In het kort
- Bel direct uw huisarts als plassen pijn doet en u ook ziek bent of koorts heeft. Of als u opeens niet meer kunt plassen.
- Deze adviezen kunnen helpen bij problemen met plassen:
- Neem de tijd om te plassen.
- Probeer niet te persen bij het plassen.
- Duw uw plasbuis leeg als u last heeft van nadruppelen.
- Helpen de adviezen niet genoeg? Dan kunt u oefeningen doen.
- Helpen de oefeningen ook niet genoeg? Bespreek dit met uw huisarts.
Wanneer moet u bellen bij problemen met plassen?
Bel direct uw huisarts of de huisartsenpost in deze situaties:
- U moet al een tijd heel nodig plassen en het lukt niet. Ook niet thuis of in een rustige omgeving.
- U heeft pijn bij het plassen en u bent ook ziek of u heeft koorts.
Dit kan een ontsteking van uw blaas en nieren zijn.
Maak een afspraak bij uw huisarts als u 1 of meer van deze dingen heeft:
- Er zit bloed bij uw plas.
- Er komt pus uit uw penis. Of vocht dat geen plas is.
- U moet vaak plassen en u heeft pijn bij het plassen.
Dit kan een blaasontsteking zijn. - U plast vooral 's nachts heel vaak en u bent ook benauwd.
- U heeft deze 3 klachten tegelijk:
- het gevoel dat u niet meer goed kunt uitplassen
- heel vaak kleine beetjes plassen
- uw plas niet meer kunnen ophouden
- U heeft veel last van uw klachten.
Blijf niet weg omdat u zich ervoor schaamt. De huisarts bespreekt dit soort problemen elke dag.
Heeft u deze klachten niet? Lees dan verder voor de adviezen die u kunt proberen.
Adviezen bij problemen met plassen bij mannen
Heeft u geen klachten waarvoor u de huisarts moet bellen? Dan kunt u deze adviezen proberen:
- Neem de tijd om te plassen.
- Probeer tijdens het plassen te ontspannen en niet te persen.
Ergens anders aan denken kan daarbij helpen. Neem bijvoorbeeld iets te lezen mee naar de wc. - Bij de ene man gaat het plassen staand beter, bij de ander zittend. Probeer uit wat voor u het beste gaat.
- Beweeg genoeg.
Mannen die veel bewegen hebben minder problemen met plassen dan mannen die veel zitten. - Drink en eet gezond met veel vezels. Zo blijft uw poep zacht.
Niet goed kunnen poepen door harde poep kan plasklachten geven. - Drinkt u alcohol of koffie? Probeer deze dan 2 weken niet te drinken.
Kijk of u dit helpt. Helpt het? Blijf dan minder van deze dranken drinken. - Merkt u dat u veel vaker moet plassen als u veel drinkt? Drink dan wat minder.
Bij de een helpt dit, bij de ander niet.
Middelen die u zelf kunt kopen
In de winkel kunt u middelen kopen met bijvoorbeeld dwergpalm of zaagpalm erin. Er is onderzoek gedaan om te weten of ze helpen. Waarschijnlijk helpen ze niet.
Moet u 's nachts vaak plassen?
- Drink 's avonds minder.
- Drink 2 uur voordat u gaat slapen niets meer.
- Plas goed uit voordat u gaat slapen.
- Drink vooral in de avond geen koffie of alcohol.
- Gebruikt u plaspillen? Neem dan de pillen niet na 3 uur 's middags. Dan hoeft u vaak 's nachts niet zoveel meer te plassen.
Slik de plaspillen in ieder geval niet korter dan 6 uur voordat u gaat slapen.
Heeft u veel last van nadruppelen na het plassen?
Het kan helpen om uw plasbuis leeg te duwen na het plassen. De plasbuis zit aan de onderkant van de penis, vlak onder de huid. Leg na het plassen uw vinger op uw plasbuis, net boven uw balzak. Duw zachtjes en beweeg uw vinger vanaf uw balzak naar de top van uw penis. Doe dit een aantal keer.
Verliest u vaak plas?
U kunt uw plas opvangen met een hulpmiddel. Bijvoorbeeld een verband voor in uw onderbroek. Bij de apotheek kunt u een proefpakket krijgen.
Als u een hulpmiddel gaat gebruiken:
- Houd uw huid goed schoon. Was in ieder geval 1 keer per dag met lauw water zonder zeep.
- Heeft u last van de huid op de plekken waar de plas uw huid raakt? U kunt daar dan een beschermende zalf smeren. Zoals zinkzalf. U kunt deze zalf zonder recept kopen bij de apotheek of drogist.
Oefeningen bij problemen met plassen (man)
Als de adviezen niet genoeg helpen kunt u oefeningen doen.
Er zijn verschillende soorten oefeningen. Zoals:
- oefeningen voor als u vaak opeens heel nodig moet plassen
- oefeningen voor als u moeite heeft om uw plas op te houden
Kijk bij oefeningen voor problemen met plassen bij mannen.
