In het kort
- Ben je in het buitenland in een ziekenhuis geweest? Dan heb je misschien een bacterie die ongevoelig is voor antibiotica.
- Dit kan gevaarlijk zijn voor mensen die erg ziek zijn. Bijvoorbeeld mensen in het ziekenhuis.
- Werk je in de zorg? Of ga je in Nederland naar het ziekenhuis? Dan moet je meestal testen of je een ongevoelige bacterie hebt.
- Heb je een ontsteking door bacteriën die niet overgaat met medicijnen (antibiotica)? Meestal moet je dan ook testen.
Wat zijn bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica?
Bacteriën zitten overal op en in ons lichaam. Dat is normaal. Je wordt daar bijna nooit ziek van. Bacteriën kunnen soms zorgen voor ontstekingen. Die gaan vaak vanzelf over, maar soms heb je medicijnen nodig (antibiotica).
Als je vaak antibiotica krijgt, gaan bacteriën hier niet meer van dood. Ze zijn er ongevoelig voor geworden (resistent). Een ontsteking is dan moeilijker te behandelen.
In het buitenland worden veel medicijnen tegen ontstekingen gebruikt (antibiotica). Ben je in het buitenland in een ziekenhuis geweest? Dan heb je misschien een bacterie gekregen die ongevoelig is voor antibiotica. Dit kan gevaarlijk zijn voor erg zieke mensen. Bijvoorbeeld mensen die in het ziekenhuis liggen.
Er zijn veel verschillende soorten ongevoelige bacteriën. De bekendste heet MRSA.
Is het gevaarlijk als ik een bacterie heb die ongevoelig is voor antibiotica?
Als je gezond bent, krijg je bijna nooit klachten van een bacterie die ongevoelig is voor antibiotica.
Voor erg zieke mensen kan een ongevoelige bacterie wel gevaarlijk zijn. De kans op een ernstige ontsteking door een ongevoelige bacterie is groter in deze situaties:
- Je hebt kanker.
- Je gebruikt medicijnen waardoor je afweer minder wordt. Bijvoorbeeld chemotherapie of prednisolon.
- Je ligt lang in het ziekenhuis.
- Je hebt een slangetje uit je blaas (katheter). Je kunt dan sneller een blaasontsteking krijgen.
- Je hebt een wond van een operatie.
- Je ligt op de IC.
Een ontsteking met een ongevoelige bacterie is moeilijker te behandelen. Dokters moeten eerst testen welke medicijnen wel werken tegen de bacterie. De uitslag kan een paar dagen duren. Daardoor kunnen mensen langer ziek blijven.
prednisolon
Prednisolon is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.
Artsen schrijven prednisolon voor bij:
- ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals astma, COPD en sarcoïdose), reumatische ziektes (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra en lichtovergevoeligheid), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), ernstige allergische reacties, Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), netelroos en nierziektes (zoals het nefrotisch syndroom).
Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt. In een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur). En in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur. - Prednisolon wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Dit wordt gedaan na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
- Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom.
Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie. - Soms bij kanker om de laatste levensfase te verlichten (palliatieve zorg).
Moet je testen of je een bacterie hebt die ongevoelig is voor antibiotica?
Ben je in de laatste 2 maanden in een ziekenhuis in het buitenland geweest? Dan is het meestal nodig om te testen of je een bacterie hebt die ongevoelig is voor antibiotica. Bijvoorbeeld bij deze dingen:
- Je moet in Nederland naar het ziekenhuis voor een controle, behandeling of opname.
- Je werkt in de zorg.
- Je hebt een ontsteking door bacteriën die niet overgaat met medicijnen (antibiotica).
Als het kan, bespreek dan voordat je naar het ziekenhuis gaat met je arts of het nodig is om te testen. Zeg het tegen je arts als deze dingen voor je kloppen:
- Je was langer dan 24 uur in het ziekenhuis in het buitenland.
- Je kreeg daar een slangetje met medicijnen in je arm (infuus). Of een slangetje om plas of vocht af te voeren (katheter of drain).
- Je kreeg daar een operatie.
Hoe test je of je een bacterie hebt die ongevoelig is voor antibiotica?
Om te weten of je een ongevoelige bacterie bij je hebt, haal je een wattenstokje door deze delen van je lichaam:
- je neus
- je keel
- in of rond je anus (poepgat)
Soms doe je dit zelf en soms doet een arts dit voor je.
De wattenstokjes worden naar een laboratorium gestuurd. Dat onderzoekt of je een ongevoelige bacterie hebt. En welke medicijnen nog wel werken tegen de bacterie. Het duurt een paar dagen voordat je de uitslag krijgt.
Hoe gaat het verder na de uitslag?
Geen bacterie die ongevoelig is voor antibiotica
Heb je geen ongevoelige bacterie? Dan kun je gewoon naar het ziekenhuis voor een afspraak of opname.
Wel een bacterie die ongevoelig is voor antibiotica
Heb je een ongevoelige bacterie? En moet je naar het ziekenhuis voor een behandeling? Of moet je 1 of meer dagen in het ziekenhuis blijven? Dan kun je een behandeling krijgen om te zorgen dat de bacterie weggaat.
Werk je in de zorg? Overleg dan met je leidinggevende. Vaak moet je een behandeling krijgen.
Hoe zorg je dat je andere mensen niet besmet met een bacterie die ongevoelig is voor antibiotica?
Doe deze dingen om ervoor te zorgen dat andere mensen niet de bacterie krijgen die ongevoelig is voor antibiotica:
- Was regelmatig je handen met water en zeep.
- Droog je handen daarna goed af.
- Gebruik hiervoor een schone handdoek of keukenrol. Doe handdoeken elke dag in de was. Gooi papieren handdoeken of keukenrol na gebruik weg.
Was je handen altijd in deze situaties:
- Als je naar de wc bent geweest.
- Voordat je eten klaarmaakt. En voordat je gaat eten.
- Als je hebt gehoest, geniest of je neus hebt gesnoten.
- Als je een kind hebt verschoond.
- Als je een dier hebt aangeraakt. Ook een huisdier.
- Als je hebt schoongemaakt. En ook als je een vaatdoekje hebt gebruikt.
Wanneer bellen als je in het buitenland in een ziekenhuis bent geweest?
Ben je in de laatste 2 maanden in een ziekenhuis in het buitenland geweest? Maak dan een afspraak bij de huisarts als je 1 of meer van deze dingen hebt:
- Je hebt een wond waar geel vocht uit komt (pus).
- De randen van een wond worden roder of donkerder. Of de wond wordt dikker, warmer of gaat meer pijn doen.
- Je voelt je ziek of krijgt koorts.
- Je hebt open wonden die slecht genezen.
- Je hebt een steenpuist of krentenbaard.
Vertel de huisarts dat je in het buitenland in een ziekenhuis bent geweest.
Meer informatie over bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica
- Meer informatie over bacteriën die ongevoelig zijn voor medicijnen tegen ontstekingen (antibiotica) (RIVM)
- Vragen en antwoorden over ongevoelige bacteriën (RIVM)
Over deze tekst
Deze tekst hebben we samen met het RIVM gemaakt.
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees hier wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.