Ik wil een drukplek voorkomen

In het kort

In het kort

  • Als u te lang zit of ligt, kunt u een drukplek krijgen.
  • Uw huid gaat dan kapot. Bijvoorbeeld de huid op uw stuitje, hielen, heupen of billen.
  • In het begin is er alleen een warme en soms pijnlijke plek op uw huid.
  • Ga regelmatig anders zitten of liggen om te zorgen dat u geen drukplek krijgt.
  • Verzorg uw huid goed en controleer uw huid elke dag.
  • Bel uw huisarts voor een afspraak als u denkt dat u een drukplek heeft.
Wat is een drukplek?

Wat is een drukplek?

Een drukplek is een stukje huid dat kapot gaat door te lang zitten of liggen.

U kunt een drukplek krijgen als u lang op bed ligt (doorliggen). Of als u in een rolstoel zit. U krijgt sneller een drukplek als u niet goed zelf anders kunt gaan liggen of zitten. Of als u veel schuift in uw stoel of bed. Er komt dan te veel druk op de huid waarop u zit of ligt.

Als de druk te lang duurt, gaat de huid kapot. U krijgt dan op die plek een blaar of een wond. Een drukplek kan veel ongemak en pijn geven.

Een drukplek moet behandeld worden. Zonder behandeling wordt de plek vaak groter en dieper. Het duurt soms lang voor de huid weer geneest.

Artsen noemen een drukplek vaak decubitus.

Hiel met decubitus

Hoe ontstaat een drukplek?

Hoe ontstaat een drukplek?

Een drukplek ontstaat door te veel druk op de huid.

Normaal gaan we regelmatig even anders zitten of liggen. Dit doen we vaak zonder dat we het merken, ook als we slapen. Zo komt nergens te veel druk op onze huid.

Soms kunt u zelf niet goed anders gaan zitten of liggen. Er komt dan te veel druk op de huid waarop u zit of ligt. Kleine bloedvaten worden dichtgedrukt en uw huid gaat kapot. Ook het vet, de spieren, de pezen en het bot onder uw huid kunnen stuk gaan.

Iedereen kan een drukplek krijgen. U heeft meer kans op een drukplek als 1 of meer van deze dingen voor u kloppen:

  • U bent 65 jaar of ouder.
  • U ligt veel op bed of zit in een rolstoel. Bijvoorbeeld door een ziekte, operatie of ongeluk.
  • U kunt zelf moeilijk anders gaan zitten of liggen. Bijvoorbeeld door pijn, zwakte, een verlamming of coma.
  • U voelt niet dat uw huid stuk gaat.
  • U zakt of schuift vaak onderuit als u zit of ligt.
  • Uw huid is dun en droog.
  • Uw huid is lange tijd erg nat. Bijvoorbeeld doordat u erg zweet door warm weer of koorts. Of doordat u uw plas en poep niet goed kunt ophouden.
  • U heeft weinig spieren of vet. Bijvoorbeeld als u ondervoed bent of door een ziekte.
  • U heeft problemen met uw gezondheid. Bijvoorbeeld door ziekten zoals diabetes, hartfalen of COPD.
Goed zitten en liggen

Goed zitten en liggen

U kunt zelf veel doen om drukplekken te voorkomen. Deze adviezen helpen ook als u al een drukplek heeft. Uw huid wordt er sneller beter door.

Het is belangrijk dat u goed let op hoe u zit en ligt. Zorg dat uw lichaam niet te lang op 1 deel van uw huid drukt. Zo heeft u minder kans om een drukplek te krijgen.

Tips om goed te zitten:

  • Gebruik het hele zitvlak van uw stoel. Ga niet alleen op het randje zitten.
  • Gebruik een stoel met armsteunen en leg uw armen op de steunen.
  • Zet uw voeten goed plat op de grond.
  • Zak niet onderuit. Haal kussens in de rugleuning weg. Of zet uw voeten op een voetenbankje als u niet met uw voeten bij de grond komt.

Tips om goed te liggen:

  • Soms kunt u de hoogte van uw bed anders maken. Zorg dat het hoofdeind van uw bed niet te ver omhoog staat. Zo voorkomt u dat u naar beneden glijdt.
  • Laat uw dekens los hangen aan het voeteneind. Stop de dekens niet in. Zo komt er minder druk op uw voeten.
  • U kunt hulpmiddelen lenen via de thuiszorg. Bijvoorbeeld een speciaal matras of een dekenboog. Deze spullen helpen om geen drukplek te krijgen.
  • Bespreek met uw huisarts of de wijkverpleegkundige welke hulpmiddelen bij u kunnen helpen.

