In het kort
- Je bent zwanger en drager van een resistente bacterie.
- Je merkt niets van deze bacterie. Je wordt er niet ziek van en je baby ook niet.
- De bacterie kan vanzelf verdwijnen.
- Bij 34 weken zwangerschap controleert je arts of verpleegkundige of je nog drager bent.
- Als je drager bent en in het ziekenhuis bevalt dan krijg je een eigen kamer. Dit om verspreiden van de bacterie te voorkomen.
- Je kunt na de bevalling gewoon borstvoeding geven zonder risico voor je baby.
Drager van een bacterie die niet meer reageert op antibiotica
Sommige bacteriën reageren niet meer op antibiotica. Dit noemen we resistent.
Als je drager bent van een resistente bacterie dan heb je de bacterie altijd bij je, zonder dat je er ziek van wordt. Je raakt de bacterie na verloop van tijd vanzelf weer kwijt. Lees hier meer over drager zijn van een ongevoelige bacterie.
Zwanger en drager van een bacterie die niet meer reageert op antibiotica
Ook als je zwanger bent kun je drager zijn van een ongevoelige bacterie. Hier merk je meestal niets van, je wordt er ook niet ziek van. Ook je ongeboren kind wordt er niet ziek van.
Je kunt voor controles gewoon naar de verloskundige of de gynaecoloog in het ziekenhuis.
Hoe gaat het verder in de zwangerschap als ik drager ben?
Als je ongeveer 34 weken zwanger bent, ga je voor controle naar je verloskundige of gynaecoloog. Die kan testen of je de ongevoelige bacterie nog steeds bij je draagt door met een wattenstokje in je neus en keel te strijken en in of rondom de anus. Het wattenstokje wordt daarna onderzocht. Zo’n test heet een kweek. Na een paar dagen krijg je de uitslag.
De uitslag kan zijn dat je geen drager bent of wel drager bent van een ongevoelige bacterie.
Hoe verder na de uitslag?
- Je bent geen drager. Je draagt de resistente bacterie niet meer bij je. Je hoeft niets te doen.
- Je bent wel drager. Je draagt de resistente bacterie nog steeds bij je. Dit heeft voor je zwangerschap verder geen gevolgen. Je kunt straks gewoon borstvoeding geven als je wil, zonder gevaar voor de baby.
Het heeft wél gevolgen voor je bevalling.
Bevallen als ik drager ben
Het kan zijn dat je aan het eind van je zwangerschap nog drager bent van een ongevoelige bacterie.
Ga je thuis bevallen? Dan zal de verloskundige extra beschermende kleding dragen, bijvoorbeeld een schort en mondkapje. Dit om te voorkomen dat de verloskundige andere zwangeren besmet.
Ga je in het ziekenhuis bevallen?
- Bij de verloskundige (poliklinisch): je komt dan in een 1-persoonskamer. De verloskundige en de verpleegkundigen dragen extra beschermende kleding, bijvoorbeeld een schort en een neus-mond-masker. Dit om verspreiden van de bacterie te voorkomen.
- Bij de gynaecoloog (klinisch): je komt in een isolatiekamer. Dit is een kamer met een dubbele deur (een sluis). De gynaecoloog en de verpleegkundigen dragen extra beschermende kleding. Dit is om te voorkomen dat zij de resistente bacterie overdragen op patiënten met weinig weerstand.
Kan ik borstvoeding geven als ik drager ben?
Je kunt na de bevalling gewoon borstvoeding geven als je drager bent van een ongevoelige bacterie. Dit is zonder risico’s voor je baby.
Veel vrouwen krijgen in de kraamtijd een borstontsteking. Soms zijn dan antibiotica nodig.
Krijg je een borstontsteking? Vertel dan aan je arts dat je drager bent van een ongevoelige bacterie. De arts kan dan eventueel je moedermelk laten onderzoeken om te weten welke bacterie de ontsteking veroorzaakt en voor welke antibiotica deze nog wel gevoelig is.
Wanneer contact opnemen als ik zwanger ben en drager van een ongevoelige bacterie?
Elke bacterie kan een ontsteking geven, bijvoorbeeld wanneer je een wondje hebt.
Neem daarom contact op met je huisarts als je drager bent en je krijgt:
- open plekken op je huid
- een wond waar pus uit komt
- een brandwond
Zeg daarbij dat je zwanger bent en drager van een ongevoelige bacterie.
Meer informatie
Deze tekst is tot stand gekomen in samenwerking met het RIVM.
Op de website van het RIVM vind je meer informatie over antibioticaresistentie. Ook staan er vragen en antwoorden over antibioticaresistentie.