In het kort
- Bij een operatie verstevigt de chirurg de zwakke plek in uw lies met een kunststof matje.
- De liesbreuk kan via een snee in de lies of een kijkoperatie
- Een liesbreukoperatie gebeurt meestal tijdens een dagopname.
- Er kan een blauwe plek in het operatiegebied ontstaan en u kunt last hebben van pijn rond de operatiewond. Dit gaat meestal vanzelf over.
- Er is een kleine kans op problemen, zoals een infectie van de operatiewond of een beschadiging van een zenuw.
Voorbereiding op een liesbreukoperatie
Na een liesbreukoperatie kunt u niet zelf naar huis rijden. Vraag daarom van tevoren iemand die u naar het ziekenhuis kan brengen en u weer op kan halen.
Na de operatie kunt u nog pijn voelen en last krijgen van verstopping. Haal daarom voor de operatie pijnstillers (paracetamol) en een laxeermiddel in huis. Deze zijn te koop bij de apotheek of drogist.
paracetamol
Paracetamol werkt pijnstillend en koortsverlagend.
Het is te gebruiken bij verschillende soorten pijn zoals, hoofdpijn, migraine, koorts, griep, verkoudheid, keelpijn, bijholteontsteking, middenoorontsteking, oorpijn door gehoorgangontsteking, artrose, spierpijn, gewrichtspijn en menstruatieklachten.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Wat gebeurt er bij een liesbreukoperatie?
Bij een liesbreukoperatie verwijdert de chirurg de uitstulping van het buikvlies (de breukzak) of brengt hij/zij de uitstulping terug in de buikholte. Als er een stukje darm in de breukzak zit, duwt de chirurg dit eerst terug in de buikholte.
De chirurg versterkt de zwakke plek waar de liesbreuk is ontstaan (breukpoort). Bij volwassenen gebeurt dit bijna altijd met een kunststof matje. Heel soms gebruikt de chirurg een bepaalde manier van hechten om de zwakke plek verstevigen.
- De kans dat de liesbreuk terugkomt is bij hechten veel groter dan bij een matje (ongeveer 2 of 3 keer zo groot).
- Bovendien hebben mensen na een operatie met een matje minder pijnklachten en herstellen ze sneller.
- Chirurgen adviseren daarom om bij alle volwassenen bij de operatie een matje te plaatsen. Als u geen matje wenst, bespreekt u met de chirurg wat de nadelen hiervan zijn. Een operatie zonder matje is mogelijk, maar raden chirurgen in het algemeen af.
Een liesbreukoperatie gebeurt via een snee in de lies (dit heet een open operatie) of door een kijkoperatie. Wat zijn de verschillen tussen deze operaties?
Operatie via snee in de lies (open operatie)
- De chirurg maakt een snee in de lies (of soms in de buikwand).
- Een open operatie kan onder plaatselijke verdoving. Uw chirurg bespreekt dit met u. Als de chirurg een operatie onder plaatselijke verdoving niet kan aanbieden, verwijst hij/zij u naar een ander ziekenhuis.
- Het herstel na een open operatie duurt gemiddeld 1 tot 2 weken langer dan na een kijkoperatie.
- Na een open operatie is er een iets grotere kans op langdurige pijn.
Kijkoperatie
- Bij een kijkoperatie opereert de chirurg via de navel en 2 kleine sneetjes in de buik.
- Niet ieder chirurgisch team voert kijkoperaties uit. De techniek is moeilijker. Alleen chirurgen met voldoende ervaring kunnen deze operaties doen.
- Een kijkoperatie is niet voor iedere patiënt geschikt.
- Voor een kijkoperatie is een volledige verdoving nodig.
- Van een kijkoperatie bent u gemiddeld na 1 week hersteld.
Welke verdoving krijg ik bij een liesbreukoperatie?
Bij een kijkoperatie krijgt u altijd een volledige narcose. Dat is nodig om de buikspieren tijdelijk te verslappen.
Een open operatie kan onder volledige narcose, regionale verdoving (ruggenprik) of onder plaatselijke verdoving. De anesthesist kan u uitleg geven over de voor- en nadelen van de soorten verdoving. De verdoving die u krijgt hangt af van uw gezondheid en uw eigen wensen.
- Plaatselijke verdoving heeft vooral veel voordelen bij oude patiënten met hart- en longproblemen. Bij plaatselijke verdoving ademt de patiënt zelf. De bloeddruk kan schommelen tijdens een algehele narcose en dat is bij een patiënt met een zwak hart niet gunstig. Er zijn patiënten die afgekeurd worden voor algehele narcose maar wel onder plaatselijke verdoving geopereerd kunnen worden.
- Bij een ruggenprik kan het wat langer duren voor u zelf weer goed kunt plassen, omdat uw onderlichaam verdoofd is. Soms heeft u tijdelijk een blaaskatheter nodig. Soms is deze verdoving nadelig voor de werking van het hart bij patiënten met een ernstige hartziekte.
Om te voorkomen dat u na de operatie veel pijn heeft, kan de chirurg of anesthesist u een injectie geven met een verdovend middel.
Hoe lang moet ik in het ziekenhuis blijven na een liesbreukoperatie?
Na een liesbreukoperatie komt u eerst op de uitslaapkamer. Als u wakker bent en zich redelijk voelt, gaat u terug naar de dagverpleging of de verpleegafdeling.
Als u voldoende hersteld bent en weinig tot geen pijn voelt en wat gegeten en gedronken hebt, mag u in overleg met de verpleegkundige weer naar huis. Dit is vaak dezelfde dag.
Bij een open operatie onder plaatselijke verdoving hoeft u op de dag van de operatie wat minder lang in het ziekenhuis te blijven dan na een kijkoperatie. Heeft u een regionale of spinale verdoving voor de operatie gekregen? Dan kan het wat langer duren voor u naar huis mag. Uw onderlichaam is verdoofd en u kunt nog moeite hebben met plassen. Soms heeft u daarvoor nog een blaaskatheter nodig.
Bij een kijkoperatie krijgt u narcose en dan kan het langer duren voor u weer naar huis kunt.
Veelvoorkomende klachten na een liesbreukoperatie
Na een liesbreukoperatie kunt u een aantal klachten krijgen die heel normaal zijn en vanzelf overgaan. Klachten die na een liesbreukoperatie regelmatig voorkomen zijn:
- Zwelling en blauwe plekken in het operatiegebied.
Na een open operatie krijgt ongeveer 1 op de 10 patiënten blauwe plekken (bloeduitstorting) in het operatiegebied. Deze kans is bij een kijkoperatie iets minder groot. De huid rond het litteken kleurt blauw. De bloeduitstorting zakt bij mannen langzaam uit naar de penis en de balzak en bij vrouwen naar de schaamlippen.
De bloeduitstorting kan pijnlijk zijn. Meestal verdwijnt de blauwe plek na 1 of 2 weken vanzelf. U hoeft zich geen zorgen te maken. Het komt zelden voor dat de huid door de bloeduitstorting te veel onder spanning staat en veel pijn geeft. Is dit wel zo bij u, neem dan contact op met de verpleegafdeling. Soms moet de bloeduitstorting dan worden verwijderd. - Pijn in het operatiegebied.
- Pijn in de teelbal of balzak.
- Niet kunnen plassen.
Als u narcose of een ruggenprik heeft gekregen, kan het zijn dat u tijdelijk niet kunt plassen. De verdoving kan de werking van de blaas remmen. Soms is tijdelijk een blaaskatheter nodig. Bij een ruggenprik is vaker een blaaskatheter nodig dan bij narcose. - Schouderpijn na een kijkoperatie.
Wanneer contact opnemen na een liesbreukoperatie?
Neem contact op met uw huisarts bij tekenen van een ontsteking, bijvoorbeeld:
- als de huid rond de wond rood wordt;
- als de pijn en de zwelling toenemen op de plaats waar de wond gehecht is;
- als u koorts krijgt.
Meer informatie over liesbreuk en operaties bij een liesbreuk
Informatie over ziekenhuizen die een liesbreuk behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
De informatie over liesbreuk is gemaakt met de richtlijn voor de behandeling van een liesbreuk van de European Hernia Society (EHS) en Prospect.