In het kort
- Als een open been niet dichtgaat, kan de huisarts je doorsturen naar het ziekenhuis.
- In het ziekenhuis krijg je onderzoeken. Bijvoorbeeld om te kijken of je aderen nauwer zijn of dicht zitten. En of je spataderen hebt.
- Spataderen kunnen ervoor zorgen dat de wond niet dichtgaat.
- Je kunt een behandeling krijgen om de wond dicht te laten groeien. Bijvoorbeeld een huid-transplantatie.
Welke onderzoeken kun je krijgen als je een open been hebt?
Als een open been niet dichtgaat, kan de huisarts je doorsturen naar een huid-arts of naar een arts die veel verstand heeft van aderen (vaatspecialist). In het ziekenhuis kun je deze onderzoeken krijgen:
- een echo om te kijken hoe het bloed door je bloedvaten stroomt (duplex-onderzoek)
- meten van de bloeddruk in je enkels en armen. Of in je tenen.
Als de bloeddruk in je enkels of tenen lager is dan in je armen, weet de arts dat de bloedvaten in je benen nauwer zijn. - een huidprik-test of plakproef om te kijken of je een allergie hebt. Je huid kan dan geïrriteerd raken en daardoor moeilijker dicht groeien.
- bloedonderzoek om te bepalen of je bloedsuiker, ijzer en nieren goed zijn. Bij sommige ziektes heb je meer kans op een open been. Bijvoorbeeld bij diabetes of een nierziekte.
- een röntgenfoto van je aderen om te kijken of je aderen nauwer zijn of dicht zitten
Als het bloed minder goed door je aderen stroomt, kan een wond langer open blijven.
De arts kan ook een stukje huid bij de wond wegsnijden en laten onderzoeken. Dat gebeurt bij deze dingen:
- De wond ziet er vreemd uit of zit op een vreemde plek.
- Je hebt erge pijn.
- Je draagt drukverband en doet loopoefeningen, maar de wond is na ongeveer 9 weken nog niet dicht.
Welke behandelingen kun je krijgen als je een open been hebt?
De belangrijkste behandeling is een strak verband om je been. Dit helpt om het vocht uit het been te krijgen.
Als het nodig is, maakt de arts de wond eerst schoon. Daarna zijn er verschillende behandelingen die je kunt krijgen:
Speciaal verband
De arts bedekt de wond met een vochtig verband. Bijvoorbeeld met vet gaas of ander verband dat niet aan de wond plakt. Daarna krijg je een zwachtel om je been. Het verband en de zwachtel moeten af en toe verwisseld worden. Je hoort van de arts hoe vaak. Een wond-verpleegkundige kan je hierbij helpen.
Huid-transplantatie
De arts snijdt op een andere plek op je lichaam een stukje huid weg, en maakt dit vast op de plek van de open wond.
Voor deze kleine operatie krijg je verdoving op de plek van de open wond en op de plek waar een stukje huid vandaan wordt gehaald. Na de operatie heb je dus twee wonden. Die moeten dicht groeien.
Soms krijg je na de huid-transplantatie een luchtdicht verband om je been. Daarop sluit een wond-verpleegkundige een zuiger aan (vacuümpomp). Die trekt vocht uit de wond en houdt de nieuwe huid op zijn plek. En trekt de randen van de wond naar elkaar toe. Je moet deze vacuümpomp ongeveer 5 weken gebruiken.
Medicijnen
Heel soms krijg je medicijnen. Het is niet zeker hoe goed die werken. Daarom probeert de arts vaak eerst de andere behandelingen.
Je bespreekt met de arts welke behandeling voor jou het beste is.
Spataderen
Heb je spataderen? Dan kun je daar een behandeling voor krijgen. Bijvoorbeeld dichtschroeien of dichtspuiten van de spataderen. Je gaat voor deze behandeling naar het ziekenhuis of een kliniek. Voor en na deze behandeling moet je steunkousen dragen.
Wanneer bellen bij een open been?
Bel de arts in het ziekenhuis bij deze dingen:
- Je been doet pijn en is dik. En rood of donkerder.
- De huid rond de wond is rood of donkerder en doet pijn.
- De wond gaat bloeden. Of er komt pus of vocht uit.
- Het doet pijn om adem te halen.
Bel de wond-verpleegkundige als je het moeilijk vindt om de vacuümpomp te gebruiken.
Over deze tekst
We hebben de informatie over een open been gemaakt met de richtlijn voor artsen over open benen.
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees hier wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.