In het kort
- Bij een TIA is een bloedvat in de hersenen even dicht.
- Je hebt hierdoor korte tijd klachten gehad. Bijvoorbeeld een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder gevoel in je gezicht.
- Een TIA is een waarschuwing: je hebt een grotere kans op een herseninfarct en een hartaanval.
- Bij de TIA-service in het ziekenhuis krijg je onderzoeken.
- Je krijgt een bloedverdunner.
- Leef gezond. Dan wordt je kans op een herseninfarct kleiner.
Wat is een TIA?
Een TIA is een soort beroerte. Er zijn ook nog andere soorten beroertes: een herseninfarct en een hersenbloeding.
Meestal komt een TIA door een bloedpropje in een klein bloedvat in de hersenen:
- Het bloedpropje sluit het bloedvat even helemaal af.
- Een deel van de hersenen krijgt even te weinig bloed en daardoor te weinig zuurstof.
Je krijgt hierdoor klachten, zoals een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder gevoel in je gezicht, arm of been. - Het bloedpropje komt weer los. Het bloed stroomt weer naar dat deel van de hersenen.
De klachten zijn over.
Hoe ontstaat een TIA?
Een TIA ontstaat meestal door 1 van deze oorzaken:
- slagader-verkalking
- een bloedpropje uit het hart door een onregelmatige hartslag (atriumfibrilleren)
Slagader-verkalking
Tijdens je leven wordt je lichaam ouder. De bloedvaten kunnen daardoor veranderen:
- De bloedvaten worden binnenin smaller, er is minder ruimte.
- Bloedpropjes blijven plakken aan de binnenkant van de bloedvaten.
- De wand van bloedvaten krijgt schade.
Dit wordt slagader-verkalking genoemd. Hierdoor heb je een grotere kans op een beroerte.
Door een hoge bloeddruk, hoog cholesterol en roken gaat slagader-verkalking sneller.
Atriumfibrilleren
Soms ontstaan bloedproppen in het hart door een onregelmatige hartslag (atriumfibrilleren). Hierbij kan een klein bloedpropje loslaten en naar de hersenen gaan. Daar kan het in een bloedvat vast blijven zitten. Dan krijg je een TIA of herseninfarct.
Wanneer heb je een grotere kans op een TIA?
Deze gewoontes en ziektes geven een grotere kans op een TIA:
- roken
- hoge bloeddruk
- hartziekte
- diabetes (suikerziekte)
- hoog cholesterol
- veel alcohol drinken
- ernstig overgewicht
- migraine met aura
- behandelingen met bepaalde hormonen, zoals hormonen tegen overgangsklachten
- drugs gebruiken, zoals ecstasy en cocaïne
Wat moet je doen na klachten van verlamming?
Heb je opeens 1 of meer van de klachten hieronder? Bijvoorbeeld:
- een verlamde arm
- een verlamd been
- een scheve mond
- minder of ander gevoel in je gezicht, arm of been
- problemen met praten
- problemen met slikken
- problemen met zien
En zijn die klachten weer helemaal weg na een paar minuten of uren?
Dan is de kans groot dat je een TIA hebt gehad.
- Bel direct 112, de huisarts of huisartsen-spoedpost. Bel ook als de klachten alweer verdwenen zijn.
- Schrijf de tijd op wanneer de klachten zijn begonnen.
- De huisarts onderzoekt of je een TIA hebt gehad. De huisarts stuurt je dan naar een speciale afdeling in het ziekenhuis: de TIA-service.
Kun je daar niet direct naartoe? Dan geeft de huisarts je een behandeling met een bloedverdunner. - Op de TIA-service wordt onderzocht wat de oorzaak van de TIA was. En of je gewoontes of ziektes hebt die een grotere kans op een TIA geven.
- Als je snel met een behandeling start, heb je een kleinere kans op een herseninfarct of een hartaanval.
Is een TIA gevaarlijk?
Een TIA is een waarschuwing van je lichaam:
- Je hebt een grotere kans om een herseninfarct te krijgen. In de eerste dagen na een TIA is de kans hierop het grootst.
