In het kort
- Als kanker niet meer te genezen is, kunt u veel last hebben van vermoeidheid.
- De vermoeidheid komt door alle veranderingen die de kanker in uw lichaam geeft.
- Daarbij komen vaak nog andere oorzaken, zoals
- bijwerkingen van behandelingen,
- angsten, vragen over het leven of de dood die u misschien bezighouden,
- bloedarmoede, pijn of minder eetlust.
- Praat met uw naasten en uw arts over uw vermoeidheid.
- Bekijk samen hoe het komt. En wat bij u verbetering kan geven.
Vermoeidheid bij kanker die niet te genezen is
U kunt enorm moe zijn bij kanker die niet te genezen is. Het is een gevoel van uitputting die heftiger is dan gewone vermoeidheid:
- Voordat u ziek werd kon u ook moe zijn, als u druk was geweest of na het sporten. Maar vermoeidheid bij kanker is anders. De vermoeidheid is er vaak of steeds. Ook als u niet actief bent geweest.
- Bij gewone vermoeidheid kan rust of slapen helpen. Bij vermoeidheid door kanker helpt rusten of slapen meestal niet.
- U heeft er veel last van in uw leven: thuis, in uw contacten met familie en vrienden, bij uw werk en andere activiteiten. U kunt niet meer wat u vroeger wel kon.
Van alle mensen met kanker hebben 3 van de 4 mensen last van deze vermoeidheid.
Wat merkt u bij vermoeidheid bij kanker?
De vermoeidheid kunt u op verschillende manieren merken:
- Lichamelijke vermoeidheid:
U heeft minder kracht en u houdt dingen minder lang vol. Tillen gaat moeilijker bijvoorbeeld. U kunt minder lang lopen of fietsen. U kunt veel gewone dingen niet meer helemaal alleen. Soms is aankleden of douchen al teveel. - Vermoeidheid in denken:
U vergeet dingen. U kunt uw aandacht moeilijk ergens bijhouden. Het lukt u bijvoorbeeld niet goed om een boek of krant te lezen. Het nemen van beslissingen kan moeilijk zijn. Of u kunt de juiste woorden niet vinden als u iets wil zeggen. - Verandering van uw gevoel door vermoeidheid:
- U bent sneller boos of geïrriteerd. U huilt eerder dan vroeger. Of u voelt zich vaker bang of somber.
- Altijd moe zijn heeft een grote invloed op uw leven. U kunt minder dan vroeger. U voelt zich minder zelfstandig. Dit kan moeilijk zijn. Het kan u sneller boos maken. Of juist somber of verdrietig.
- Moe zijn heeft ook invloed op de mensen om u heen, zoals uw partner of uw gezin. Als u steeds moe bent, moeten zij misschien meer doen. Misschien voelt u zich daardoor schuldig.
Waardoor komt vermoeidheid bij kanker?
Vermoeidheid bij kanker komt door veel verschillende dingen:
- Door de kanker zelf:
Door kanker verandert er veel in het lichaam. Zo gaat het lichaam meer eiwitten maken tegen ontstekingen. Ook veranderen er dingen in de hormonen.
Daarbij komen problemen waardoor de vermoeidheid blijft of erger wordt:
- Bijwerkingen van behandelingen, zoals chemotherapie of bestraling.
- Problemen door de kanker, zoals bloedarmoede en organen (nieren, lever, hart) die niet meer goed werken.
- Klachten door de kanker, zoals geen eetlust, pijn, benauwd zijn of slikproblemen.
- Bijwerkingen van medicijnen, vooral van slaapmedicijnen en medicijnen tegen angst en depressie.
- Minder bewegen, minder actief zijn.
- Andere ziektes, zoals diabetes, een longziekte of hartziekte.
- Psychische klachten, zoals angst, depressie of slaapproblemen.
Lichaam en geest hebben veel invloed op elkaar.
Als u ziek bent, kunt u gespannen, bang of somber worden. Die sombere of bange gedachten kosten veel energie. U kunt er extra moe door worden. Door de vermoeidheid kunt u weer meer angst of somberheid voelen.
Bespreken en onderzoeken van vermoeidheid bij kanker
Praat met uw familie en vrienden over uw vermoeidheid. Denk niet: het hoort erbij en er is toch niets aan te doen.
Ook uw arts zal regelmatig aan u vragen hoe het is met de vermoeidheid.
Bekijk samen waar de vermoeidheid bij u door komt. Zo wordt ook duidelijk hoe uw vermoeidheid te verminderen is.
