In het kort
- Een dik, warm, pijnlijk en roder of donkerder onderbeen kan een trombosebeen zijn.
- Bel met deze klachten je huisarts of de huisartsen-spoedpost.
- Trombose is een bloedprop in een ader.
- Door de bloedprop kan de ader dicht gaan zitten.
- Je hebt medicijnen nodig: bloedverdunners.
Wanneer bellen als je denkt dat je een trombosebeen hebt?
Spoed: Bel direct je huisarts of de huisartsen-spoedpost in deze situaties:
- Je kuit is dik, glanst, doet pijn en is warmer dan normaal.
- Je ademt sneller dan normaal en ademen doet pijn. Dit kunnen klachten zijn van een bloedprop in een long.
Wat is een trombosebeen?
Bij een trombosebeen zit er een bloedprop in een ader van je been.
De prop kan langzaam groter worden. Zo groot dat het bloedvat dicht gaat zitten.
Je bloed kan dan niet meer goed van je onderbeen naar je hart stromen. Daardoor wordt je onderbeen dik en pijnlijk.
Wat merk je als je een trombosebeen hebt?
Trombose in je been kan 1 of meer van deze klachten geven:
- Je kuit is dik en glanst.
- Je been doet pijn.
- Je been voelt warm.
- Je been is roder. Bij een lichte huid is dat goed te zien, bij een donkere huid minder goed.
Je kunt deze klachten opeens krijgen. Of langzaam in een paar dagen.
Waardoor krijg je een trombosebeen?
Bij trombose ontstaat er een bloedprop in een ader.
Dit kan komen door deze dingen:
- Het bloed in je been stroomt langzamer. Dat gebeurt als je je kuit lang niet beweegt. Bijvoorbeeld omdat je veel ligt na een operatie.
- De stoffen in je bloed zijn anders. Dat is bijvoorbeeld zo als je hormonen slikt, zoals de pil. Of als je zwanger bent of net bevallen.
- De wand van een bloedvat is beschadigd. Er zitten dan kleine wondjes aan de binnenkant van je bloedvaten.
Bijvoorbeeld door ouderdom of roken. Of doordat je eerder trombose hebt gehad.
Wanneer heb je een grotere kans op een trombosebeen?
Je hebt een grotere kans op een trombosebeen door deze dingen:
Als je je benen lange tijd weinig beweegt:
- als je lang op bed moet liggen
- als je een gebroken been hebt en gips
- als je een grote operatie hebt gehad
- bij een reis waarbij je lang zit, bijvoorbeeld langer dan een paar uur
Door vrouwelijke hormonen in je bloed
Meer vrouwelijke hormonen in je bloed maken de kans op trombose groter. De hormonen heten oestrogenen. Je hebt meer hiervan in deze situaties:
- als je zwanger bent of net bevallen
- als je 1 van deze voorbehoedmiddelen gebruikt: de prikpil, de pil, een hormoonring, een hormoonpleister
- als je hormonen in de overgang gebruikt
Bij veranderingen in je bloed door een ziekte
Door een ziekte kunnen stoffen in het bloed veranderen. Dat kan een grotere kans op trombose geven. Bijvoorbeeld bij deze ziektes:
- kanker
- hartfalen
- nierschade
- een erfelijke ziekte waarbij je bloed te snel dik wordt
Door problemen die schade aan de bloedwanden geven:
- ouder worden
- als je te zwaar bent
- roken
- een grote ontsteking van een ader in je been
- als je al eens een trombosebeen hebt gehad
Onderzoek als je misschien een trombosebeen hebt
De huisarts vraagt je een aantal dingen, onderzoekt je been en kan zo inschatten of er een kans is op een trombosebeen.
Kans groot: echo van je been
Als de huisarts inschat dat de kans op trombose groot is:
- Dan stuurt de huisarts je dezelfde dag naar het ziekenhuis.
- Daar wordt een echo van je been gemaakt. Daarop is te zien of je een bloedprop in je been hebt.
Soms kan er niet dezelfde dag een echo gemaakt worden in het ziekenhuis. Omdat je bijvoorbeeld 's avonds naar de huisartsen-spoedpost gaat met klachten aan je been. Dan kan de huisarts je een bloedverdunner geven. Die neem je dan totdat de echo gedaan is.
Kans klein: eerst bloedonderzoek
Als de huisarts inschat dat de kans op trombose klein is:
- Dan kan de huisarts bloedonderzoek laten doen. Er wordt gemeten hoeveel van het stofje d-dimeer in je bloed zit.
Is d-dimeer normaal? Dan heb je geen trombosebeen.
Is d-dimeer hoger dan normaal? Dan is er een kans dat je een trombosebeen hebt. Om dat zeker te weten, is een echo van het been nodig.
Als het trombose is
Als je een trombosebeen hebt, krijg je meestal bloedverdunners.
Meer informatie over trombose
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor huisartsen over trombose.