In het kort
- U wordt opgenomen in het ziekenhuis.
- U krijgt onderzoeken om te zien waardoor de sepsis komt.
- De artsen proberen uw bloeddruk en ademhaling zo snel mogelijk normaal te krijgen.
- Behandeling kan zijn:
- medicijnen tegen ontstekingen door bacteriën (antibiotica)
- extra vocht, zuurstof of medicijnen
- Als uw nieren slecht werken, krijgt u nierdialyse.
- Ga zodra het kan bewegen om uw lichaam sterk te maken.
Welke behandeling krijg ik bij een sepsis?
Met een sepsis komt u vaak eerst op de spoedeisende hulp. Daar onderzoeken artsen waardoor de sepsis komt. Dit kan een bacterie, schimmel, virus of parasiet zijn.
Op de spoedeisende hulp krijgt u meteen een behandeling:
- Als de oorzaak een bacterie is, krijgt u medicijnen tegen ontstekingen door bacteriën (antibiotica). Voor de andere oorzaken kunt u andere medicijnen krijgen.
- Is uw bloeddruk erg laag, dan krijgt u vocht via een infuus.
- U krijgt misschien ook extra zuurstof, bijvoorbeeld via een slangetje in uw neus.
- Het kan zijn dat uw organen minder goed werken. U krijgt dan een behandeling om uw organen te helpen. Bijvoorbeeld:
- U wordt geholpen bij het ademen met een apparaat (beademing).
- U krijgt een infuus of medicijnen om te zorgen dat uw bloeddruk stijgt.
- U krijgt medicijnen die uw hart helpen bij het pompen.
- U krijgt dialyse om het werk van uw nieren te doen.
- De arts let extra op uw hartslag, bloeddruk en temperatuur.
- Ook controleert de arts of u goed wakker bent en of u genoeg plast.
- Soms krijgt u een blaaskatheter. Dit is een slangetje in de plasbuis. Door te meten hoeveel u plast, kan de arts snel zien of uw nieren nog goed werken. En of de afvalstoffen goed uit uw lichaam gaan.
- Soms heeft u meer vocht of zuurstof nodig, of een ander medicijn.
De arts op de spoedeisende hulp kijkt hoe goed u reageert op de behandeling. Soms is het nodig dat u verder wordt behandeld op een speciale afdeling waar u extra veel zorg krijgt (intensive care).
Hoe gaat het verder na een sepsis?
Het verschilt per persoon hoe lang klachten na een sepsis blijven. Ongeveer de helft van de mensen is beter binnen 1 jaar na de sepsis. Sommige mensen houden altijd klachten.
Klachten na een sepsis kunnen zijn:
- moe zijn
- zwakke spieren
- weinig zin in eten
- benauwd zijn
- problemen met slikken
- meer kans op ontstekingen
- problemen om uw aandacht ergens bij te houden
- moeite om dingen te onthouden
- moeite met gesprekken met meer mensen tegelijk
- sombere gevoelens
- angst
- post traumatisch stress syndroom (PTSS), het opnieuw beleven van de heftige gebeurtenis
- slecht slapen
Heeft u op de intensive care (IC) gelegen? Dan kunt u daar ook klachten van hebben. We noemen deze problemen het Post Intensive Care Syndroom (PICS). Kijk hoe u weer sterker kunt worden als u op de IC heeft gelegen.
Oefenen en eten om beter te worden
Het is heel belangrijk dat u zo snel mogelijk weer beweegt. Vaak begint u al in het ziekenhuis met oefeningen op bed of naast het bed. Bijvoorbeeld:
- armen en benen bewegen
- zitten en staan
- bewegen op een bedfiets
Ook is het goed om te oefenen met uw aandacht ergens bijhouden en dingen onthouden. U kunt dat bijvoorbeeld doen door puzzels te maken.
U krijgt ook speciale voeding om beter te worden en uw spieren sterker te maken. Meestal is dit voeding met extra veel eiwitten.
Praten over zorgen en angsten na een sepsis
Een sepsis is heel heftig om mee te maken voor u en de mensen om u heen. U bent misschien bang om weer ziek te worden. Uw familie en vrienden zijn bezorgd om uw gezondheid. Praat daarover met elkaar.
U kunt via uw huisarts ook contact zoeken met een psycholoog om over uw zorgen en angsten te praten.
Soms is het fijn om contact te hebben met mensen die ook een sepsis hebben gehad.
Meer informatie over sepsis
Contact met mensen die ook een sepsis hebben gehad: IC Connect
Wij maakten deze tekst met de richtlijn voor artsen over sepsis.