In het kort
- In een audiologisch centrum werken verschillende specialisten.
- Deze specialisten onderzoeken:
- welke geluiden uw kind wel en niet kan horen
- hoe uw kind taal begrijpt en gebruikt
- hoe uw kind zich voelt en ontwikkelt
- Zij onderzoeken of uw kind hulpmiddelen nodig heeft, zoals een hoortoestel.
- U krijgt adviezen hoe u uw kind kunt helpen bij het horen, het gebruik van hoortoestellen, het leren van taal en het omgaan met het hoorprobleem.
Als uw kind niet goed hoort
Als uw kind niet goed hoort, mist het geluiden. Het is moeilijker voor uw kind om iemand te verstaan en een gesprek te voeren. Voor jonge kinderen die niet goed horen is het moeilijker om spraak en taal te leren. Daardoor kan het lastig zijn om mee te komen op school en om mee te doen met leeftijdsgenoten. Sommige kinderen worden daardoor sneller boos of voelen zich verdrietig. Het is belangrijk dat een kind dat slecht hoort snel goede hulp krijgt.
Het audiologisch centrum helpt uw kind om zo min mogelijk last te hebben van het slechter horen. Specialisten onderzoeken welke geluiden uw kind wel en niet kan horen en of dat voor altijd is. Ook kijken zij hoe uw kind zich voelt, hoe het taal begrijpt en gebruikt en hoe uw kind zich ontwikkelt. U bespreekt samen met de specialisten welke hulp uw kind kan krijgen en wat u wilt voor uw kind.
Welk onderzoek krijgt mijn kind?
Niet goed horen kan invloed hebben op hoe een kind zich voelt, praat en met anderen omgaat. In het audiologisch centrum wordt daarom niet alleen naar het horen gekeken. Er werken verschillende mensen die uw kind helpen:
- een specialist in gehoor en hulpmiddelen (audioloog en audiologie-assistent)
- een specialist in taal en spreken (logopedist of linguïst)
- een specialist in omgaan met slechter horen en hoorhulpmiddelen thuis en op school (audiologisch maatschappelijk werker)
- een specialist in de hele ontwikkeling van kinderen (orthopedagoog en/of psycholoog)
Onderzoek naar het horen
In het audiologisch centrum onderzoeken de specialisten welke geluiden uw kind hoort en hoe uw kind spraak kan verstaan. U krijgt antwoord op vragen als: Wat hoort mijn kind wel of juist niet? Blijft het slechte horen hetzelfde? Hoort mijn kind aan het ene oor beter dan aan het andere oor?
De audioloog bespreekt met u en uw kind of een hulpmiddel kan helpen om beter te horen. Bijvoorbeeld een hoortoestel. U krijgt adviezen hoe u uw kind kan helpen om beter te horen, bijvoorbeeld door:
- eerst naar uw kind toe te lopen en de aandacht te trekken voordat u iets zegt
- duidelijk en rustig te spreken
- te zorgen dat er geen andere geluiden (muziek, tv) in de omgeving zijn als u met uw kind spreekt
- uw kind goed aan te kijken als u spreekt
- te herhalen wat u zei of te vragen wat uw kind heeft begrepen
- te zorgen dat mensen niet door elkaar heen praten
Onderzoek naar taal en spreken
Kinderen leren taal door te luisteren naar anderen. Ook als kinderen zelf niet mee doen aan een gesprek, leren zij door mee te luisteren. Als een kind slecht hoort, mist het klanken in gesproken taal. Ook hoort uw kind minder gesprekken tussen anderen. Dit maakt het moeilijker om taal te leren en zelf gesprekken te voeren. Ook kan het zijn dat uw kind woorden en zinnen minder goed uitspreekt.
In een audiologisch centrum onderzoekt een logopedist of linguïst hoe uw kind taal begrijpt en gebruikt. U krijgt adviezen hoe u kan helpen bij de ontwikkeling van taal bij uw kind. Als u dat wilt kan de logopedist ook advies geven aan bijvoorbeeld de school van uw kind of aan een logopedist die uw kind helpt buiten het audiologisch centrum.
