Mijn naaste heeft autisme

In het kort

In het kort

  • Leer herkennen welke situaties je naaste lastig vindt.
  • Help je naaste om stress minder te maken. Bijvoorbeeld zo:
    • Geef je naaste tijd voor hoe die dingen wil doen.
    • Praat vooraf over situaties die gaan komen.
    • Doe samen dingen die ontspannen.
  • Bereid jezelf en je naaste voor op veranderingen.
  • Je naaste kan hulp krijgen om beter om te gaan met autisme.
  • Vraag zelf ook hulp als dat nodig is.
Wat is autisme?

Wat is autisme?

Mensen met autisme voelen en beleven dingen anders dan mensen zonder autisme:

  • Ze ervaren heftiger wat ze horen, zien, ruiken, proeven en voelen.
  • Ze hebben vaak moeite met veranderingen en onverwachte dingen.
  • Hierdoor gaan ze ook anders om met andere mensen. Ze begrijpen vaak niet goed hoe andere mensen zich voelen. En andere mensen begrijpen hun gedrag soms ook niet.

Autisme kan lastig zijn. Mensen met autisme passen zich minder snel aan aan anderen. Ook kan het moeilijker zijn om te begrijpen wat andere mensen voelen.
Dit kan problemen geven. Bijvoorbeeld thuis, op school of op het werk.

Autisme kan ook positieve kanten hebben. Zo kunnen mensen met autisme creatief zijn en op een originele manier denken. En ze zijn vaak heel trouw.

Ieder mens met autisme is anders. Het is dus ook voor iedereen anders wat de leuke en minder leuke kanten van autisme zijn.

Autisme komt voor bij mannen en bij vrouwen.
Ongeveer 1 van de 3 mensen met autisme heeft een verstandelijke beperking.

Wat merk je bij iemand met autisme?

Wat merk je bij iemand met autisme?

Mensen met autisme zijn vaak gevoeliger voor bijvoorbeeld geluiden en drukte. En ze hebben vaak moeite met veranderingen.

Wat je precies merkt, verschilt per persoon en leeftijd.

School, studie en werk

Op school, studie of werk kunnen mensen met autisme bijvoorbeeld dit merken:

  • Ze vinden het moeilijk om huiswerk of opdrachten te plannen.
  • Ze vinden samenwerken moeilijk.
  • Ze kunnen niet goed omgaan met stress.
  • Ze vragen geen hulp terwijl ze dat wel nodig hebben.
  • Ze zijn het liefst bezig met 1 onderwerp of hobby.

Moeite met veranderingen

Mensen met autisme kunnen veranderingen lastig vinden, zoals:

  • hoe hun lichaam verandert in de puberteit
  • verhuizen
  • een nieuwe baan
  • een relatie of vriendschap die stopt
  • met pensioen gaan
  • mensen die overlijden

Omgaan met anderen

Bij omgaan met anderen kunnen mensen met autisme dit merken:

  • Ze vinden het moeilijk om een relatie te beginnen. Of relaties duren maar kort.
  • Ze hebben weinig vrienden.
  • Als ze kinderen hebben, kunnen ze moeite hebben met de opvoeding.
  • Ze voelen zich eenzaam.

Vaak ook lichamelijke en psychische klachten

Mensen met autisme hebben vaak ook lichamelijke en psychische klachten. Bijvoorbeeld:

  • buikpijn
  • opgeblazen gevoel
  • diarree of juist moeilijk kunnen poepen
  • allergische reacties
  • problemen met slapen
  • angstig zijn
  • somber zijn

Bij meisjes en vrouwen minder snel herkend

Artsen herkennen autisme vaak minder snel bij meisjes en vrouwen. Ze denken misschien eerder aan bijvoorbeeld angstklachten, ADHD of een eetprobleem. Daardoor wordt autisme bij vrouwen vaak pas ontdekt als ze geen kind meer zijn.

Oorzaken van autisme

Oorzaken van autisme

Autisme heb je vanaf je geboorte.

Het zit voor een deel in je DNA. Bijvoorbeeld hoe je hersenen verwerken wat je ziet, hoort of meemaakt. Of hoe je met emoties omgaat.

De omgeving heeft invloed op autisme. Je krijgt er geen autisme door. Maar je omgeving kan wel zorgen dat je meer of minder problemen hebt door autisme.
Bijvoorbeeld hoe fijn je je voelt in je familie of op school. En hoe andere mensen op je reageren.

