In het kort
- Rouwen is het verwerken van een groot verlies.
- Bijvoorbeeld het overlijden van iemand van wie u houdt. Of het verlies van uw gezondheid door een ziekte of het verlies van de hoop op een kind.
- Verlies geeft veel emoties, zoals verdriet, somberheid en boosheid.
- Ook lichamelijk kost rouwen veel energie.
- Praten met familie of een goede vriend helpt vaak goed.
- Blijf goed voor uzelf zorgen als u rouwt: goed eten, slapen en bewegen.
- Meestal wordt de rouw langzaam minder. Hoe lang het duurt is voor iedereen anders.
Wat is rouw?
Na een groot verlies rouwen we. We verwerken het verlies. Meestal denken we bij rouw aan het verliezen van iemand door overlijden. Maar u kunt ook rouwen na een ander groot verlies. Bijvoorbeeld:
- verlies van gezondheid door ziekte
- verlies van een partner na een scheiding
- verlies van een baan
- verlies van de hoop op een kind
Verlies is ingrijpend: er is tijd voor nodig om het te verwerken. Hoeveel tijd, dat verschilt per persoon. Verwerken doet iedereen op zijn eigen manier. Mensen denken en voelen vaak verschillende dingen. De een is vooral boos, de ander vooral verdrietig. Weer een ander is opgelucht omdat een moeilijke periode voorbij is. Misschien heeft u een leeg gevoel, misschien voelt u verschillende emoties tegelijk. Rouwen is voor veel mensen een intense en moeilijke periode in hun leven.
Gevoelens en klachten bij rouw
Na een groot verlies kunt u veel verschillende dingen voelen:
U kunt het niet geloven
U kunt niet geloven dat het echt waar is. Veel mensen hebben dit gevoel als iets net gebeurd is. Een dierbare is net overleden, of iemand heeft te horen gekregen dat hij niet lang meer te leven heeft. Het verlies is nog niet te bevatten.
U bent verdrietig
Iets of iemand verliezen doet pijn: geestelijk en lichamelijk. Veel mensen laten het niet graag merken als ze verdrietig zijn of huilen. Maar het verdriet helpt ook om met de nare situatie om te gaan.
U bent opgelucht
U kunt ook opgelucht zijn nadat bijvoorbeeld uw partner of ouder is overleden. Bijvoorbeeld als hij of zij veel pijn had of als de verzorging heel zwaar is geweest. Of misschien had u een slechte relatie met degene die overleden is. Opgelucht zijn mag, het is niet raar.
U voelt zich schuldig
Misschien heeft u iets gedaan of gezegd, of juist dingen niet gedaan of gezegd. Daar kunt u zich schuldig over voelen. Mensen voelen zich ook vaak schuldig als ze zich na een tijdje weer beter gaan voelen. Als ze niet meer zo verdrietig zijn en weer meer zin krijgen in dingen.
U bent boos
U kunt boos zijn na een verlies. Het voelt niet eerlijk wat u is overkomen. Misschien bent u boos op iemand anders, misschien ook op uzelf.
U voelt zich eenzaam en alleen
Veel mensen voelen zich na een verlies alleen en soms ook eenzaam. Zeker als ze lang bij iemand zijn geweest en die overlijdt. Sommige mensen missen hun partner of hun kind zo, dat ze bijna gek worden. Soms lijkt het misschien alsof u de overledene op straat ziet lopen, of thuis hoort komen.
U bent somber
Als u een partner, kind, vader of moeder verliest kunt u het verdriet nog jaren voelen. Het maakt u somber; u heeft minder zin in dingen. Ook als de somberheid minder wordt, zullen er nog regelmatig momenten zijn waarop u het verdriet weer voelt. Somberheid kan overgaan in een depressie.
U heeft een gevoel van tevredenheid
U kunt in een periode van rouw ook een tevreden gevoel hebben. Over hoe het afscheid gegaan is bijvoorbeeld. En over de mooie dingen die u beleefd heeft met iemand.
U heeft lichamelijke klachten
Ook lichamelijk kunt u merken dat u rouwt, bijvoorbeeld:
- uw spieren voelen gespannen
- u heeft minder zin in eten
- uw concentratie is minder
- u bent snel moe
- u slaapt minder goed
- u bent onrustig en heel actief
- u heeft hoofdpijn.
U kunt het accepteren
Langzaam voelt u zich weer vaker wat beter. U krijgt weer meer zin in dingen. Uiteindelijk kunt u het verlies accepteren.
Veel mensen voelen zich na een jaar weer goed genoeg om verder te kunnen met hun leven.
Wat kunt u doen als u rouwt?
Rouwen kost tijd en moeite. Geef uzelf die tijd. De een heeft meer tijd nodig dan de ander. U hoeft zich niet te schamen voor uw gedachten of gevoelens. Het is bijvoorbeeld niet raar om opgelucht te zijn, of juist heel boos.
