In het kort
- Als u bloedverdunners slikt, kunt u bij sommige verdovingen een bloeding krijgen.
- Dat is zo bij:
- een verdoving van de zenuwen die naar uw armen of benen gaan
- een ruggenprik
- U krijgt daarom eerst een gesprek met de arts die de verdoving regelt.
- U kunt ook bloedonderzoek krijgen.
- U hoort van de arts of u de bloedverdunners kunt blijven gebruiken of dat u er tijdelijk mee moet stoppen.
- Ook hoort u wanneer u ze weer mag gaan gebruiken.
Bloedverdunners bij een ruggenprik of zenuwverdoving
Bij operaties en sommige onderzoeken krijgt u een verdoving. Als u bloedverdunners gebruikt, heeft een verdoving soms risico's. Dat is zo bij:
- Een verdoving van de zenuwen die naar uw armen of benen gaan. De arts spuit een verdovingsmiddel rond de zenuwen in uw oksel, hals, lies, bil of knieholte.
- Een ruggenprik. Bij een ruggenprik komt er via een naald of een dun slangetje een verdovende vloeistof in uw rug. Daardoor doen alle zenuwen die naar het onderlichaam gaan het tijdelijk niet. U voelt dan geen pijn in uw onderlichaam. Dit kan op 2 verschillende manieren:
- Met een prik laag onderin uw rug (spinale verdoving). Door de verdoving voelt u tijdelijk niets meer in uw onderlichaam. Deze ruggenprik wordt meestal gebruikt voor een operatie in uw onderlichaam die korter dan 2 uur duurt.
- Met een prik in uw rug op de hoogte van de plek waar u geopereerd wordt (epidurale verdoving). Op die plek brengt de arts meestal ook een slangetje in. Daarmee kan de arts tijdens en na de operatie extra verdovingsvloeistof geven.
Risico’s van zenuwverdoving of ruggenprik bij bloedverdunners
Risico bij verdoving van de zenuwen naar de armen of benen
U kunt een bloeding krijgen. Door de bloedverdunners bloedt u makkelijker, meer en langer.
Risico bij een ruggenprik
U kunt een bloeding krijgen in de wervelkolom. Hierdoor kunnen de zenuwen in de wervelkolom stuk gaan. U kunt dan verlamd raken. Dit is heel zeldzaam.
Gesprek met de arts als ik bloedverdunners gebruik en binnenkort een verdoving krijg
Voor een operatie krijgt u een gesprek met de arts die u opereert of het onderzoek doet. Daarna gaat u naar de arts die uw verdoving regelt (anesthesioloog).
De artsen kijken hoe groot de kans is dat u een bloeding krijgt. De artsen stellen daarvoor een aantal vragen. Bijvoorbeeld:
- Welke bloedverdunners gebruikt u?
- Waarom gebruikt u bloedverdunners?
- Heeft u wel eens een bloeding gehad zonder duidelijke oorzaak?
- Heeft u wel eens een bloeding gehad na een behandeling bij de tandarts of een kleine operatie?
- Heeft u veel bloedverlies als u ongesteld bent?
- Heeft u familieleden met een bloedziekte of familieleden die makkelijk bloeden?
- Heeft u een ziekte die de kans op bloeden groter maakt, zoals een nierziekte of een leverziekte?
Misschien heeft de arts na het gesprek nog meer informatie nodig. U krijgt dan een bloedonderzoek. In het laboratorium wordt gekeken of uw bloed goed stolt. Soms wordt met het bloedonderzoek ook gekeken of uw nieren goed werken. Bijvoorbeeld als u de bloedverdunner dabigatran, rivaroxaban, edoxaban of apixaban gebruikt.
De artsen kunnen ook informatie vragen aan de arts die u de bloedverdunner heeft voorgeschreven. Die kan vertellen of u tijdelijk met de bloedverdunner kunt stoppen.
apixaban
Apixaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties en om een beroerte of trombose te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.dabigatran
Dabigatran is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties.
Soms wordt het gebruikt om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.edoxaban
Edoxaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.rivaroxaban
Rivaroxaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen, zoals bij bepaalde hartritmestoornissen of bij heupoperaties en knieoperaties, en om beroerte en hartaanval te voorkomen na een hartinfarct (hartaanval) of bij hartziekten.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Voorbereiding op een zenuwverdoving of ruggenprik bij bloedverdunner
Als de artsen weten hoe groot uw risico is op een bloeding, hoort u hoe het verder gaat. Er zijn een aantal mogelijkheden:
- U kunt uw bloedverdunners gewoon blijven gebruiken omdat de kans op een bloeding heel klein is. Dit is bijna altijd zo bij acetylsalicylzuur en dipyridamol.
