weer goed maken.

Soms lukt het niet om een ruggenprik te geven. Heel soms gebeurt het dat je na een ruggenprik nog steeds pijn voelt. Dan is een volledige verdoving nodig (narcose). De arts brengt je in slaap met medicijnen via een slangetje in je arm (infuus). Je voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is.

Geboorte

  • De arts controleert of je geen pijn meer voelt. Je voelt dat de arts aan je buik trekt of duwt, maar je voelt geen pijn. De operatie begint als de verdoving werkt.
  • De arts maakt een snee vlak boven je schaambeen, onderin je buik. De blaas ligt voor een deel voor de baarmoeder. De arts schuift de blaas opzij.
  • Daarna maakt de arts een snee in de onderkant van je baarmoeder. De arts haalt de baby uit je baarmoeder. Meestal wordt er even op je buik geduwd voor de geboorte. Als je wilt, kun je vaak meekijken als je baby uit de buik komt.
  • De arts of assistent knipt de navelstreng door.
  • Als het goed gaat met je baby, legt de verpleegkundige je baby bloot op je borst. Als je borstvoeding wilt en kunt geven, kan dat al meteen.

Hechten

Na de geboorte duurt de operatie nog ongeveer 35 minuten. De arts haalt de moederkoek (placenta) uit de baarmoeder. Daarna maakt de arts je baarmoeder en de huid van je buik weer dicht. De hechting lost vanzelf op en hoeft er niet uit gehaald te worden.

Wat zijn de risico's voor je baby bij een keizersnede?

Wat zijn de risico's voor je baby bij een keizersnede?

Voor je baby is een keizersnede niet beter of slechter dan een bevalling via de vagina.

Bij een bevalling via de vagina worden de schouders van de baby soms iets moeilijker geboren. Bij een keizersnede heeft de baby vaker problemen met ademhalen. Dit gaat meestal vanzelf over.
Deze problemen komen gelukkig weinig voor.

Hormonen

Krijg je een keizersnede tussen week 34 en week 37 van je zwangerschap? Bespreek dan met je arts de voordelen en nadelen van hormonen krijgen. Deze hormonen worden ook corticosteroïden of longrijpings-prikken genoemd. De arts zet deze prik in je bil of bovenbeen. Binnen een aantal uren krijg je een tweede, derde of vierde prik.

Deze prikken zorgen dat de longen van je baby zo goed mogelijk werken als je baby geboren wordt. Je baby heeft dan na de geboorte een kleinere kans op problemen met ademhalen.

Problemen met ademhalen bij een geplande keizersnede

Bij een geplande keizersnede heeft een baby meer vocht in de longen. De ademhaling kan hierdoor moeilijker op gang komen. Soms krijgt de baby dan hulp bij het ademhalen (beademing). Als het nodig is, let de arts een paar dagen op de hartslag van je baby. Soms moet de baby een tijdje op de intensive care liggen.
Hoe verder je zwangerschap is, hoe kleiner de kans op deze problemen. Daarom doen artsen een geplande keizersnede het liefst na 39 weken zwangerschap.

Wat zijn de risico's voor de moeder bij een keizersnede?

Wat zijn de risico's voor de moeder bij een keizersnede?

Bij een keizersnede heeft de moeder een iets groter risico op problemen dan bij een bevalling via de vagina. Dit zijn de problemen waarop je een iets grotere kans hebt:

  • veel bloed verliezen tijdens de operatie
    Bij een keizersnede verlies je meestal meer bloed dan bij een bevalling via de vagina. Daarom krijg je vaak een medicijn om de baarmoeder goed te laten samentrekken. Als je veel bloed verliest, kun je bloedarmoede krijgen. Soms krijg je dan extra bloed (bloedtransfusie).
  • veel bloed verliezen na de operatie
    Na de operatie kan er veel bloed in je buik terechtkomen. Of je verliest veel bloed via je vagina. Dit komt soms voor.
  • trombose
    Bij trombose gaat een bloedvat dicht zitten door een bloedprop. Je kunt trombose krijgen in een been of in je longen (longembolie). Trombose in je longen kan gevaarlijk zijn. Je krijgt daarom meestal prikken met een medicijn dat je bloed dunner maakt tot je naar huis gaat. Hierdoor is de kans op trombose kleiner. Heb je een grotere kans op trombose? Dan krijg je de prikken tot 6 weken na je keizersnede.
  • ontsteking van de wond
    Bij sommige vrouwen gaat de wond ontsteken. Om de kans hierop kleiner te maken, krijg je tijdens de keizersnede medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica).
  • schade aan je darmen en urinewegen
    Dit komt heel weinig voor.
  • problemen bij een volgende bevalling
    Als je bij een volgende zwangerschap via de vagina bevalt, is er een kans dat het litteken van de keizersnede scheurt. Dit komt voor bij ongeveer 8 van de 1000 vrouwen.

Na 1 of meer keizersnedes is de kans groter dat de placenta (moederkoek) voor de uitgang ligt of ingroeit in het litteken. Je verliest dan bij een nieuwe keizersnede vaak veel bloed. Als dat gebeurt, kan het nodig zijn om je baarmoeder weg te halen.

Grotere kans op deze problemen

Je hebt een grotere kans op deze problemen bij 1 of meer van deze dingen:

  • Je krijgt een ongeplande keizersnede.
  • Je bent te zwaar (overgewicht).
  • Je hebt diabetes.
  • Je hebt al 2 keer een keizersnede gehad.

Andere risico's

Andere risico’s voor de moeder zijn:

  • Bijwerkingen van de ruggenprik of verdoving (narcose). Bijvoorbeeld misselijk zijn, hoofdpijn of pijn in je rug op de plek van de prik. Meestal gaan deze klachten na een paar dagen over.
  • Psychische klachten, zoals depressieve gevoelens. De kans daarop is groter bij een ongeplande keizersnede.
Meer informatie over keizersnede
FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?