Herinneringen kunnen u helpen bij het verwerken van uw verlies. Bekijk bijvoorbeeld foto's of schrijf herinneringen op.
Blijf goed voor uzelf zorgen:
- Ga op ‘normale’ tijden naar bed.
- Sta op tijd op en kleed u aan.
- Eet drie keer per dag, ongeveer op vaste tijden.
- Drink liever geen alcohol en gebruik geen drugs. Het verdooft emoties, maar u kunt er verslaafd aan raken.
- Blijf als het kan werken. Of dingen doen die u normaal deed.
- Beweeg: sporten is goed, maar rustig wandelen of fietsen ook.
- Zorg voor ontspanning door dingen te doen die u prettig vindt.
Voor veel mensen helpt het om te praten met iemand die ze vertrouwen. Vertel over wat u denkt en voelt. Ook als u er eigenlijk geen zin in heeft. Of als u denkt dat anderen er misschien niet over willen praten. Vaak geeft het toch een prettig gevoel en voelt u zich minder alleen. De aandacht van goede vrienden en familie kan u het beste helpen bij de verwerking.
Wat als de rouw niet overgaat?
Meestal wordt rouw langzaam minder. Hoe lang het duurt is voor iedereen anders, maar na een jaar voelen de meeste mensen zich beter. Soms gaat de rouw niet vanzelf over. Het is dan na een jaar nog (bijna) net zo erg als in het begin. Rouw die niet overgaat noemen we een ‘complexe rouwstoornis’. Van 100 mensen die een dierbare verliezen krijgen 5 tot 10 hier last van.
Hieraan herkent u rouw die niet overgaat:
- U heeft minimaal 1 jaar geleden een groot verlies meegemaakt.
- Het verdriet en andere klachten die horen bij rouw zijn nog (bijna) net zo erg als in het begin.
- U zou zelf willen sterven om bij de overledene te zijn.
- U vindt het moeilijk om andere mensen te vertrouwen.
- Het leven voelt leeg en zonder betekenis. U heeft nergens echt zin in. En u weet niet wat u kunt doen om het beter te maken.
- Door de klachten lukken dagelijkse dingen niet goed, zoals slapen, eten, werken of het huishouden doen.
Wanneer de huisarts bellen bij rouw?
Maak een afspraak bij uw huisarts:
- Als u somber blijft.
- Als u denkt dat de somberheid erger wordt (een depressie).
- Als het langere tijd niet lukt om goed te eten en te slapen.
- Als u het gevoel heeft dat de verwerking van uw verlies niet goed gaat.
- Als u probeert om de pijn niet te voelen door bijvoorbeeld alcohol te drinken, medicijnen of drugs te gebruiken.
- Als de rouw niet overgaat.
Behandeling van rouw die niet overgaat
Voelt u zich een jaar na het verlies nog niet beter en heeft u het gevoel dat u er zelf niet uit komt? Ga dan naar uw huisarts. Praten met uw huisarts of de praktijkondersteuner ggz kan helpen. Zo nodig verwijst uw huisarts u naar een psycholoog.
- Een psycholoog kan u behandelen met therapie. Dit heet cognitieve gedragstherapie.
- Bij deze therapie kijkt u samen met de psycholoog naar uw gedachten en verwachtingen. Helpen ze u? Kloppen ze met de werkelijkheid? U leert anders denken, waardoor u zich beter gaat voelen.
- Soms helpt het om tegelijk met de therapie medicijnen te nemen tegen depressie (antidepressiva). Uw huisarts schrijft die dan voor.
- Er bestaan ook hulpprogramma’s via internet die u kunnen helpen. Bijvoorbeeld om actief met uw gezondheid om te gaan. Zulke online hulp heet e-health. Uw hulpverlener kan er meer over vertellen.
Na behandeling van rouw die niet overgaat
Aan het eind van de behandeling maakt u samen met uw behandelaar een plan. Daarin staat:
- Hoe u kunt herkennen welke situaties uw klachten kunnen uitlokken.
- Wat bij u signalen zijn dat de klachten terugkomen.
- Wat u zelf kunt doen als de klachten terugkomen.
- Wanneer u hulp moet zoeken.
- Bij wie u terechtkunt als de klachten terugkomen.
Meer informatie over rouw
Meer informatie over rouwverwerking vindt u hier:
- MINDblue.nl: site over psychische gezondheid en hulp.
- Landelijk Steunpunt Verlies.
- Achter de Regenboog, voor kinderen die te maken hebben met verlies.
- De Wereld van Verschil, voor gezinnen met kinderen van 0-12 jaar en voor jongeren van 12-20 jaar.
We hebben deze informatie gemaakt met de richtlijnen voor huisartsen en voor de geestelijke gezondheidszorg (de Generieke module Psychische klachten in de huisartsenpraktijk en de Zorgstandaard Psychotrauma.