- U stopt tijdelijk met uw bloedverdunners omdat de arts het risico op een bloeding te groot vindt. Dit is bijna altijd zo als u dabigatran, apixaban, edoxaban of rivaroxaban slikt. En bij bloedverdunners waarvoor controle door de trombosedienst nodig is, zoals acenocoumarol en fenprocoumon. De arts vertelt u wanneer u ermee moet stoppen en geeft dit door aan de trombosedienst. Als het nodig is, krijgt u tijdelijk een andere bloedverdunner die korter werkt en minder kans op bloedingen geeft.
- U blijft uw bloedverdunners gebruiken en gaat onder narcose. Dit betekent dat u slaapt tijdens de behandeling of het onderzoek. Dit is nodig als u niet kunt stoppen met uw bloedverdunners omdat de kans op een hersenbloeding of trombose dan te groot wordt. Ook als u met spoed geopereerd moet worden, kan de arts daarvoor kiezen.
acenocoumarol
Acenocoumarol is een antistollingsmiddel.
Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte (herseninfarct) of TIA en bij hartritmestoornissen.
apixaban
Apixaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties en om een beroerte of trombose te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.dabigatran
Dabigatran is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties.
Soms wordt het gebruikt om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.dipyridamol
Dipyridamol is een antistollingsmiddel. Het gaat de vorming van bloedstolsels in de bloedvaten tegen.
Artsen schrijven dipyridamol voor om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld na hartklepoperaties, na een beroerte (herseninfarct) of na een TIA (lichte beroerte).
edoxaban
Edoxaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.fenprocoumon
Fenprocoumon is een antistollingsmiddel.
Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte of TIA en bij hartritmestoornissen.
rivaroxaban
Rivaroxaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen, zoals bij bepaalde hartritmestoornissen of bij heupoperaties en knieoperaties, en om beroerte en hartaanval te voorkomen na een hartinfarct (hartaanval) of bij hartziekten.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Wat gebeurt er als ik tijdens of na de operatie of het onderzoek een bloeding krijg?
- Bij een erge bloeding krijgt u bloed van een donor. Dit heet een bloedtransfusie. U krijgt ook bloedonderzoek. De arts kan u daarna medicijnen geven die ervoor zorgen dat uw bloed beter stolt. Ook kan de arts medicijnen geven die ervoor zorgen dat de bloedverdunners niet meer werken.
- Heeft u na een ruggenprik een bloeding in de wervelkolom en geen gevoel meer in een deel van uw lichaam? Bijvoorbeeld in uw armen of benen? Dan wordt u snel geopereerd, meestal binnen 12 uur. De chirurg haalt de bloeding weg en maakt de ruimte waarin de zenuwen zitten wat ruimer. De zenuwen staan dan minder onder druk. De kans dat uw zenuwen (verder) beschadigen wordt minder. Een bloeding in de wervelkolom komt bijna nooit voor.
- Gebruikt u dabigatran? Dan krijgt u bij bloedingen een infuus of prikken met het medicijn idarucizumab. Helpt dit niet? Dan worden uw nieren gespoeld (dialyse).
dabigatran
Dabigatran is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties.
Soms wordt het gebruikt om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Hoe gaat het na een zenuwverdoving of ruggenprik bij bloedverdunners?
Bij een ruggenprik kunt u ook ná het onderzoek of de operatie nog een bloeding in de wervelkolom krijgen.
In het ziekenhuis controleren verpleegkundigen of artsen ten minste 3 keer per dag of u klachten heeft, zoals minder gevoel in uw armen of benen. Als de arts denkt dat u een bloeding in de wervelkolom heeft, dan krijgt u een scan (MRI of CT) en bloedonderzoek. Als u een bloeding in de wervelkolom heeft, wordt u snel geopereerd.
Als u na de operatie direct naar huis mag, dan vertelt de arts of verpleegkundige bij welke klachten u het ziekenhuis moet bellen.
Als u gestopt was met uw bloedverdunners, dan vertelt de arts wanneer u daar weer mee mag beginnen.
Wanneer contact opnemen met de arts?
Bel direct de huisarts of het ziekenhuis bij 1 of meer van deze klachten:
- erge rugpijn die er eerst nog niet was
- erge pijn tussen uw schouders die er eerst nog niet was
- steeds minder kracht in uw armen of benen
- steeds minder gevoel, bijvoorbeeld in uw armen of benen
- niet goed kunnen poepen
- niet goed kunnen plassen
- koorts met misselijkheid en duizeligheid
Meer informatie
We hebben de teksten over bloedverdunners bij een zenuwverdoving of ruggenprik gemaakt met de medisch specialistische richtlijn neuraxisblokkade en antistolling.