Heeft u zelf oefeningen geprobeerd en heeft u nog steeds veel last? Of weet u niet precies hoe u de oefeningen moet doen? Maak dan een afspraak met uw huisarts. Bespreek wat u verder kunt doen. Uw huisarts kan u bijvoorbeeld naar een bekken-fysiotherapeut sturen.
Welke medicijnen kunt u proberen bij problemen met plassen?
U kunt medicijnen proberen als u de adviezen en oefeningen heeft geprobeerd en u houdt veel klachten. Bespreek het met uw huisarts.
Er is onderzoek gedaan om te kijken of medicijnen helpen bij problemen met plassen. De klachten kunnen minder worden, maar gaan meestal niet helemaal weg.
Er zijn medicijnen voor deze soorten klachten:
Vaak plassen, nadruppelen, moeilijker uitplassen of een zwakkere straal
Heeft u vooral last van vaak plassen, nadruppelen, moeilijker uitplassen of een zwakkere straal?
Dan kunt u soms medicijnen krijgen die de spieren in uw prostaat en plasbuis ontspannen.
Voorbeelden zijn alfuzosine of tamsulosine.
Bijwerkingen kunnen zijn:
- moe zijn
- duizelig zijn
Vooral als u opstaat. Hierdoor kunt u sneller vallen. - misselijk zijn
- een lage bloeddruk
Vaak opeens heel nodig moeten plassen of de plas niet goed kunnen ophouden
Heef u vooral last van vaak opeens heel nodig moeten plassen of uw plas niet goed kunnen ophouden?
Dan kunt u soms medicijnen krijgen die ervoor zorgen dat er meer plas in uw blaas kan.
Voorbeelden zijn tolterodine of solifenacine.
Bijwerkingen kunnen zijn:
- duizelig zijn
- minder goed zien
- droge mond
- ergere geheugenproblemen
- in de war zijn
U kunt deze medicijnen beter niet gebruiken in deze situaties:
- U bent vaak in de war.
- Uw geheugen wordt minder goed.
- U bent vaak duizelig.
- U valt vaak.
Hoe weet u of de medicijnen helpen?
Zo weet u of de medicijnen helpen:
- Gebruik de medicijnen eerst 6 weken.
- Merkt u na 6 weken geen verschil, stop dan met de medicijnen. Dit kan in 1 keer.
- Heeft u het idee dat ze bij u helpen? Dan kunt u ze 6 maanden gebruiken.
Daarna stopt u en kijkt u hoe het zonder medicijnen gaat.
alfuzosine
Alfuzosine behoort tot de alfablokkers. Het ontspant de spieren van de blaashals en de prostaat. Het verbetert de doorstroming van urine door de plasbuis en vermindert klachten als vaak moeten plassen.
Artsen schrijven het voor bij een vergrote prostaat. En soms bij klachten bij het plassen en 's nachts vaak moeten plassen.
solifenacine
Solifenacine ontspant de spieren van de blaas.
Artsen schrijven het voor bij aandrangincontinentie, een vorm van urine-incontentie. In sommige gevallen kan de arts het ook voorschrijven bij een vergrote prostaat.
tamsulosine
Tamsulosine behoort tot de alfablokkers. Het ontspant de spieren van de blaashals en de prostaat. Het verbetert de doorstroming van urine door de plasbuis en vermindert klachten als vaak moeten plassen.
Artsen schrijven het voor bij een vergrote prostaat. In sommige gevallen kan de arts het ook voorschrijven bij nierstenen en plasklachten bij mannen.
tolterodine
Tolterodine ontspant de spieren van de blaas.
Artsen schrijven het voor bij urine-incontinentie.
Keuzekaart 1
Heeft u vooral last van vaak plassen, een zwakkere straal, nadruppelen of moeilijk uitplassen?
Met deze keuzekaart kunt u samen met uw huisarts kijken welke adviezen, oefeningen of medicijnen bij u passen.
Keuzekaart 2
Heeft u vooral last van steeds heel nodig moeten plassen? Of kunt u uw plas niet goed ophouden?
Met deze keuzekaart kunt u samen met uw huisarts kijken welke adviezen, oefeningen of medicijnen bij u passen.
Hoe gaat het verder met problemen bij plassen?
Bij de meeste mannen worden de klachten minder met de adviezen, oefeningen of medicijnen.
Uw huisarts bespreekt met u wanneer u op controle moet komen. Tijdens de controle bespreekt u hoe het gaat.
Naar het ziekenhuis
Uw huisarts stuurt u door naar het ziekenhuis als deze 2 dingen voor u kloppen:
- U heeft de adviezen en oefeningen geprobeerd maar u houdt veel last van uw plasklachten.
- Medicijnen hebben niet genoeg geholpen. Of u mag of wilt geen medicijnen gebruiken.
In het ziekenhuis kunt u soms andere medicijnen krijgen. Of een operatie.
De arts in het ziekenhuis (de uroloog) bespreekt met u wat er mogelijk is. En wat de voordelen en nadelen zijn van de behandelingen.