Ik ben vaak bang

In het kort

In het kort

  • Als je vaak bang bent, helpt gezond leven: genoeg bewegen, goed slapen en gezond eten.
  • Blijf de dingen doen die je spannend vindt.
  • Schrijf je ervaringen over angstige momenten op.
  • Schrijf ook gedachtes op die je rustig maken.
  • Praat over de angst met iemand die je vertrouwt. Zoals een vriend of vriendin, een docent of collega. Of met je huisarts.
Is het normaal?

Ik ben vaak bang. Is dat normaal?

Je kunt bang zijn op deze momenten:

Bang zijn als er gevaar is

Bang zijn is normaal en nuttig als er gevaar is. Als je bang bent, reageert je lichaam: je hart gaat sneller kloppen en je gaat sneller ademhalen. Dat helpt om weg te vluchten of te vechten.

Bang zijn bij problemen: angstklachten

Door problemen kun je vaak bang zijn. Bijvoorbeeld door problemen met je familie, op je werk, op school, met geld of met je gezondheid.
We noemen het dan angstklachten.

De angstklachten verdwijnen weer als de problemen zijn opgelost. Of als je ermee hebt leren omgaan.

Bang zijn zonder gevaar of problemen: angststoornis

Je kunt ook heel vaak bang zijn zonder duidelijke oorzaak. Dus zonder dat er gevaar is of problemen zijn. Dit heeft vervelende gevolgen:

  • Je durft bijvoorbeeld niet meer naar bepaalde plekken toe. Of je durft bepaalde dingen niet meer te doen.
  • Hierdoor gaat de angst niet weg, maar wordt hij juist erger.
  • De angstklachten kunnen dan een angststoornis worden.
Adviezen

Hoe kun je angstklachten minder maken?

Je kunt zelf een aantal dingen doen om je angst minder te maken en je beter te voelen:

Gezonder leven

  • Bekijk het filmpje met adviezen om je beter te voelen.
  • Bewegen en sporten zorgen ervoor dat je je beter voelt. Ga bijvoorbeeld fietsen, hardlopen of naar de sportschool. Beweeg een half uur op een dag of meer.
  • Drink geen alcohol.
  • Blow niet en neem geen andere drugs. Vraag hulp als je wilt stoppen of minder wilt gebruiken.
  • Probeer regelmaat in je leven te houden:
    Ga op vaste tijden naar bed en sta op vaste tijden op.
    Eet ook op vaste tijden.
    Ga elke dag naar buiten. Buitenlucht en bewegen geven je een beter gevoel.
  • Probeer te ontspannen. Dat kan bijvoorbeeld door rustig te ademen, met yoga, meditatie of ontspannings-oefeningen.

Erover praten

  • Vertel mensen die belangrijk voor je zijn hoe je je voelt. Je voelt je dan minder alleen.
  • Als de klachten vooral komen door problemen met je school of studie: praat erover met je mentor of een andere docent die je vertrouwt.
  • Als je angst vooral komt door problemen thuis: praat erover met een vriend, een docent op school, een collega van je werk, je huisarts of met iemand anders die je vertrouwt.
  • Als de angst vooral komt door problemen op je werk: praat erover met je werkgever of de bedrijfsarts.

Online cursus

Je kunt een online cursus doen. Bijvoorbeeld Grip op je dip (tot 25 jaar). Deze helpt ook bij angstklachten. Of vraag je huisarts welke online cursus je kunt doen als je ouder bent.

Zo veel mogelijk alles blijven doen

Blijf de dingen doen die je spannend vindt. Zo leer je met de spanning omgaan. De angst wordt daardoor minder.

Je gedachtes veranderen

Op angstige momenten denk je vanzelf aan dingen die de angst erger maken. Dat helpt niet. Die gedachtes kun je veranderen. Je kunt dat leren.
Hoe kun je dat doen?

  • Je schrijft je ervaringen op.
    Schrijf in een dagboek. Dat kan op papier of in je telefoon. Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten: Waar denk je dan aan? Waar ben je bang voor? Wat voel je? Hoe reageer je hierop? En wat doe je dan?
  • Je bedenkt gedachtes die jou geruststellen.
    Denk goed na of er wel een reden is om zo bang te zijn. Bedenk daarna welke gedachtes je kunnen helpen. Gedachtes die je rustig maken. Schrijf deze gedachtes op.
  • Schrijf ook op wat je vanaf nu kunt doen op angstige momenten. Bijvoorbeeld rustig ademen om te ontspannen.
  • Lees op angstige momenten je dagboek: gedachtes die jou geruststellen en dingen die je kunt doen, zoals rustig ademen.
Behandeling

Behandeling van angstklachten

Je kunt met angstklachten naar je huisarts of de praktijkondersteuner gaan. Die gaat samen met jou op zoek naar de oorzaak van je angst. Ook krijg je adviezen hoe je de angst minder kunt maken.

Na 1 of 2 weken kom je terug om te bespreken hoe het gaat.

  • Zijn je klachten minder?
    Dan heb je verder geen behandeling nodig.
  • Zijn ze niet minder of juist erger geworden?
    Dan onderzoekt de huisarts of je misschien een angststoornis hebt. Bijvoorbeeld een angst- en piekerstoornis of een paniekstoornis. Samen bespreken jullie welke behandeling bij je past.
  • Heb je bij de angstklachten ook last van somberheid of andere problemen?
    Dan kunnen gesprekken met je huisarts of praktijkondersteuner helpen. Daarin leer je om problemen op te lossen en meer controle te krijgen over je leven. Deze behandeling heet Problem Solving Treatment (PST). Dit zijn ongeveer 5 gesprekken.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder als je angstklachten hebt?

Als je de adviezen volgt, is de kans groot dat de angstklachten helemaal verdwijnen. Dat gebeurt bij ongeveer 75 van de 100 mensen met angstklachten.

Soms worden angstklachten erger en kan het een angststoornis worden. Je kunt dat bijvoorbeeld hieraan merken:

  • Je wilt minder contact met anderen.
  • Je durft niet meer naar bepaalde plekken toe.
  • Je voelt je al lang gespannen, moe of onzeker.
Wanneer bellen

Wanneer bellen bij angstklachten?

Maak een afspraak met je huisarts in deze situaties:

  • als je angstklachten niet minder worden
  • als je angstklachten steeds erger worden
  • als je online een cursus volgt en daarbij hulp wilt
  • als je angstklachten een tijd weg zijn en toch weer terug komen

Hoe eerder je iets aan je angstklachten doet, hoe groter de kans dat je er vanaf komt.

Meer informatie

Meer informatie over angstklachten

We hebben deze tekst gemaakt met:

Deze tekst is aangepast op
GGZ

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?