Verhalen over andere oorzaken

Er zijn ook verhalen dat autisme door andere dingen kan komen. Die verhalen zijn niet waar.

Autisme komt niet door opvoeding of de sfeer in een gezin. Ook niet door wat je hebt meegemaakt in je leven.

Sommige mensen denken dat autisme kan ontstaan door prikken tegen ziektes (inentingen), maar dit is niet waar. Er is veel onderzoek gedaan naar prikken en autisme. Daaruit komt dat autisme niet kan komen door prikken.

Hoe kun je beter omgaan met je naaste met autisme?

Hoe kun je beter omgaan met je naaste met autisme?

Dit kun je doen om beter om te gaan met je naaste met autisme:

Leer herkennen welke situaties je naaste lastig vindt

Is je naaste opeens bang of boos? Of lange tijd somber? Dan is er misschien een situatie waar die last van heeft. De emoties komen door stress over die situatie.

Bedenk samen wat het kan zijn. Probeer zo steeds beter te herkennen welke situaties je naaste lastig vindt. Als dat lukt, kun je je best doen om je naaste niet in zo'n situatie te laten komen. Of je naaste er zo goed mogelijk op voorbereiden.

Help je naaste om stress minder te maken

Iemand met autisme heeft vaak sneller stress door nieuwe situaties en veranderingen. Sommige veranderingen zijn voor jou klein, maar voor je naaste groot. Bijvoorbeeld als de dag onverwacht anders gaat dan verwacht.

Deze adviezen kunnen dan helpen:

  • Geef je naaste tijd voor hoe die dingen wil doen. Bijvoorbeeld bij het opstaan.
  • Praat vooraf over situaties die gaan komen. Zo weet je naaste wat die kan verwachten.
  • Spreek af in een rustige omgeving, bijvoorbeeld met weinig geluid en rustige kleuren.
  • Doe samen dingen die ontspannen. Dat kan voor iedereen wat anders zijn. Bijvoorbeeld muziek luisteren, wandelen of in de tuin werken.
  • Kies vaste plekken voor vaste activiteiten. Regel bijvoorbeeld een vaste werkplek voor je naaste. Spreek steeds af in hetzelfde café. Of ga op vakantie naar dezelfde plek.

Bereid jezelf en je naaste voor op veranderingen

In het leven zijn er momenten waarop er veel verandert. Voor je naaste zijn die momenten vaak lastig. Het is daarom goed om jezelf en je naaste voor te bereiden op veranderingen.

Voorbeelden:

  • nieuwe school, studie of baan
  • stage lopen
  • verhuizen
  • begin of einde van een vriendschap of relatie
  • trouwen of scheiden
  • een kind krijgen
  • stoppen met werken
  • ouder worden en minder zelf kunnen
  • overlijden van mensen die je kent
Wie kan jouw naaste met autisme helpen?

Wie kan jouw naaste met autisme helpen?

Wie jouw naaste helpt, hangt af van welke hulp die nodig heeft.

Bijvoorbeeld 1 of meer van deze mensen:

Praktijkondersteuner

De praktijkondersteuner werkt in de huisartsenpraktijk en helpt mensen met psychische klachten.

Psycholoog of psycho-therapeut

Een psycholoog of psycho-therapeut kan je naaste therapie geven om te leren omgaan met autisme.

Huisarts of psychiater

De huisarts of psychiater kan medicijnen geven bij bepaalde problemen door autisme.

Bedrijfsarts

Autisme kan gevolgen hebben voor het werk van je naaste. Dan is het goed als je naaste erover praat met de werkgever. En met de bedrijfsarts.

Samen met de bedrijfsarts kan je naaste bedenken hoe die zo fijn mogelijk kan werken. Soms zijn er aanpassingen in het werk nodig.

Jij of andere mensen die je naaste goed kennen

Als je weet dat je naaste autisme heeft, is die nog steeds dezelfde persoon. Maar je weet nu wel hoe het komt dat die de wereld soms anders ervaart dan anderen.

De beste manier om hiermee om te gaan is om erover te praten. Zo kun je samen zoeken naar oplossingen voor problemen.

Andere mensen met autisme

Het kan voor je naaste fijn zijn om te praten met andere mensen die autisme hebben. Zij begrijpen precies hoe die zich voelt en hoe moeilijk het soms is.

Je naaste kan mensen leren kennen via websites en sociale media, zoals:

Gemeente (Wmo-loket)

Via de gemeente kan je naaste praktische hulp krijgen. Bijvoorbeeld van het sociaal wijkteam of buurtteam.

