Ik heb problemen met slikken door de ziekte van Parkinson

In het kort

In het kort

  • Bij problemen met slikken kun je aangepast eten en drinken nemen.
  • Met sliktraining kun je leren om anders te slikken.
  • Kun je medicijnen niet goed doorslikken? Vraag je arts of apotheek om advies.
  • Het is extra belangrijk dat je je mond goed verzorgt.
Problemen met slikken bij de ziekte van Parkinson

Problemen met slikken bij de ziekte van Parkinson

Door de ziekte van Parkinson gaan zenuwen en spieren anders werken. Daardoor slik je steeds minder automatisch. Daardoor kun je je erg verslikken. Of je eten en drinken blijft in je mond, keel of slokdarm hangen.

De problemen met slikken worden langzaam erger. Eten kost daardoor vaak erg veel tijd.

Vaak is het ook moeilijk om speeksel weg te slikken. Je hebt dan veel speeksel in je mond. Soms loopt het speeksel ook je mond uit.

Wat merk je bij problemen met slikken?

Wat merk je bij problemen met slikken?

Als je moeite hebt met slikken, heb je steeds 1 of meer van deze klachten:

  • Je moet hoesten tijdens het eten.
  • Je moet kokhalzen: je hebt het gevoel dat je moet overgeven.
  • Je eten of drinken komt weer omhoog nadat je geslikt hebt.
  • Je eten of drinken komt door je neus naar buiten.
  • Je voelt een brok in je keel.
  • Je knoeit tijdens het eten.
  • Je verliest speeksel.
  • Je hebt een slechte adem.
  • Je bent bang om te stikken.
  • Je stem klinkt anders na het eten.
  • Je kunt het eten niet doorslikken. Het blijft in je mond zitten.

Deze klachten maken eten en drinken vervelend. Je wilt misschien liever niet meer eten of drinken. Of je doet dat liever niet meer samen met anderen. Je kunt ook andere problemen krijgen met je gezondheid, zoals:

  • afvallen
  • uitdrogen
  • longontsteking: dat kun je krijgen als je het eten niet goed kunt ophoesten nadat je je hebt verslikt
Aangepast eten en drinken bij problemen met slikken

Aangepast eten en drinken bij problemen met slikken

Je kunt aangepast eten en drinken nemen om je minder te verslikken. Dan gaat eten en drinken weer beter. Zo krijg je ook genoeg vocht en voedingsstoffen binnen.

Je arts kan je doorsturen naar een logopedist of diëtist. Zij geven advies over welk eten en drinken bij jouw problemen met slikken past.

Hoe kun je eten en drinken aanpassen?

  • Kies voor zacht, gemalen of vloeibaar eten. Of eten waardoor je meer speeksel krijgt. De diëtist legt uit welk eten je het beste kunt nemen.
  • Kies voor dranken die wat dikker zijn. Of maak dunne dranken dikker. Maak de drank zo dik als karnemelk, vla of pudding. Een diëtist of logopedist legt uit hoe je dat kunt doen.

Het helpt ook als je rustig eet en drinkt. Neem kleine hapjes en slokjes.

Ook met aangepast eten en drinken krijg je niet altijd genoeg vocht en voedingsstoffen binnen. De diëtist kan je hierbij helpen, bijvoorbeeld met makkelijke en gezonde recepten.

Speciale voeding op advies van een arts kan soms ook helpen.

Eten en drinken via een slangetje

Lukt het niet om zelf genoeg te eten en te drinken? Dan kun je vocht en voedingsstoffen binnenkrijgen via een slangetje. Dit kan op 2 manieren:

  • Met een sonde: het slangetje gaat door je neus of via een gaatje in de buik direct naar je maag.
  • Met een infuus: het slangetje zit in een bloedvat. Zo krijg je vocht en voedingsstoffen direct in je bloed.

Meestal kun je daarnaast gewoon blijven eten en drinken.

Samen eten en drinken bij problemen met slikken

Samen eten en drinken bij problemen met slikken

Eten en drinken doe je vaak samen met familie en vrienden. Als je moeilijk kunt slikken, kun je vervelende klachten hebben. Je kunt bijvoorbeeld niet goed tegelijk eten en praten. Of je kunt bang zijn om je te verslikken. Je kunt je ook schamen. Hierdoor wil je misschien liever niet meer samen met anderen eten. Of je kunt niet meer genieten van eten en drinken.

