In het kort
- Je kunt de baby in je buik laten onderzoeken met een bloedtest (de NIPT) en een echo.
- Deze onderzoeken laten zien of de kans groter is dat je baby downsyndroom, een open rug of een andere afwijking heeft.
- Als de kans op een afwijking groter is, kun je meer onderzoeken laten doen: een vlokkentest, vruchtwater-onderzoek of uitgebreide echo.
- De verloskundige bespreekt wat er mogelijk is en helpt je bij je keuze.
Welk onderzoek kun je laten doen bij de baby in je buik?
Als je zwanger bent, ga je regelmatig voor controles naar de verloskundige of een arts in het ziekenhuis (gynaecoloog). Zij doen altijd een aantal onderzoeken, zoals:
- onderzoek om te kijken of je baby goed groeit
- onderzoek van je bloed
- een echo om te zien:
- hoe lang je zwanger bent
- of je 1 kind verwacht of bijvoorbeeld een tweeling
- onderzoek van je buik
- luisteren naar de harttonen van je baby
Onderzoek naar bepaalde afwijkingen
Als je wilt, kun je ook laten onderzoeken of je baby zich goed ontwikkelt. Dit kan met een bloedtest en een echo.
Je komt door deze onderzoeken te weten of je kind een grotere kans heeft op:
- het downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom
Dit kan met een bloedtest: de NIPT. - lichamelijke afwijkingen, zoals een open rug of een open schedel
Dit kan met een echo: bij 13 weken en bij 20 weken
De NIPT en de echo geven geen zekerheid over het wel of niet hebben van de genoemde afwijkingen. Daarvoor zijn meer onderzoeken nodig.
De NIPT en de echo hebben geen risico’s voor jou of je kind.
Bij de 13 wekenecho doe je mee aan een wetenschappelijk onderzoek.
Gesprek met je verloskundige of arts
Bij je eerste bezoek vraagt de verloskundige of arts of je informatie wilt over deze onderzoeken. Als je dat wilt, krijg je daar een uitgebreid gesprek over. Daarna beslis je óf je onderzoek laat doen.
Nadenken over onderzoek bij de baby in je buik
Denk je erover om onderzoek te doen naar de kans op afwijkingen bij de baby in je buik? Dan is het belangrijk om alvast over deze vragen na te denken:
- Stel, de kans is groter dat je een kind krijgt met downsyndroom of een andere afwijking. Wil je dan meer onderzoeken laten doen om het zeker te weten?
- Zou je meer onderzoeken laten doen als daardoor de kans op een miskraam iets groter wordt?
- Stel, je kind heeft een afwijking. Hoe zou je hiermee omgaan?
- Als je kind een afwijking heeft, wil je dat dan voor de geboorte al weten? Bijvoorbeeld omdat je je er dan op kunt voorbereiden?
- Hoe denk je over het stoppen van de zwangerschap (abortus)? Wat zijn je gedachten en gevoelens hierover?
Wie helpt je bij de keuze om onderzoek te doen bij de baby in je buik?
De verloskundige of arts bespreekt met je wat je kunt doen en helpt je bij je keuze. Je krijgt bij dit gesprek veel informatie. Als je iets niet begrijpt, kun je daar vragen over stellen.
Je kunt je op dit gesprek voorbereiden. Lees hier alvast iets over deze onderzoeken:
- onderzoek downsyndroom, edwards-syndroom en patausyndroom (NIPT)
- onderzoek naar afwijkingen, zoals een open rug: 13 wekenecho en 20 wekenecho
Kijk ook eens op pns.nl. Dit is een website van het RIVM. Daarop staat bijvoorbeeld:
- een film over onderzoeken tijdens de zwangerschap en na de geboorte
- informatie over de afwijkingen
- informatie die je helpt beslissen of je wel of geen NIPT wilt
- informatie die je helpt beslissen of je wel of geen 13 wekenecho wilt
- informatie die je helpt beslissen of je wel of geen 20 wekenecho wilt
Je beslist zelf of je je kind wilt laten onderzoeken.
Wil je stoppen met het onderzoek? Dat kan op elk moment.
Meer informatie over onderzoek van de baby in je buik
Meer informatie vind je op pns.nl, de website van het RIVM.
Zoek je informatie in een andere taal? De folder over onderzoek naar downsyndroom, edwards-syndroom en patausyndroom is in 4 talen vertaald. Deze kun je online lezen of downloaden.
We hebben deze tekst gemaakt met:
- de richtlijn voor huisartsen over zwangerschap en de periode na de bevalling
- informatie van het RIVM