Ik heb longkanker zonder uitzaaiingen (stadium 1 of 2)

In het kort

In het kort

  • Van longkanker zonder uitzaaiingen kunt u genezen.
  • U kunt verschillende behandelingen krijgen: chemotherapie, een operatie en bestraling.
  • Een operatie is mogelijk als:
    • de kanker niet is doorgegroeid buiten de long
    • en als u fit genoeg bent
  • Het duurt een aantal weken tot maanden voor u genezen bent van de operatie.
  • Bestraling en chemotherapie kunnen bijwerkingen geven. Zoals moe zijn, jeuk, haaruitval of misselijk zijn.
Wat is het

Wat is longkanker zonder uitzaaiingen?

U heeft longkanker. Er is onderzocht of u uitzaaiingen heeft. De kanker zit alleen in uw long of in de lymfeklieren van uw long. U heeft geen uitzaaiingen in uw andere organen.
Dan heeft u kans om te genezen.

Als u hoort dat u longkanker heeft, is de eerste tijd vaak moeilijk. U weet niet zeker of een behandeling de ziekte gaat genezen.

Behandelingen

Behandeling van longkanker zonder uitzaaiingen

Mogelijke behandelingen zijn:

  • een operatie
  • bestralingen
  • chemotherapie
  • een combinatie van deze behandelingen
  • behandelingen tegen pijn (geen behandeling tegen de kanker)

U bespreekt samen met uw longarts welke behandelingen u kunt krijgen en wat u wilt. De arts of verpleegkundige bespreekt bijvoorbeeld met u:

  • de voordelen en nadelen van de behandelingen
  • wat u kunt verwachten van de behandelingen
  • wat u belangrijk vindt om te kunnen blijven doen
Operatie

Een operatie bij longkanker zonder uitzaaiingen

Een operatie is mogelijk als beide dingen voor u kloppen:

  • De kanker is niet doorgegroeid buiten de long.
  • U bent fit genoeg.

Er zijn 2 verschillende longoperaties:

  • een kijkoperatie (VATS-operatie)
  • een operatie waarbij de chirurg de borstkas openmaakt (thoracotomie)

Bij een kijkoperatie hoeft de arts de borstkas niet open te maken. De ribben hoeven niet uit elkaar getrokken te worden. Daardoor geeft een kijkoperatie minder pijn. Ook geneest u sneller van de operatie.

De belangrijkste risico’s van een longoperatie zijn:

  • ontsteking in de longholte
  • longontsteking
  • lucht tussen de longvliezen
    Dit heet een klaplong.
  • veel pus in een long

Tijdens de operatie

  • De chirurg haalt de kanker uit uw long weg, samen met een gezond stukje long eromheen. Ook haalt de chirurg de lymfeklieren weg die in de buurt van de kanker liggen.
  • Soms is een kijkoperatie niet genoeg. Dan kan de chirurg besluiten toch nog een operatie via een open borstkas te doen.
  • De chirurg plaatst een slangetje in uw borstholte. Zo kan vocht en lucht uit uw borstkas. Dit heet een drain.

Na de operatie

  • Een arts onderzoekt de weggehaalde kanker en lymfeklieren.
    Een team van artsen bespreekt de uitslag van dit onderzoek. Binnen 2 weken na de operatie hoort u de uitslag. Bijvoorbeeld of de kankercellen waarschijnlijk allemaal weg zijn. Of dat het advies is om nog een andere behandeling te laten doen.
  • Van fysiotherapeuten leert u hoe u het beste kunt ademen. Ook leert u hoe u slijm op kunt hoesten.
  • U krijgt medicijnen tegen de pijn.
  • Het slangetje in uw borstkas wordt binnen een paar dagen weer weggehaald.
  • Na een kijkoperatie blijft u 4 tot 6 dagen in het ziekenhuis.
    Na een operatie via de borstkas blijft u soms iets langer in het ziekenhuis.
  • Het duurt een aantal weken tot maanden voor u genezen bent van de operatie.
  • Na de longoperatie heeft u minder long om mee te ademen. Hierdoor kunt u minder fit zijn. Ook kunt u meer moeite hebben met ademhalen als het koud weer is of bij harde wind.
  • Het is belangrijk om weer fitter te worden. U kunt hierbij hulp krijgen van een fysiotherapeut.
  • De eerste maanden na de operatie kunt u beter niet gaan vliegen of duiken. Uw long moet eerst genoeg genezen zijn. U kunt anders een klaplong krijgen. Bespreek met uw arts of verpleegkundige wanneer u weer kunt vliegen of duiken.
    Verder mag u alles doen.
Bestraling

Bestraling bij longkanker zonder uitzaaiingen

Bij bestraling (radiotherapie) worden met röntgenstralen kankercellen kapotgemaakt. De bestraling maakt de kern van de cellen kapot. Hierdoor kunnen ze niet meer groeien.
U kunt bij longkanker zonder uitzaaiingen meestal bestraling krijgen.

Als de kanker klein is, kunt u een bestraling heel precies op het stukje kanker krijgen. Dit heet een stereotactische bestraling.
Er worden zo heel weinig gezonde cellen mee bestraald. Daarom kan de bestraling heel sterk zijn en gaan kankercellen goed kapot.