Praat hierover met de mensen die je goed kent. Vertel mensen van tevoren over je problemen met slikken. De meesten hebben hier begrip voor.

Tips voor eten en drinken met anderen erbij

  • Stop even met praten als je eet. Vertel ook aan de mensen met wie je eet dat dit nodig is.
  • Kauw zo goed mogelijk.
  • Kies voor makkelijk eten en drinken als je samen met anderen eet. Zoals puree, gestoofde vis en wat dikkere vruchtendrank.
  • Krijg je voedingsstoffen via je een slangetje in je neus (sonde)? Vind je het vervelend dat anderen het slangetje zien? Een sonde door de buik kan soms een oplossing zijn.
Praten over problemen met slikken

Praten over problemen met slikken

Je kunt psychische klachten krijgen door je problemen met slikken. Je huisarts of de arts in het ziekenhuis kan je doorsturen voor hulp. Je kunt terecht bij een logopedist, een maatschappelijk werker, de praktijkondersteuner bij de huisarts of een psycholoog. Zij kunnen je helpen om de slikproblemen te accepteren, hulpmiddelen te gebruiken of om makkelijker te slikken.

Vaak helpt het ook om met mensen te praten die hetzelfde meemaken. Zij hebben tips en weten wat je meemaakt. Via je patiëntenvereniging kun je met hen in contact komen.

Sliktraining bij problemen met slikken

Sliktraining bij problemen met slikken

Soms kan sliktraining helpen. Sliktraining krijg je van een logopedist die hiervoor opgeleid is. Je leert dan op een andere manier te slikken. Bijvoorbeeld:

  • slikken met je kin op de borst
  • krachtiger slikken
  • je stembanden dicht houden tijdens het slikken
  • je neus en luchtpijp langer dicht houden en je slokdarm langer open houden

Tijdens de sliktraining kun je ook leren om je eten en drinken aan te passen. Na een paar keer is meestal duidelijk of deze therapie bij jou werkt.

Medicijnen gebruiken als je moeilijk kunt slikken

Medicijnen gebruiken als je moeilijk kunt slikken

Vind je het moeilijk om medicijnen door te slikken? Vraag je apotheek of arts om advies.

Dit kunnen oplossingen zijn:

  • Je kunt de medicijnen slikken met dik vocht, zoals appelmoes.
  • Je kunt de medicijnen slikken met een slikgel. Dat is een dikke vloeistof. De medicijnen blijven dan net zo goed werken.
  • Misschien kun je de medicijnen in een andere vorm krijgen. Bijvoorbeeld als drankje of als zetpil voor in de anus (poepgat).
Je mond verzorgen bij problemen met slikken

Je mond verzorgen bij problemen met slikken

Als je moeite hebt met slikken, is het extra belangrijk om je mond goed te verzorgen. Je hebt meer kans op longontsteking als je je mond niet goed verzorgt en je je verslikt. Problemen met je gebit maken eten en drinken ook lastiger.

Dit kun je doen:

  • Hou je lippen vet, bijvoorbeeld met vaseline.
  • Poets je tanden met een elektrische tandenborstel.
  • Poets je tanden na elke maaltijd. Of maak na elke maaltijd je kunstgebit schoon.
  • Gebruik een tongschraper als je een wit of geel laagje op je tong hebt (tongbeslag). Dit zijn bacteriën en restjes eten.
  • Controleer of er nog restjes eten in je mond zitten na het eten.
  • Je kunt kiezen voor een tandpasta met een minder sterke smaak. Die kun je kopen bij de apotheek.
  • Hou je mond vochtig. Bijvoorbeeld met een mondgel of spray. Dat is vooral belangrijk als je alleen eten en drinken via een slangetje krijgt (sonde of infuus).
  • Krijg je hulp om je tanden te poetsen of je mond schoon te maken? Zorg dan dat je zit en niet ligt. Je verslikt je dan minder snel in de tandpasta.

Het is belangrijk dat je regelmatig controle krijgt bij de tandarts of mondhygiënist.

Meer informatie over problemen met slikken door de ziekte van Parkinson
FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?