Ik heb in het ziekenhuis gelegen met corona en ga naar een verpleeghuis of revalidatie-centrum

De revalidatie-arts of arts in het verpleeghuis bespreekt met u welke klachten u heeft. U krijgt verschillende vragenlijsten en testen. Jullie bekijken daarna samen wat u graag weer wilt kunnen doen. De revalidatie-arts of arts in het verpleeghuis kijkt welke behandelingen u hiervoor nodig heeft.

Samen maken jullie een plan voor behandelingen die passen bij wat u nodig heeft. U wilt bijvoorbeeld fitter worden of meer kracht krijgen in uw spieren, omdat traplopen niet meer lukt. Of u wilt makkelijker kunnen ademen of slikken.

U krijgt zorg van verschillende zorgverleners, zoals een revalidatie-arts of arts in het verpleeghuis, verpleegkundige, fysiotherapeut, diëtist, ergotherapeut, logopedist of psycholoog.

U kunt deze behandelingen krijgen:

• adem-oefeningen
  U gaat oefenen om op een goede manier adem te halen. Zo gaat het ademen makkelijker.
• ademspier-training
  Als de spieren die u gebruikt bij ademen zwakker zijn, kunt u niet genoeg lucht inademen. U gaat dan uw ademspieren trainen. U ademt hierbij door een apparaat. Doordat dit moeite kost, traint u uw ademspieren.
• slik-oefeningen
  Soms gaat slikken moeilijk. Dit kan problemen geven met bijvoorbeeld eten of drinken. Met de oefeningen leert u weer beter slikken. U krijgt hiervoor hulp van een logopedist. Soms krijgt u ander eten, zodat u minder last heeft van problemen met slikken.
• advies voor eten en drinken
  Goed en gezond eten kan helpen om sneller beter te worden. Om te zorgen dat uw spieren sterker worden is het belangrijk om voedsel met genoeg eiwitten te eten. U kunt het advies krijgen om eten en drinken met extra energie (calorieën) en eiwitten te nemen. U krijgt deze adviezen meestal van een diëtist.
• bewegen (met of zonder hulp)
  Meestal krijgt u eerst een test om te zien hoe fit u nu bent. Dan krijgt u een schema met trainingen speciaal voor u. U kunt bijvoorbeeld deze trainingen doen:
  • oefenen van uw evenwicht
  • oefenen van dingen die u elke dag doet, zoals tanden poetsen, haren kammen, aankleden
  • trainen van uw spierkracht met gewichten of apparaten
  • bewegen om fitter te worden, bijvoorbeeld wandelen, zwemmen of fietsen
  • sporten en spellen, zoals badminton of tafeltennis
  U kunt deze trainingen alleen doen of u krijgt hulp. Bijvoorbeeld van een fysiotherapeut of ergotherapeut.
• gesprekken
  Als u erg bang of somber bent, kunt u praten met een psycholoog, maatschappelijk werker of geestelijk verzorger.

De behandelingen krijgt u samen met anderen of alleen. Als u in een groep traint, kunt u elkaar steunen en aanmoedigen.

Vaak zijn de trainingen in het begin zwaar voor u. U bent misschien nog erg snel moe en ademt moeilijk. Soms krijgt u nog extra zuurstof bij de trainingen, om te zorgen dat u minder benauwd bent. Bij de meeste mensen gaan de trainingen na een aantal weken beter.