- Bespreek hoe het gaat met dingen doen, slapen en eten. En hoe u omgaat met de ziekte. Bespreek ook welke klachten u heeft door de kanker.
- Veel mensen hebben in deze fase levensvragen. Misschien u ook. U denkt dan veel na over uw leven. U kunt bang zijn voor de dood, geen hoop hebben en zich eenzaam voelen.
Praat hier ook over als u dit wilt en kunt. - Als u last heeft van stress of somberheid, is het ook goed om dit te bespreken.
- Uw arts zal u vaak ook lichamelijk onderzoeken. Dat is om te weten of de vermoeidheid bijvoorbeeld komt door problemen met het hart of de longen. Of bijvoorbeeld omdat u moeilijk beweegt of veel bent afgevallen.
- Soms is ook bloedonderzoek of ander onderzoek zinvol.
Bijvoorbeeld om te weten of u bloedarmoede heeft en extra bloed (een bloedtransfusie) kan helpen. Natuurlijk gebeurt onderzoek en behandeling alleen als u dit zelf wilt.
Wat kunt u zelf doen om vermoeidheid bij kanker te verminderen?
- Ga op een vaste tijd naar bed en sta op een vaste tijd op.
- Zorg voor een goede slaap:
- Neem 's avonds geen koffie of andere drank met cafeïne. Rook ook niet. Drink ’s avonds ook geen alcohol.
- Zorg voor ontspanning voordat u gaat slapen, zoals een korte wandeling, warm bad, ontspanningsoefeningen of muziek luisteren.
- Probeer ‘s avonds uw mobiele telefoon, tablet of laptop niet meer te gebruiken.
- Vraag iemand om dichtbij of bereikbaar te zijn 's nachts, als dat prettig voor u is.
- Kijk voor meer adviezen bij Beter slapen.
- Verdeel uw activiteiten over de dag en over de week. Plan niet te veel op 1 dag. En plan ook momenten van rust in.
- Kies de dingen uit die u belangrijk vindt om te doen.
U bepaalt wat goed is voor uzelf, niet anderen. - Vertel uw familie, vrienden en misschien ook uw collega's over uw vermoeidheid. Leg uit wat het met u doet. Anderen kunnen hier dan rekening mee houden. Niet iedereen weet dat moe zijn bij kanker anders is dan gewoon moe zijn.
- Vraag hulp van uw naasten of de thuiszorg voor dingen die u veel energie kosten. Bijvoorbeeld schoonmaken.
- Wat ook kan helpen is uw activiteiten aanpassen: doe de dingen wat minder snel, in uw eigen tempo en minder lang.
- Zorg elke dag voor genoeg beweging. Probeer bijvoorbeeld elke dag een wandeling te maken.
Een fysiotherapeut (die veel weet over vermoeidheid en kanker) kan hierbij helpen. - Eet gezond, met genoeg calorieën en eiwitten.
- Neem tijd om te ontspannen. Mindfulness, yoga of ontspanningsoefeningen kunnen helpen.
- Vaak geeft het rust als u weet bij wie u terecht kunt met uw vragen. Vraag dit aan uw zorgverlener.
Meestal is dit uw arts in het ziekenhuis of uw huisarts. Soms een verpleegkundige. - Praten over doodgaan is voor de meeste mensen niet makkelijk. Probeer het wel. Het kan rust geven als uw naasten en arts weten wat u belangrijk vindt. Vertel wat u voelt, vindt en wilt. Zo kan uw arts u de zorg geven die bij u past.
Bespreek met uw arts welke van de punten hierboven u kunnen helpen.
Ook met familie en vrienden kunt u dat bespreken.
Meer informatie over vermoeidheid bij kanker die niet te genezen is
In de Verwijsgids kanker kunt u zoeken naar hulp of zorg bij vermoeidheid. U vindt hier hulpverleners met ervaring met moeheid bij kanker. Bijvoorbeeld een fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist of psycholoog.
Contact met lotgenoten vindt u via de NFK.
Misschien is er bij u in de buurt een centrum voor leven met en na kanker. U kunt hier terecht voor informatie, voor contact met lotgenoten, een gesprek of activiteiten. Ook naasten kunnen hier terecht. Kijk op de website van IPSO waar centra voor leven met en na kanker zijn.
De informatie over moeheid bij kanker die niet te genezen is, is gebaseerd op de richtlijn Vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase.