Ik ben (misschien) drager van een bacterie die niet meer reageert op antibiotica

In het kort

In het kort

  • Sommige bacteriën zijn ongevoelig voor antibiotica (resistent).
  • U kunt drager zijn van zo'n bacterie, zonder dat u dat merkt.
  • Als u gezond bent geeft deze bacterie meestal geen klachten.
  • Een ongevoelige bacterie kan wel gevaarlijk zijn voor kwetsbare mensen in het ziekenhuis.
  • Wordt u opgenomen in een ziekenhuis? Dan kan de arts eerst testen of u drager bent.
  • Vaak raakt u deze bacterie vanzelf weer kwijt, maar dit kan maanden tot jaren duren.
Wat is het

Wat zijn resistente bacteriën?

Bacteriën zitten overal op ons lichaam: in de neus en keel en op de huid. Ook in de darmen waar ze helpen ons eten te verteren. Dat is normaal.

Soms veroorzaken bacteriën een ontsteking (infectie). Een ontsteking gaat vaak vanzelf over, maar soms zijn antibiotica nodig. Dit zijn medicijnen die helpen tegen een ontsteking met bacteriën.

Als antibiotica vaak worden gebruikt, kunnen bacteriën daar ongevoelig (resistent) voor worden. De gebruikte antibiotica helpen dan niet meer. Een ontsteking is dan moeilijker te behandelen. Soms helpen andere of nieuwere antibiotica dan nog wél.

Waar komen deze ongevoelige bacteriën voor?

Ongevoelige (resistente) bacteriën komen vooral voor op plekken waar veel antibiotica worden gebruikt, zoals in ziekenhuizen en verpleeghuizen.

In het buitenland worden antibiotica vaker gebruikt. Ook als dat niet nodig is. Antibiotica kan men daar vaak zonder recept krijgen. In sommige landen komen ongevoelige bacteriën komen daardoor meer voor.

In Nederland schrijven artsen zo min mogelijk antibiotica voor. U krijgt ze alleen op recept. Ongevoelige bacteriën komen daardoor minder voor.
In de veeteelt gebruikte men in Nederland wél veel antibiotica. Daardoor komen ongevoelige bacteriën daar vaker voor.

Er zijn veel verschillende soorten ongevoelige bacteriën. De meest bekende heet MRSA.

  • De MRSA-bacterie die vooral in ziekenhuizen voorkomt, gaat over van mens op mens.
  • De MRSA-bacterie die bij vee voorkomt is een iets andere bacterie. Deze gaat vaak over van dier op mens maar zelden over van mens op mens.
Drager zijn

Wat betekent drager zijn?

Als u drager bent van een ongevoelige (resistente) bacterie, dan heeft u deze bacterie altijd bij u. Bijvoorbeeld in uw neus of keel of op uw huid. U merkt dat zelf niet. U raakt de bacterie na verloop van maanden vanzelf weer kwijt.
Als u gezond bent, geeft dragerschap van een resistente bacterie geen klachten en u wordt er niet ziek van. U kunt deze bacterie wel verspreiden.

Een resistente bacterie kan wel gevaarlijk zijn voor kwetsbare mensen in het ziekenhuis.

Kans om drager te zijn
Wanneer testen

Wanneer moet ik testen of ik drager ben?

Meestal hoeft u niet te weten of u drager bent. De bacterie geeft geen klachten en kan vanzelf weer verdwijnen.

Testen of u drager bent kan nodig zijn wanneer u naar een ziekenhuis gaat, bijvoorbeeld voor een ingreep of opname. Bespreek dit van tevoren met uw huisarts.

Uw arts kan testen of u drager bent en gaat met verschillende wattenstokjes:

  • in de neus
  • in de keel
  • in of rond het poepgaatje (anus)
  • in uw poep

Zo’n test heet een kweek. Daarbij wordt ook getest voor welke antibiotica de bacterie nog wél gevoelig is.

Na een paar dagen krijgt u de uitslag. De uitslag kan zijn dat u drager bent of dat u géén drager bent van een ongevoelige bacterie.

Is het een probleem?

Is het een probleem als ik drager ben?

Als u gezond bent geeft een resistente bacterie zelden klachten.

Vooral voor mensen met weinig weerstand kan een ongevoelige bacterie gevaarlijk zijn. Een ontsteking met een ongevoelige bacterie (infectie) is moeilijker te behandelen. Dokters moeten eerst testen voor welke antibiotica de bacterie nog wél gevoelig is. De uitslag kan een paar dagen duren. Daardoor is men soms langer ziek. Soms zijn meerdere soorten antibiotica tegelijk nodig of antibiotica via het infuus.

De kans op een ernstige ontsteking is groter als u:

  • op oudere leeftijd bent
  • kanker heeft
  • medicijnen gebruikt die de afweer verminderen, zoals chemotherapie of prednisolon
  • lang bent opgenomen in een ziekenhuis
  • een katheter heeft (een buisje uit de blaas door de plasbuis)
  • een operatiewond heeft
  • verpleegd wordt op de intensive care

Nadat de ontsteking genezen is kunt u (weer) drager worden van een ongevoelige bacterie.
U draagt de bacterie dan nog bij u, maar u heeft er geen klachten van. Hoe lang dit duurt verschilt per persoon.

prednisolon

Prednisolon is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednisolon voor bij:

  • ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals astma, COPD en sarcoïdose), reumatische ziektes (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra en lichtovergevoeligheid), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), ernstige allergische reacties, Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), netelroos en nierziektes (zoals het nefrotisch syndroom).
    Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt. In een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur). En in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
  • Prednisolon wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Dit wordt gedaan na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
  • Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom.
    Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.
  • Soms bij kanker om de laatste levensfase te verlichten (palliatieve zorg).
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Verspreiding voorkomen

Hoe voorkom ik verspreiding?

De meeste bacteriën verspreiden zich via de handen. Iedere keer als u iemand een hand geeft, wisselt u bacteriën uit met de ander. Ook via de dingen die u aanraakt, zoals een deurknop, geeft u bacteriën aan elkaar door.

Zorg daarom voor goede hygiëne:

Was regelmatig uw handen met water en zeep. Doe dat altijd:

  • nadat u naar het toilet bent geweest
  • voordat u eten klaarmaakt en voordat u gaat eten
  • na hoesten, niezen of uw neus snuiten
  • na een kind verschonen
  • na (huis-)dieren knuffelen
  • na schoonmaken, ook na gebruik van een vaatdoekje

Droog uw handen daarna goed af aan een schone handdoek of met keukenrol.
Met droge handen verspreidt u minder bacteriën. Bij het drogen van de handen kunnen er bacteriën op de handdoek komen. Gooi papieren handdoeken daarom weg en stoffen handdoeken regelmatig (bijvoorbeeld om de dag) in de was.

Behandeling

Is behandeling nodig als ik drager ben?

Als u drager bent van een resistente bacterie is behandeling meestal niet nodig. De bacterie geeft geen klachten en verdwijnt vaak vanzelf, meestal binnen maanden tot een jaar.

Bent u drager van een resistente bacterie én werkt u in de gezondheidszorg? Dan kan behandeling soms wel nodig zijn. Dit om te voorkomen dat u de bacterie overdraagt op mensen met een zwakke gezondheid.
Zie Ik ben MRSA-drager en word hiervoor behandeld.

Hoe verder

Hoe gaat het verder als ik drager ben ?

Als u drager bent van een ongevoelige bacterie kunt u gewoon naar school of werk. Het kan zijn dat u er nooit iets van merkt. Mogelijk raakt u de bacterie na een paar maanden vanzelf kwijt.

Wanneer u naar het ziekenhuis moet voor een opname (ook als dat onverwacht is), vertel dan aan uw arts dat u drager bent. Bespreek dit als het kan al van tevoren met uw huisarts. Dan kan deze testen of u nog steeds drager bent.
Totdat de uitslag bekend is wordt u in een aparte kamer verpleegd (isolatie). Artsen en verpleegkundigen kunnen handschoenen en een schort dragen, soms ook nog een mond/neusmasker en een muts. Dit om besmetting van andere patiënten te voorkomen.

Ook als u drager bent en nooit klachten heeft kunt u in het ziekenhuis toch wel klachten krijgen. Bijvoorbeeld als u een infuus of een katheter (slangetje in de blaas) krijgt, een grote wond heeft of geopereerd bent. Dan kan de bacterie dieper in uw lichaam komen en een infectie veroorzaken (bijvoorbeeld een blaasontsteking). Dan krijgt u een behandeling met antibiotica waarvoor de bacterie nog wél gevoelig is.

Wanneer bellen

Wanneer moet ik contact opnemen met de huisarts als ik drager ben?

Elke bacterie kan een ontsteking geven, bijvoorbeeld wanneer u een wondje heeft.

Neem daarom contact op met uw huisarts als u drager bent en u krijgt:

  • open plekken op uw huid
  • een wond waar pus uit komt
  • een brandwond

Zeg daarbij dat u drager bent van een ongevoelige bacterie.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?