Bijwerkingen van bestraling kunnen zijn:

  • moe zijn
  • branderig gevoel bij slikken, waardoor eten soms tijdelijk moeilijk is
  • jeuk
    Probeer niet te krabben.
  • rode huid (net als bij zonnebrand)
    U kunt een verzachtende en beschermende crème of zalf op de rode huid smeren, zoals lanette crème.
    Zorg ook dat uw huid niet in de zon komt.
  • hoesten
  • snel of moeilijk ademen
  • afvallen
  • gebroken rib in de buurt van het stuk long dat is bestraald. Het bot kan op die plek zwakker worden en makkelijker breken. Dit kan ook pas na een paar weken of maanden zijn.

Het is belangrijk dat u gezond eet met genoeg calorieën en eiwitten. En dat u elke dag beweegt. Zo heeft u misschien minder last van de bijwerkingen.

verzachtende en beschermende crème of zalf

Een verzachtende en beschermende crème is te gebruiken bij een droge huid, eczeem, jeuk, psoriasis en aambeien.

Ook schrijven artsen deze crème voor om andere, werkzame, medicijnen in te verwerken die u op de huid moet aanbrengen.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Chemotherapie

Chemotherapie bij longkanker zonder uitzaaiingen

Chemotherapie is een behandeling met medicijnen. De medicijnen kunnen kankercellen kapotmaken. Of ze zorgen ervoor dat het er niet meer worden.

Als u kleincellige longkanker heeft, kunt u chemotherapie na de operatie krijgen. Zo wordt de kans kleiner dat de kanker terugkomt.

Als u niet-kleincellige longkanker heeft, kunt u na een operatie chemotherapie krijgen in de volgende gevallen:

  • De kanker was groter dan 4 centimeter.
  • Er zijn tijdens de operatie toch uitzaaiingen gevonden in de lymfeklieren.

Chemotherapie krijgt u in een ‘kuur’. Dat betekent dat u om de paar weken medicijnen krijgt via een slangetje in een bloedvat (infuus).
Het verschilt per persoon hoeveel kuren er nodig zijn en welk medicijn u krijgt. Meestal krijgt u 4 kuren.

U kunt vervelende bijwerkingen krijgen. De medicijnen maken namelijk ook sommige gezonde cellen kapot. Of zorgen ervoor dat de cellen zich niet meer kunnen delen.
U krijgt van tevoren medicijnen. Die zorgen ervoor dat u geen of minder last heeft van bijwerkingen.

Bijwerkingen kunnen zijn:

  • haaruitval
  • misselijk zijn
  • diarree
  • grotere kans op een ontsteking van bijvoorbeeld longen of blaas
  • moe zijn
Bestraling en chemotherapie

Bestraling en chemotherapie bij longkanker zonder uitzaaiingen

Bestraling samen met chemotherapie is vaak mogelijk. Dit heet chemoradiatie. De behandelingen werken dan allebei beter. Zo gaan meer kankercellen kapot.

Sommige mensen krijgen de behandelingen tegelijk. Andere mensen krijgen eerst chemotherapie en dan bestraling. De behandeling van chemotherapie en bestraling tegelijk geeft meer bijwerkingen dan eerst chemotherapie en dan bestraling.

De bijwerkingen zijn ook vaak wat heviger dan bij 1 behandeling. Daarom moet u wel fit zijn om de 2 behandelingen te kunnen krijgen.

Adviezen bij moe zijn

Omgaan met moe zijn bij behandelingen van longkanker

Behandelingen van kanker zorgen er vaak voor dat u erg moe bent. Deze tips kunnen dan helpen:

  • Probeer weer zo gewoon mogelijk te leven, met werken, huishouden, bewegen, sporten en afspreken met vrienden.
  • Misschien sliep u tijdens de behandeling extra veel. Probeer nu weer zoveel te slapen als u gewend was.
  • Plan niet te veel activiteiten op 1 dag.
  • Beweeg genoeg, ongeveer 1 uur per dag. Ga weer sporten, als u dat gewend was. Bouw het langzaam op.
  • Eet goed en gezond. Eet vooral voeding met veel eiwitten (kijk bij sterker worden).
    Wilt u wat zwaarder worden? Een diëtist die veel weet over voeding en kanker kan u helpen.
    U mag alles eten wat u wilt, er zijn geen dingen die u niet mag eten.
Hulp

Hulp bij behandelingen van longkanker

Bij een behandeling in het ziekenhuis krijgt u hulp van een verpleegkundige. Deze weet veel van longkanker en de behandelingen. Ook kan deze verpleegkundige u advies geven over andere hulp die u kunt krijgen:

  • Een fysiotherapeut kan u helpen om weer fitter te worden.
  • Een diëtist kan u helpen om zwaarder te worden of een goed gewicht te houden.
  • Een psycholoog, maatschappelijk werker of praktijkondersteuner kan u helpen om met alle emoties om te gaan.
Hoe gaat het verder

Welke controles krijg ik na behandelingen van longkanker zonder uitzaaiingen?

Is uw behandeling afgelopen? Dan heeft u nog minimaal 5 jaar controles bij de longarts.

  • Tijdens de controle vertelt u hoe het met u gaat. U kunt bang zijn dat de ziekte terugkomt. Die kans is er. Praat hier over met uw arts. Uw arts kan u meer vertellen over de kans dat het bij u terugkomt.
  • U krijgt meestal een CT-scan van de longen.
  • Soms onderzoekt de arts ook uw lichaam.
Wanneer bellen

Wanneer bellen bij longkanker zonder uitzaaiingen?

Maakt u zich zorgen over een klacht die u heeft? Wacht dan niet tot de volgende controle. Bel uw verpleegkundige of arts in het ziekenhuis.

Meer informatie

Meer informatie over longkanker

We hebben deze tekst gemaakt met:

Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?