Mijn kind woog te weinig en gaat uit het ziekenhuis met een behandelplan

• Zorg dat u en uw kind doen wat in het behandelplan staat.
• Zorg dat uw kind genoeg beweegt. Dat is belangrijk voor dikkere spieren en sterkere spieren. Spelen, lopen of fietsen is heel goed. Laat uw kind langzaam steeds meer gaan bewegen.
• Heeft uw kind problemen met slikken, kauwen, zuigen of praten, dan kan uw kind hulp krijgen van een logopedist.
• Misschien heeft uw kind eten via een slangetje gekregen. Uw kind moet de mond dan weer goed leren gebruiken. Een logopedist kan daarbij helpen.
• Heeft uw kind een psychisch probleem, bijvoorbeeld een eetprobleem? Dan krijgt uw kind hier hulp voor. Bijvoorbeeld van een kinderpsychiater.
• Uw kind gaat naar het ziekenhuis voor een controle door de kinderarts of diëtist. U bespreekt met hen wanneer deze afspraken zijn.

Erover praten

Het is heftig als uw kind problemen heeft of ziek is. Voor uw kind en ook voor u.

Erover praten kan helpen:

• Bijvoorbeeld met een psycholoog of maatschappelijk werker. Uw huisarts kan u doorsturen.
• Of praat met ouders die ook een kind hebben dat ziek is. Dat kan via een vereniging voor ouders die een kind hebben met dezelfde ziekte als uw kind. Of via de vereniging Nee-eten.

Als uw kind met iemand wil praten, kan de huisarts uw kind doorsturen naar een kinderpsycholoog.