In het kort
- Als u goede schoenen draagt, is de kans op voetklachten kleiner.
- Goede schoenen:
- passen goed om uw voet
- hebben een stevige zool
- zijn gemaakt van materiaal dat lucht en vocht doorlaat
- Koop schoenen altijd aan het einde van de dag.
- Pas altijd beide schoenen, want de ene voet is vaak iets groter dan de andere voet.
- Draag sokken in uw schoenen. Dan krijgt u minder snel blaren.
Film
Download deze film
- Filmbestand mp4, 3:29 minuten, 33mb
- Geluidsbestand voor als je slecht ziet of blind bent mp3, 3:29 minuten, 5mb
- Ondertitelingsbestand srt, 4kb
- © 2012-2024 NHG | Gebruiksvoorwaarden
Waarom zijn goede schoenen belangrijk?
Door goede schoenen te dragen, kunt u voetklachten helpen voorkomen.
Voetklachten kunnen zijn:
- pijn
- hallux valgus (de grote teen staat scheef)
- de andere tenen staan krom
- likdoorns of eeltplekken
- blaren
Ook kunt u sneller vallen als u slechte schoenen draagt. Bijvoorbeeld als de zolen te glad zijn of de hakken te hoog.
Goede schoenen kunnen niet altijd voorkomen dat u voetklachten krijgt. Wel is de kans op voetklachten kleiner als u goede schoenen draagt.
Als u al voetklachten heeft, kunnen goede schoenen ervoor zorgen dat uw klachten minder worden.
Heeft u diabetes (suikerziekte), dan is het extra belangrijk dat u uw voeten goed verzorgt en goede schoenen draagt. Schoenen beschermen uw voeten als u zich bijvoorbeeld stoot of op iets hards stapt.
Wat zijn goede schoenen?
Goede schoenen passen goed om uw voet. Dat betekent:
- Ze mogen niet te kort of te lang zijn. Uw tenen moeten niet klem zitten, maar uw voet moet ook niet schuiven in uw schoen.
- Ze passen goed om de bovenkant en zijkanten van uw voet. De schoen mag niet zo strak zitten dat na een tijdje uw kleine teen als een knobbel door de schoen te zien is.
- Ook de zolen van schoenen zijn belangrijk. Ze moeten ervoor zorgen dat u niet uitglijdt. Ze mogen dus niet te glad zijn.
- Ze zijn gemaakt van materiaal dat lucht en vocht doorlaat, materiaal dat 'ademt'. Vocht moet weg kunnen, zodat uw sokken niet nat worden. Natuurlijke materialen, zoals leer, zijn goed. Er zijn ook moderne kunststoffen die lucht en vocht goed doorlaten.
Heeft u geen voetklachten? Dan is een steunzool niet nodig. Zonder een steunzool laat u uw voetspieren goed werken.
Heeft u wél voetklachten? Dan kan een steunzool wel goed zijn. Hier kan een podotherapeut of orthopedisch schoenmaker u bij helpen.
Waar moet ik op letten als ik nieuwe schoenen koop?
Let bij het kopen van nieuwe schoenen op:
De maat
- Koop schoenen aan het einde van de dag. Uw voeten kunnen aan het einde van de dag dikker zijn.
- Pas altijd beide schoenen in de winkel. Bijna niemand heeft voeten die precies even groot zijn.
- Koop de schoenen die het beste bij uw langste voet passen.
- Als u ouder wordt, worden uw voeten iets groter. U houdt dus niet altijd dezelfde maat.
- Aan de voorkant van de schoen moeten uw tenen wat ruimte hebben: zo breed als een duim. De verkoper kan dat het beste meten als u staat.
- Uw tenen mogen niet naar voren schuiven als u loopt. Ook moeten uw tenen niet tegen de zijkant van de schoen gedrukt worden.
- Kijk of u uw tenen nog omhoog kunt bewegen als u staat. Als dat lukt, is het goed. Zo komen uw tenen en nagels niet in de knel.
- Schoenen worden niet groter als u er een tijdje mee loopt. Als een schoen al bij het passen te klein is, blijft dat dus zo.
De vorm
- Past de schoen goed om uw voet?
- Past uw steunzool of orthese in de schoen? Pas nieuwe schoenen altijd met uw steunzool erin. Uw podotherapeut of orthopedische schoenmaker kunnen u advies geven welke schoenen voor u geschikt zijn. Er bestaan speciale schoenen met ruimte voor een uitneembare zool.
- Is de hak niet te hoog? Zorg ervoor de hak niet hoger dan 3 centimeter is.
- Is de hak breed? Als de hak breed is, staat u er steviger op.
De kwaliteit
- Is de achterkant van de schoen stevig genoeg? Voel met uw duim of u de achterkant van de schoen kunt indrukken. Als dat niet lukt, is het goed.
- Buigt de schoen op de plek waar uw tenen buigen als u loopt of op uw tenen staat? Dan is het goed. Een schoen hoort niet op andere plekken te buigen, bijvoorbeeld in het midden van de zool.
- Is de zool stevig genoeg? Probeer de voorkant en de achterkant van de schoen allebei een andere kant op te draaien. Gaat dit moeilijk, dan is de zool stevig en dus goed.
- Is de zool niet te glad waardoor u kan uitglijden?
- Hoe voelt de binnenkant van de schoen? Voel met uw hand in de schoen of er stugge naden of stiksels zitten. Daar kunt u voetklachten door krijgen.
Wanneer de huisarts bellen bij voetklachten?
Maak een afspraak bij uw huisarts als u last heeft van uw voeten. Bijvoorbeeld bij pijn, eelt of wondjes.
Uw huisarts onderzoekt uw voeten. De huisarts kijkt of de klachten misschien komen door de schoenen die u draagt.
Meer informatie over goede schoenen en voetklachten
We hebben deze tekst gemaakt met: