Ik krijg een donornier bij ernstige nierschade

In het kort

In het kort

  • U kunt een donornier krijgen van een donor die is overleden of van een levende donor.
  • Na de operatie moet u medicijnen slikken tegen afstoting.
  • Afstoting is als uw lichaam de donornier aanvalt.
  • Risico’s zijn afstoting en bijwerkingen van de medicijnen.
  • Een donornier blijft gemiddeld 10 tot 20 jaar goed werken.
Film

Film

Wat is een donornier bij ernstige nierschade?

Wat is een donornier bij ernstige nierschade?

Als uw eigen nieren niet meer goed genoeg werken om uw bloed schoon te maken, kunt u een donornier krijgen. U kunt een nier krijgen van een donor die is overleden of van een levende donor.

Een andere naam is niertransplantatie.

U krijgt eerst onderzoeken of uw conditie goed genoeg is om een donornier te krijgen.

Sommige mensen met diabetes type 1 kunnen tegelijk een donor-alvleesklier krijgen als ze een donornier krijgen. Ze krijgen dan soms eerst een donornier, en later een donor-alvleesklier. Of ze krijgen in 1 keer een donornier en donor-alvleesklier.

Hoe krijg ik een donornier bij ernstige nierschade?

Hoe krijg ik een donornier bij ernstige nierschade?

U kunt een donornier krijgen van een levende donor. Dit is meestal iemand uit uw eigen omgeving. Dit hoeft geen familie te zijn. Het kan ook de partner of een vriend of vriendin zijn. De risico’s voor de donor zijn klein.

Voor een nier van een overleden donor komt u op een wachtlijst. Het kan een paar jaar duren voordat u een nier krijgt. De wachttijd hangt bijvoorbeeld af van uw leeftijd en uw bloedgroep.
Als u ook diabetes heeft, kunt u eerder op de wachtlijst komen.
Werken uw nieren tijdens het wachten steeds slechter, dan is dialyse of buikspoeling nodig.

Na de operatie blijft u medicijnen slikken om te zorgen dat uw lichaam de donornier niet aanvalt. Normaal ruimt uw afweersysteem vreemde stoffen op, zoals bacteriën. Als u een donornier krijgt, ziet uw afweersysteem dit ook als iets vreemds. Het wil de donornier dan aanvallen. Dit heet afstoten.

Om te zorgen dat uw afweersysteem de donornier niet aanvalt, krijgt u medicijnen zoals prednison, ciclosporine om in te nemen, mycofenolzuur, tacrolimus of everolimus. Meestal krijgt u 2 of 3 van deze middelen.
Ook komt u regelmatig op controle bij de specialist in nierziektes (internist-nefroloog).

Het kan gebeuren dat u een ander merk medicijn krijgt van de apotheek. Gebruikt u azathioprine, ciclosporine, everolimus of tacrolimus? Dan kan wisselen van merk grote problemen geven. Artsen, apothekers en zorgverzekeraars hebben afgesproken dat je bij deze medicijnen niet zomaar van merk mag wisselen.
Gebeurt dit toch? Bespreek het met de apotheker.

Lees hier meer over de afspraak over wisselen van merk.

azathioprine

Azathioprine onderdrukt afweerreacties van het lichaam.

Artsen schrijven het voor bij verschillende aandoeningen, zoals na een transplantatie om afweerreacties te onderdrukken, bij chronische darmziekten zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa, reumatoïde artritis, multiple sclerose (MS), de spierziekte myasthenia gravis en lupus erythematodes (LE).

Artsen schrijven het ook voor bij bepaalde ernstige huidaandoeningen, zoals pemphigus vulgaris, dermatomyositis, polymyositis en zeer ernstig eczeem.

Verder schrijven ze het voor bij bepaalde bloedstollingsziekten, bij bloedarmoede door afbraak van de rode bloedcellen en bij een bepaalde vorm van chronische leverontsteking.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

ciclosporine om in te nemen

Ciclosporine is een afweeronderdrukker (immuno-suppressivum). Het remt ontstekingen en afweerreacties.

Artsen schrijven het voor om afweerreacties te onderdrukken na een transplantatie van een orgaan, beenmerg of stamcellen.

Het wordt ook voorgeschreven bij auto-immuunziekten. De afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij een auto-immuunziekte werkt uw afweer tegen uw eigen lichaam. Voorbeelden hiervan zijn de nierziekte nefrotisch syndroom, ernstige ontstekingen in het oog, ernstige psoriasis, zeer ernstige vormen van eczeem, en reumatoïde artritis.
Verder soms bij de darmziekte colitis ulcerosa, het syndroom van Sjögren en bij ernstige bloedarmoede doordat het beenmerg te weinig bloedcellen maakt.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

everolimus

Everolimus is een afweeronderdrukker (immuno-suppressivum). Het remt ontstekingen en afweerreacties. Everolimus is ook een doelgericht kankerremmend middel ('targeted therapy'). Het is een zogenaamde kinaseremmer, deze medicijnen remmen de groei van kankercellen.

Artsen schrijven het voor na een orgaantransplantatie om afweerreacties te onderdrukken.
Artsen schrijven het ook voor bij bepaalde vormen van kanker in de nieren, lever, alvleesklier, maag en darmen, longen, hersenen en borst.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

mycofenolzuur

Mycofenolzuur is een afweeronderdrukker (immuno-suppressivum). Het remt ontstekingen en afweerreacties.
Artsen schrijven het voor om afweerreacties te onderdrukken na orgaantransplantaties, zoals van hart, lever of nier, en na beenmergtransplantatie (stamceltherapie).

Artsen schrijven het soms voor bij zeer ernstige vormen van chronisch eczeem, bij nierziekten door lupus erytematodes (LE) en bij vaatwandontsteking, zoals de ziekte van Wegener.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

prednison

Prednison is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednison voor bij:

  • Ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals COPD), reumatische aandoeningen (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), de ziekte van Duchenne (spierziekte), Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), bij nierziektes, zoals het nefrotisch syndroom en bij netelroos. Ook bij ontstekingen bij tuberculose (van het hartzakje en van de hersenen).
    Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt: in een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur) en in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
  • Prednison wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
  • Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom. Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.

Ziektes waarbij prednison wordt gebruikt zijn:

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

tacrolimus

Tacrolimus is een afweeronderdrukker (immuno-suppressivum). Het remt ontstekingen en afweerreacties.

Artsen schrijven het voor na een orgaantransplantatie om afweerreacties te onderdrukken.
Artsen schrijven het soms voor bij nierziekten, zoals glomerulosclerose en nefrotisch syndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Wat zijn de risico’s van een donornier?

Wat zijn de risico’s van een donornier?

Met een donornier kunt u deze klachten krijgen:

  • Uw afweersysteem valt de donornier aan. Dit heet afstoting.
  • U krijgt bijwerkingen van de medicijnen tegen afstoting, zoals:
    • ontstekingen, bijvoorbeeld in uw keel, longen of urinewegen
    • diabetes
    • zwaarder worden
    • trillen
    • hoge bloeddruk
    • kanker, bijvoorbeeld van de huid
Wat gebeurt er met mijn bloedvat-toegang bij een donornier?

Wat gebeurt er met mijn bloedvat-toegang bij een donornier?

Als u een donornier krijgt, heeft u geen dialyse meer nodig. De aanprik-plek of de lijn voor dialyse heeft u dan niet meer nodig.

Een lijn voor dialyse wordt altijd weggehaald als u geen dialyse meer krijgt.

Samen met uw arts beslist u of u de aanprik-plek houdt. Of dat de arts de aanprik-plek dichtmaakt.

U bespreekt bijvoorbeeld deze dingen met uw arts:

  • U heeft misschien de aanprik-plek in de toekomst weer nodig voor dialyse.
  • Misschien heeft u klachten van de aanprik-plek, zoals koude handen. Of u vindt het niet mooi dat u een aanprik-plek onder uw huid heeft.
  • Houdt u de aanprik-plek? Uw ader is op die plek nog wel dikker dan normaal. Hierdoor stroomt het bloed er sneller doorheen. Uw hart moet hierdoor harder pompen, wat zwaar voor uw hart kan zijn.
Hoe gaat het verder met een donornier?

Hoe gaat het verder met een donornier?

Een donornier kan uw leven jaren langer maken.

Hoe lang u met een donornier kunt leven, verschilt per persoon.

  • Een nier van een overleden donor blijft gemiddeld 10 tot 15 jaar goed werken.
  • Een nier van een levende donor blijft gemiddeld 15 tot 20 jaar goed werken.

Vaak kunt u daarna nog een keer een donornier krijgen.

Meer informatie over nierschade

Meer informatie over nierschade

We hebben de informatie over nierschade gemaakt met:

FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?