In het kort
- Met dotteren wordt een dicht of vernauwd bloedvat van de hartspier weer open gemaakt.
- Dit gebeurt met een klein ballonnetje.
- Een stent op de plaats van de vernauwing houdt het bloedvat open.
- Dotteren gebeurt onder plaatselijke verdoving.
- Je blijft na een dotterbehandeling een paar dagen in het ziekenhuis.
- Je krijgt medicijnen en adviezen om gezond te leven om een nieuwe hartaanval te voorkomen.
Wat is een dotterbehandeling?
Bij een dotterbehandeling wordt een bloedvat dat dicht zit wijder gemaakt. Het gaat om het bloedvat van de hartspier (kransslagader).
Het dotteren gebeurt met een klein ballonnetje. Het bloed kan daardoor weer goed doorstromen.
De meeste mensen krijgen ook een stent in het bloedvat. Een stent is een soort buisje dat het bloedvat openhoudt. In de stent zitten ook medicijnen. Die zorgen ervoor dat de stent niet verstopt kan raken.
Wanneer kun je een dotterbehandeling krijgen?
Er zijn 2 situaties waarin je een dotterbehandeling kunt krijgen:
- Je hebt een hartaanval en de kransslagader zit helemaal dicht. Je krijgt dan met spoed een dotterbehandeling.
- Je hebt pijn op de borst. De kransslagader zit voor een groot deel dicht.
Welke verdoving krijg je bij een dotterbehandeling?
Bij een dotterbehandeling krijg je alleen een plaatselijke verdoving.
Je krijgt de verdoving op de plek waar de cardioloog de katheter inbrengt: in je pols of lies.
Als je dat wilt, kun je een kalmerend middel krijgen.
Hoe gaat een dotterbehandeling?
- De cardioloog brengt via een prikgat in je pols of lies een dun slangetje (katheter) in een bloedvat. Het slangetje wordt door het bloedvat opgeschoven naar de vernauwde kransslagader.
- De cardioloog spuit contrastvloeistof in het bloedvat. Zo is te zien waar de vernauwing of afsluiting in het bloedvat zit.
- Daarna schuift de cardioloog een leeg ballonnetje naar de vernauwing.
- De cardioloog blaast het ballonnetje op en laat het ballonnetje weer leeglopen. Dit gebeurt meestal een aantal keren achter elkaar. Iedere keer dat het ballonnetje wordt opgeblazen, rekt de kransslagader een klein beetje op.
- De meeste mensen krijgen daarna een stent. Die houdt het bloedvat open.
- De cardioloog spuit weer contrastvloeistof in het bloedvat. Zo is te zien of het bloed weer goed doorstroomt.
- De cardioloog haalt het ballonnetje en het slangetje weer weg.
Welke problemen kan dotteren geven?
Een dotterbehandeling geeft soms de volgende problemen:
Problemen die weer overgaan:
- een bloeduitstorting op de plaats waar het slangetje je pols of lies ingaat
- tijdelijk een stoornis van het hartritme
- krampachtige samentrekking (spasme) van de kransslagader
Ernstige problemen:
- minder goed werkende nieren
- beroerte
- hartaanval
Er is een kleine kans dat je door de dotterbehandeling een nieuwe hartaanval krijgt. Bij het wegduwen van de vernauwing kan een stukje hiervan loskomen. Dit stukje kan de kransslagader verderop opnieuw afsluiten. - een scheur in de vaatwand
De kans op deze ernstige problemen is heel erg klein. Als je deze problemen krijgt, ben je nog in het ziekenhuis. De cardioloog kan je dan meteen behandelen.
Hoe lang moet je in het ziekenhuis blijven na de dotterbehandeling?
Na een dotterbehandeling blijf je meestal een aantal dagen in het ziekenhuis.
Na het dotteren verwijdert de verpleegkundige of arts het inbrenghulsje van de katheter. Hij of zij sluit het prikgat af met een drukverbandje of een speciaal plugje.
Daarna ga je naar de verpleegafdeling.
Artsen en verpleegkundigen houden je goed in de gaten:
- De verpleegkundige vraagt je regelmatig of je pijn hebt, benauwd bent of andere klachten hebt.
- Geef het aan als je tussen de controles door klachten hebt.
- De arts controleert meerdere malen het hartfilmpje (ECG).
- Het verbandje of plugje moet 6 tot 8 uur blijven zitten.
Hoe gaat het verder na een dotterbehandeling?
Na de dotterbehandeling is de afsluiting of de vernauwing in de kransslagader weg. Maar aan de oorzaak, namelijk de aderverkalking, is nog niets gedaan. Je hebt daardoor een kans dat je weer een hartaanval krijgt. Daarom krijg je:
- medicijnen
- hartrevalidatie om sterker te worden, lichamelijk en psychisch
- adviezen om gezond te leven
Heeft de dotterbehandeling niet het gewenste effect? Dan krijg je zo nodig een nieuwe dotterbehandeling of een omleidingsoperatie.
Je krijgt uit het ziekenhuis pilletjes of een spray voor onder de tong mee naar huis. Krijg je weer een aanval van pijn of druk op de borst? En gaat de aanval met rusten niet binnen 20 minuten over? Gebruik dan een pilletje of de spray. Dit medicijn zorgt ervoor dat er meer bloed naar de hartspier gaat en de pijn minder wordt.
Wanneer bellen als je eerder een hartaanval hebt gehad?
Krijg je weer dezelfde klachten als bij je hartaanval?
Bel 112 bij 1 of meer van deze klachten:
- Je bent onrustig en misselijk. En je zweet.
- De druk in je borst is niet weg na 3 keer een pil of spray onder de tong (tussendoor steeds 5 minuten wachten, niet 3 pillen of sprays tegelijk).
Bel direct je huisarts of de huisartsenpost in deze situaties:
- als je vaker klachten krijgt dan je gewend was
- als je al klachten krijgt wanneer je weinig doet
- als de klachten langer duren nadat je rustig bent gaan zitten of liggen
- als je steeds vaker een pil of spray onder de tong nodig hebt
Je huisarts kijkt dan of je meer medicijnen nodig hebt. Of de huisarts stuurt je naar de hartspecialist.
Meer informatie over een hartaanval
Meer informatie over een hartaanval kun je vinden op de website van:
- Harteraad
- De Hartstichting
- Hartwijzer, website van de vereniging voor hartspecialisten (cardiologen)
- In deze brochure van Harteraad lees je over wat je kunt doen om je kans kleiner te maken op ziekten van je hart of bloedvaten.
- Andere mensen die een hartaanval hebben gehad kun je leren kennen via Harteraad.
- Informatie over ziekenhuizen die een hartaanval behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
Over deze tekst
We hebben deze tekst gemaakt met de Europese richtlijn voor cardiologen.
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.