Wat als je naaste met autisme geen hulp wil?

Wat als je naaste met autisme geen hulp wil?

Misschien wil je naaste met autisme geen hulp, terwijl jij denkt dat dit wel nodig is.

Probeer je naaste dan aan te moedigen om toch hulp te zoeken. Geef goede redenen waarom dat belangrijk is. Leg bijvoorbeeld uit hoe een behandeling of hulp het leven echt makkelijker en fijner kan maken.

Het kan moeilijk zijn om je naaste hiervan te overtuigen. Vaak kun je dit niet zelf. Je kunt hulp krijgen van:

  • het sociaal wijkteam van de gemeente
  • iemand anders met autisme

Waarom willen mensen met autisme soms geen hulp?

Geen hulp willen kan bijvoorbeeld komen door deze dingen:

  • schaamte of trots
  • zorgverleners niet vertrouwen
  • angst voor verandering
  • zelf niet zien dat er problemen zijn
Wie kan jou helpen als je het moeilijk hebt met je naaste met autisme?

Wie kan jou helpen als je het moeilijk hebt met je naaste met autisme?

Het kan lastig zijn om goed om te gaan met je naaste met autisme. Vraag hulp als dat nodig is:

Hulp van de gemeente

Je kunt hulp krijgen van het sociaal wijkteam, buurtteam of het Wmo-loket van je gemeente. Zij kunnen je helpen met vragen zoals:

  • Hoe help je iemand met autisme?
  • Hoe zorg je daarbij goed voor jezelf?
  • Kan je naaste een tijd ergens anders wonen om jullie gezin te helpen?

Mensen die hetzelfde meemaken als jij

Het kan fijn zijn om te praten met andere mensen die zorgen voor een naaste met autisme. Zij begrijpen precies hoe je je voelt en hoe moeilijk het soms is.

Je kunt deze mensen leren kennen via de Nederlandse Vereniging voor Autisme. Bijvoorbeeld:

  • partners van mensen met autisme
  • kinderen van ouders met autisme
  • opa's en oma's
  • broers of zussen
Hoe gaat het verder als je naaste autisme heeft?

Hoe gaat het verder als je naaste autisme heeft?

Mensen met autisme krijgen vaak hun hele leven behandeling of andere hulp. Soms maar heel weinig, soms veel.

Hulp is bijvoorbeeld:

Plan om te zorgen dat het goed blijft gaan

Ook na de behandeling kunnen er momenten komen dat je naaste hulp nodig heeft. Bijvoorbeeld bij een onverwachte verandering.

Samen met de behandelaar maakt je naaste een plan om te zorgen dat het goed blijft gaan. Hier staan bijvoorbeeld deze dingen in:

  • hoe je naaste kan zorgen dat die niet in de problemen komt in moeilijke situaties
  • hoe je naaste herkent dat het niet goed gaat en wie dan kan helpen

Zo'n plan heet een terugval-preventie-plan.

Een eigen begeleider

De gemeente kan zorgen dat iemand je naaste helpt met vragen over bijvoorbeeld:

  • voor zichzelf zorgen
  • studie of werk
  • wonen
  • vrije tijd
  • relaties
  • geloof

Dit heet levensloop-begeleiding.

De behandelaar kan je naaste hiervoor doorsturen.

Wonen of werken in een zorg-organisatie

Sommige mensen met autisme hebben lang veel extra hulp nodig. Het kan dan helpen als je naaste een tijd gaat wonen of werken in een zorg-organisatie.

Meer informatie over autisme voor naasten

Meer informatie over autisme voor naasten

  • Informatie, tips en links over autisme: autisme.nl.
    Deze website is van de Nederlandse Vereniging voor Autisme.
  • Informatie over autisme en hulp bij wat je elke dag doet: Autisme in het dagelijks leven.
    Deze website is gemaakt door Vanuit Autisme Bekeken en de Nederlandse Vereniging voor Autisme.
  • Een organisatie, persoon, product of dienst zoeken bij autisme: Wegwijzer Autisme.
    Bijvoorbeeld een app, cursus, boek of coach.
  • Informatie over omgaan met iemand met autisme: pagina Wie ben jij van Vanuit Autisme Bekeken.
    Voor bijvoorbeeld familie, vrienden, leraren, collega’s en zorgverleners.
Met welke informatie hebben we deze tekst gemaakt?
GGZ
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?