Zo ligt u goed op uw zij: een kussen in uw rug, een kussen tussen uw knieën en uw voeten achter elkaar

Zo ligt u goed op uw rug: uw hoofd niet te hoog en een kussen onder uw onderbenen

Tips om regelmatig anders te zitten of liggen

Probeer minstens 1 keer in de 2 uur anders te gaan zitten. Zo doet u dat:

  • Zet uw rugleuning iets naar voren of naar achteren.
  • Til uw billen op door u met uw armen omhoog te duwen.
  • Ga even staan (als u dat kunt).
  • Een kantelstoel kan helpen. Op zo'n stoel zit u om en om op uw linkerbil, op uw rechterbil of op beide billen. Een kantelstoel kunt u via de thuiszorg aanvragen.

Probeer minstens 1 keer in de 4 uur anders te gaan liggen. Zo doet u dat:

  • Lig eerst op uw linkerzij, dan op uw rug en dan op uw rechterzij. Wissel dit steeds af.
  • Lukt het niet goed om op uw rug of zij te liggen? Probeer dan tussendoor op uw buik te liggen.

Soms komt er toch een drukplek. Bespreek dan met uw huisarts of de wijkverpleegkundige hoe u met die drukplek het beste kan zitten of liggen.

Verzorg uw huid goed

Verzorg uw huid goed

  • Was uw huid met lauwwarm water en zonder zeep. Of gebruik speciale zeep die niet ontvet.
  • Gebruik bij een droge huid een vettige crème of zalf zonder parfum erin (bijvoorbeeld vaseline-cetomacrogolcrème, vaseline-lanettecrème, koelzalf, cetomacrogolzalf of lanettezalf). Smeer de huid 1 tot 3 keer per dag voorzichtig in.
  • Wrijf niet te vaak over uw huid en pas op met masseren.
  • Door zweet, plas en poep gaat de huid sneller kapot. U kunt uw huid dan beschermen met een crème (bijvoorbeeld zinkolie, een barrierecrème/spray of een siliconencrème). U kunt deze crèmes zonder recept kopen bij de apotheek.
  • Draag schone, gladde en soepele kleding. Het beste is kleding van katoen.
  • Zorg voor een schoon bed of een schone (rol)stoel, zonder kreukels en kruimels. En ga niet op een infuusslang of katheterslang zitten of liggen.

Deze dingen zijn ook belangrijk voor een gezonde huid:

  • Eet gezond en drink minstens 1,5 liter vocht per dag. Zo voorkomt u dat uw huid dun wordt, uitdroogt en sneller kapot gaat. Uw huisarts kan een diëtist vragen u te helpen met goed eten en drinken.
  • Beweeg regelmatig even, als dat gaat. Zo stroomt het bloed goed naar uw huid. Ook op bed en op een stoel kunt u vaak wat bewegen. Vraag uw huisarts om oefeningen.
Controleer uw huid elke dag

Controleer uw huid elke dag

  • Controleer uw huid elke dag op vaste momenten, bijvoorbeeld als u zich aankleedt en uitkleedt.
  • Kijk goed naar het stuitje, de billen, hielen, schouderbladen, heupen en enkels. Hier komen drukplekken vaak voor.
  • Vraag iemand anders om te kijken naar plekken op uw huid die u zelf niet goed kunt zien. Bijvoorbeeld iemand die u goed kent of de wijkverpleegkundige.
  • Een drukplek is vaak warm en pijnlijk. U kunt een bult voelen of een harde plek onder uw huid.
  • Bij een lichte huid is een drukplek vaak ook rood. Als u op de rode plek drukt met uw vinger, gaat de rode kleur niet weg.
    Bij een getinte huid is dat niet altijd goed te zien.
  • Na een tijd gaat uw huid stuk. U kunt dan een blaar of wond krijgen op die plek.
  • Denkt u dat u een drukplek heeft? Zeg dit dan tegen uw huisarts of de wijkverpleegkundige.
Wanneer moet ik de huisarts bellen?

Wanneer moet ik de huisarts bellen?

Bel uw huisarts voor een afspraak als 1 of meer van deze dingen voor u kloppen:

  • U zit veel in een rolstoel of ligt veel op bed en u kunt niet goed zelf anders gaan zitten of liggen.
  • U wilt graag hulp om te zorgen dat u geen drukplek krijgt.
  • Het lukt u niet goed om genoeg te eten of te drinken.
  • U heeft een plek op uw huid die warm is of pijn doet.
  • U voelt een bult of harde plek op uw huid.
  • U ziet een rode plek op uw huid en de rode kleur gaat niet weg als u op de plek drukt.

Samen met de huisarts bespreekt u hoe uw huid verzorgd moet worden. Zo voorkomt u dat uw huid kapot gaat en u een blaar of wond krijgt.

Meer informatie over drukplekken

Meer informatie over drukplekken

Informatie over zorg regelen, mantelzorg en hulp bij de dingen die u elke dag doet: Regelhulp.nl.

We hebben de informatie over drukplekken gemaakt met de richtlijn Decubitus voor huisartsen.

NHG
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?