Als een bloedvat in de hersenen helemaal dicht is, ontstaat een herseninfarct. Sommige hersencellen krijgen dan geen bloed meer en sterven af. Dat kan klachten geven die niet meer overgaan. - Je hebt ook een grotere kans op een hartaanval.
Ben je ouder dan 60 jaar? En heb je een hoge bloeddruk, diabetes (suikerziekte) of allebei? Dan is je kans op een herseninfarct en hartaanval nog groter.
Onderzoek en behandeling op de TIA-service
Op de TIA-service in het ziekenhuis krijg je op 1 dag verschillende onderzoeken. Bijvoorbeeld:
- hersenscan (CT-scan)
- bloedonderzoek
- hartonderzoek (zoals een ECG)
- controleren hartritme
- echo van de slagaders in de hals
Je krijgt dezelfde dag een advies en behandeling van de arts in het ziekenhuis. Dat is meestal de neuroloog. Je hoeft meestal niet in het ziekenhuis te overnachten.
Medicijnen na een TIA
Na een TIA krijg je medicijnen die de kans op een nieuwe beroerte kleiner maken. De kans op andere ziektes van je hart en bloedvaten wordt ook kleiner.
Kijk bij TIA op de pagina over kans op een nieuwe beroerte kleiner maken.
Hoe gaat het verder na een TIA?
Je bekijkt samen met je arts wat je kunt doen om je kans op een herseninfarct of een hartaanval kleiner te maken.
Je gaat bijvoorbeeld deze dingen doen:
- Je bespreekt de adviezen en maakt een plan.
- Bij controles bespreek je hoe het gaat. En je arts kijkt of de medicijnen goed werken.
- Bij sommige bloedverdunners controleert de trombosedienst regelmatig of ze goed werken. Dat is bij acenocoumarol en fenprocoumon. Bij andere bloedverdunners is dat niet nodig.
- Als je te zwaar bent, kun je misschien meedoen aan een programma voor een gezonde manier van leven: leefstijl-programma. Je leert gezond eten, meer bewegen en je gedrag veranderen. Daardoor kun je de gezonde gewoontes beter volhouden. Je krijgt hulp van een leefstijlcoach, diëtist, fysiotherapeut of oefentherapeut. Je huisarts kan je doorsturen voor een afspraak.
Autorijden
Als je helemaal beter bent, mag je na 2 weken weer autorijden. Ben je chauffeur van beroep, dan mag je na 4 weken weer autorijden. Je moet wel een verklaring over je gezondheid bij het CBR invullen.
Somber of angstig
Na een TIA kun je somber of angstig zijn. Dit kan direct na de TIA zijn. Maar je kunt er ook weken of maanden na de TIA last van krijgen. Bespreek deze klachten met je huisarts.
acenocoumarol
Acenocoumarol is een antistollingsmiddel.
Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte (herseninfarct) of TIA en bij hartritmestoornissen.
fenprocoumon
Fenprocoumon is een antistollingsmiddel.
Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte of TIA en bij hartritmestoornissen.
Wat moet je doen als je opnieuw klachten van een TIA krijgt?
Krijg je opnieuw klachten? Zoals een verlamde arm, een verlamd been, een scheve mond, problemen met praten, niet goed zien of minder gevoel in je gezicht, arm of been?
Bel dan direct 112, de huisarts of huisartsen-spoedpost. Ook al is de eerste keer lang geleden.
Meer informatie over beroerte
Je kunt hier meer informatie over een beroerte vinden:
- informatie en tips over de gevolgen: Hersenstichting
- een filmpje met uitleg: Hartstichting
- verhalen van andere mensen die een beroerte hebben gehad: Harteraad
- bijeenkomsten in de buurt en contact met andere mensen: Hersenletsel.nl
Informatie over ziekenhuizen die een beroerte behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
Wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts: Zorgkaart Nederland.
We hebben de informatie over beroerte gemaakt met: