In het kort
- U heeft lichamelijke klachten die niet goed te verklaren zijn.
- Bij onderzoek is er geen ziekte of lichamelijke oorzaak voor uw klachten te vinden.
- Of er is wel een lichamelijke oorzaak gevonden, maar het is onduidelijk waarom uw klachten zo heftig zijn, zo veel last geven of zo lang duren.
- Artsen noemen die klachten onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK).
- Gelukkig kunt u wél iets doen aan uw klachten, ook al is de oorzaak onduidelijk.
- Uw gezondheid, gedachten, gevoel, gedrag en de steun van anderen hebben invloed.
- Door dingen anders te doen en te bekijken, leert u met de klachten om te gaan.
- De klachten blijven vaak bestaan, maar op den duur heeft u er minder last van.
Film
Download deze film
- Filmbestand .mp4
- Geluidsbestand voor als je slecht ziet of blind bent .mp3
- Ondertitelingsbestand .srt
- © 2012-2024 NHG | Gebruiksvoorwaarden
Wat zijn onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK)?
Iedereen heeft wel eens klachten die niet goed te verklaren zijn. Vaak gaan ze vanzelf over. Worden de klachten erger? Heeft u er lang last van? Maakt u zich zorgen? Of komen er andere klachten bij? Dan gaat u naar uw huisarts.
Uw huisarts heeft u onderzocht en er is geen lichamelijke oorzaak voor uw klachten te vinden. Geen ziekte, beschadiging of andere aandoening die de klachten kan verklaren.
Of er is wel een oorzaak gevonden, maar het is onduidelijk waarom uw klachten zo heftig zijn, zo veel last geven of zo lang duren.
Uw huisarts noemt die klachten SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten; Somatisch betekent ‘lichamelijk’).
Vroeger noemden artsen dit soort klachten ‘lichamelijk onbegrepen klachten’, ‘functionele klachten’, ‘psychosomatische klachten’ of ‘somatoforme klachten’.
Het zijn lichamelijke klachten die veel last kunnen geven. U verzint het niet.
Gelukkig kunt u wel iets doen, zodat u er op den duur minder last van heeft.
Welke onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK) komen veel voor?
Veel klachten zijn niet goed te verklaren. Vaak gaat het om klachten die ook bij een ziekte of andere lichamelijke oorzaak kunnen passen.
Bijvoorbeeld buikpijn:
- Buikpijn kán een lichamelijke oorzaak hebben, bijvoorbeeld een buikgriep. De buikpijn is dan goed te verklaren. Nadat de buikgriep is genezen, verdwijnen de klachten.
- Vaak is er bij buikpijn géén lichamelijke oorzaak te vinden. De pijn is dan niet te verklaren. Of er is wel een lichamelijke oorzaak (zoals een buikgriep), maar de buikpijn blijft langer dan verwacht (ook nadat de buikgriep is genezen). De klachten zijn dan niet goed te verklaren.
Andere voorbeelden zijn:
- ernstige vermoeidheid
- concentratie- of geheugenproblemen
- maagklachten, zoals misselijkheid
- buikpijn of buikkrampen
- darmklachten, zoals diarree, verstopping, winderigheid
- (lage) rugpijn en andere spier- en/of gewrichtspijnen
- hoofdpijn of nekpijn
- duizeligheid of evenwichtsproblemen
- hartkloppingen, benauwdheid of pijn op de borst
- pijn (na een aandoening of blessure)
Ook deze klachten kúnnen een lichamelijke oorzaak hebben. Artsen noemen deze klachten alleen ‘onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK)’:
- als er géén lichamelijke oorzaak voor de klachten is gevonden,
- of als er wel een lichamelijke oorzaak is, maar het is onduidelijk waarom de klachten zo heftig zijn, zo veel last geven of zo lang duren.
Hoe ontstaan onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK)?
De volgende dingen kunnen de kans op onverklaarde klachten vergroten:
Aanleg voor bepaalde klachten
U kunt een bepaalde aanleg of zwakke plek hebben die de kans op klachten groter maakt. U krijgt dan steeds bepaalde klachten als u onder spanning staat, bijvoorbeeld buikpijn, rugpijn, hoofdpijn, vermoeidheid of jeuk.
Spanning is normaal. Maar soms is de spanning groter of duurt die langer dan u aankunt.
Aandacht en gevoeligheid voor klachten
Het kan zijn dat u lichamelijke klachten sneller opmerkt of er extra goed op let. Misschien bent u gevoeliger voor wat er in uw lichaam gebeurt. Dan ervaart u bijvoorbeeld kleine veranderingen in spierspanning al als lichamelijke klachten.
Heftige of langdurige pijn kan u extra gevoelig maken, óók voor normale prikkels en prikkels elders in uw lichaam. Die gevoeligheid kan blijven, ook als de oorzaak van de pijn al weg is of genezen.
Gedachten en ideeën over klachten
Wat u denkt heeft invloed op uw klachten. Maakt u zich veel zorgen als u iets voelt in uw lichaam? Dat kan soms meer klachten uitlokken of de klachten versterken.
Een voorbeeld: als u schrikt of onder spanning staat, gaat uw hart sneller kloppen. Dat is normaal. De meeste mensen weten dat en letten er niet op. Ze verwachten dat het overgaat. Maar als u denkt dat er iets mis is met uw hart, geeft dat extra spanning en blijft uw hart snel kloppen. Soms komen er dan nog andere klachten bij. U gaat misschien ook sneller ademen en u wordt duizelig.
Denkt of verwacht u dat u heftige klachten krijgt? Omdat u al eens heftige klachten had? Dan is de kans groot dat u het ook zo ervaart. Wat u verwacht te gaan voelen heeft veel invloed op hoe u de klachten beleeft.
Lichaam en geest (psyche) vormen één geheel
Lichaam en geest beïnvloeden elkaar. Als u bijvoorbeeld ziek bent of pijn heeft, kunt u gespannen, angstig of somber worden. Omgekeerd kan angst of somberheid ervoor zorgen dat u extra moe bent of meer pijn heeft.
Kwetsbaar door ervaringen in het verleden
Als u vervelende of nare dingen heeft meegemaakt, kan dat de kans op onverklaarbare klachten vergroten. Bijvoorbeeld onveiligheid of verwaarlozing in uw jeugd, seksueel misbruik of mishandeling.
Mensen die nare dingen hebben meegemaakt, kunnen soms gevoelens en lichamelijke klachten minder goed onderscheiden.
Een heftige gebeurtenis of overbelast door de dagelijkse problemen
Een gebeurtenis, zoals een ziekte, ongeluk of operatie, kan het begin zijn van onverklaarbare klachten. Zo kan bijvoorbeeld een heftige buikgriep het begin zijn van langdurige buikpijnklachten.
Ook kleinere alledaagse moeilijkheden en problemen kunnen door stress en overbelasting onverklaarbare klachten geven. Een beetje spanning en stress hoort bij het leven. Maar blijft het leven meer aandacht en energie van u vragen dan u aankunt? Dan wordt u extra kwetsbaar. Dan kunnen soms ook kleinere problemen of gebeurtenissen onverklaarbare lichamelijke klachten uitlokken.
Hoe komt het dat mijn onverklaarde lichamelijke klachten blijven?
De volgende dingen kunnen invloed hebben op uw klachten waardoor ze niet overgaan of erger worden:
- uw gezondheid
- uw gedachten
- uw gevoel
- uw gedrag
- steun van mensen om u heen.
Een voorbeeld: U heeft rugpijn en maakt zich zorgen (gedachten). U durft uit angst (gevoel) niet meer te bewegen (gedrag). Daardoor gebruikt u uw spieren niet meer en gaat uw conditie achteruit (gezondheid). U bent minder fit en sneller moe. Uw collega’s begrijpen dat niet (geen steun). Dat maakt u onzeker en gespannen. De rugpijn wordt daardoor erger. Ook kunnen er andere klachten bij komen die niets meer met de rugpijn te maken hebben zoals moeheid of duizeligheid.
Lees de volgende voorbeelden van dingen die invloed kunnen hebben op uw klachten. Kijk of u iets hieruit herkent.
Uw gezondheid en lichaam
Heeft u nog andere lichamelijke problemen, zoals diabetes of astma? Slaapt u slecht of heeft u een slechte conditie? Of leeft u ongezond? Misschien bent u daardoor minder fit en kunt u uw klachten minder goed verdragen.
Uw gedachten en ideeën
Heeft u negatieve gedachten over uw klachten? Denkt u dat het niet meer goed komt met uw pijn of vermoeidheid? Die gedachten maken het voor u nog zwaarder.
Misschien denkt u dat u de klachten heeft verdiend. Of ziet u het als overmacht, het gevolg van bovennatuurlijke krachten, geesten, het boze oog of de wil van God. U voelt zich dan machteloos en denkt dat u er niets aan kunt doen.
Uw gevoelens, stemming en spanning
Ongerustheid, angst voor ziekte, angst om te bewegen, somberheid en depressie: uw gevoelens, stemming en spanningen spelen een belangrijke rol bij SOLK. Ze kunnen de klachten versterken waardoor u nog angstiger of somberder wordt.
Uw gedrag; evenwicht tussen activiteit en ontspanning
Pijn, moeheid en andere klachten hebben invloed op uw gedrag. Het kan zijn dat u voorzichtiger wordt en sommige dingen minder doet of zelfs vermijdt om klachten te voorkómen. Uw eetgewoontes, uw houding of uw manier van bewegen kunnen hierdoor veranderen. Misschien onderneemt u minder of zelfs te weinig.
Of wordt u juist overactief en doet u meer dan u aankunt? Dan raakt u snel overbelast.
De steun van anderen
Hoe andere mensen op uw klachten reageren, heeft ook invloed op hoe u met uw klachten omgaat. Als mensen thuis of op uw werk heel bezorgd zijn of juist te weinig begrip hebben, kan dat u onzeker maken. Zonder steun uit uw omgeving is het moeilijker om actief te blijven en met uw klachten om te gaan.
Hoe gaat het verder bij SOLK?
U weet nu dat er geen ziekte, beschadiging of andere lichamelijke oorzaak is gevonden voor uw klachten.
Gelukkig kunt u zelf veel doen aan uw klachten, ook al is de oorzaak onduidelijk. Uw huisarts of de praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ) kan u daarin begeleiden. De klachten blijven vaak wel bestaan, maar u leert hoe u er mee om kunt gaan.
Soms gaan de klachten ook na lange tijd toch nog vanzelf over.
Veranderen de klachten of krijgt u er nieuwe klachten bij? Bespreek het dan met uw huisarts. Die kan de klachten dan opnieuw beoordelen.
Meer informatie over SOLK
Meer informatie over SOLK en de mogelijke behandelingen vindt u op nalk.info.
Grip is een online programma dat hulp biedt bij SOLK. Met behulp van online vragenlijsten wordt een behandeladvies op maat gemaakt. Vraag uw huisarts naar de mogelijkheden. Meer informatie over Grip vindt u op grip.health.
Gegevens van psychologen, psychotherapeuten en psychiaters vindt u op www.kiezenindeggz.nl en www.zorgkaartnederland.nl.
De informatie over onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten is gebaseerd op:
- de wetenschappelijke richtlijn voor de GGZ, de Zorgstandaard SOLK
- de wetenschappelijke richtlijn voor huisartsen, de NHG-Standaard SOLK