Onderzoek naar hoe uw kind zich voelt en ontwikkelt
Veel kinderen die slecht horen voelen zich onzeker bij gesprekken. Ze vragen zich af: versta en begrijp ik de ander wel goed? Reageer ik wel normaal op wat de ander zegt? Er kunnen misverstanden ontstaan, uw kind kan zich terugtrekken of juist extra druk praten. Ook kan uw kind moeite hebben met leren op school. Dit is bij ieder kind anders. Het hangt ook af van hoe slecht uw kind hoort en van de leeftijd.
Een psycholoog onderzoekt hoe uw kind leert op school, hoe het zich voelt en hoe het omgaat met het hoorprobleem. De psycholoog doet dat met vragenlijsten, testen en door te praten met u en goed naar uw kind te kijken. U krijgt adviezen hoe u uw kind kunt helpen om zo goed mogelijk met gevoelens en anderen om te gaan. Van de maatschappelijk werker krijgt u handige adviezen over het omgaan met het slechter horen en hulpmiddelen, zoals hoortoestellen en solo-apparatuur. Als u dat wilt, kan ook met de school contact opgenomen worden.
U krijgt antwoorden op vragen als: Hoe praat ik met mijn kind over het gehoorverlies en gevoelens? Hoe kan ik mijn kind helpen bij het omgaan met leeftijdsgenoten? Heeft mijn kind hulp nodig bij de omgang met het slecht horen?
Hoe gaat het als mijn kind een hoortoestel nodig heeft?
De audioloog bespreekt met u of uw kind hulpmiddelen nodig heeft. En zo ja, wat het beste is voor uw kind. U kiest samen welk hulpmiddel uw kind gaat proberen.
Als u kiest voor hoortoestellen, krijgt u een recept mee. Op het recept staat welke hoortoestellen nodig zijn. U en uw kind gaan met dat recept naar een hoorwinkel. In de hoorwinkel maakt de audicien afdrukken van de oren van uw kind. Die afdrukken zijn nodig om oorstukjes te maken die precies op maat zijn. Als de oorstukjes klaar zijn, haalt u de hoortoestellen en oorstukjes op bij de audicien.
Hoortoestellen moeten ingesteld worden, zodat zij passen bij het gehoorverlies van uw kind. De eerste keer instellen doet meestal de audioloog in het audiologisch centrum.
Bij het instellen controleert de audioloog of de hoortoestellen goed werken en het geluid niet te hard is voor uw kind. Uw kind gaat de hoortoestellen dan een paar weken thuis proberen.
Als u daar toestemming voor geeft, krijgt u soms ook vragenlijsten voor school mee. Na een paar weken komt uw kind terug in het audiologisch centrum. De audioloog bespreekt dan met u en uw kind hoe het gebruiken van de hoortoestellen is gegaan. Soms verandert de audioloog nog wat aan de instellingen van het hoortoestel, zodat deze nog beter passen bij het gehoorverlies van uw kind of zodat het geluid van de hoortoestellen prettiger is voor uw kind.
Adviezen als uw kind hoortoestellen gaat gebruiken:
- Zorg dat uw kind de hoortoestellen zoveel mogelijk draagt.
- Zorg dat uw kind veel gesproken taal hoort tijdens het dragen van de hoortoestellen.
U krijgt antwoord op vragen als: Hoe moeten de hoortoestellen gebruikt worden? Hoe weet ik dat de hoortoestellen goed werken? Wat hoort mijn kind wel of niet met de hoortoestellen?
Hoe vaak gaat uw kind naar het audiologisch centrum?
Als het gehoorverlies blijft, gaat uw kind tot het volwassen is af en toe voor controle naar het audiologisch centrum. Vaak is dat 1 keer per jaar.
Bij een controle krijgt uw kind meestal een hoortest. Als uw kind hulpmiddelen gebruikt, dan wordt ook gekeken of die goed werken. U, uw kind en het team bespreken hoe het met uw kind gaat en u kunt vragen stellen.
Soms zijn extra onderzoeken nodig, bijvoorbeeld naar hoe uw kind taal begrijpt en gebruikt, of naar hoe uw kind zich voelt. De specialist bespreekt de resultaten van deze onderzoeken met u en uw kind. U kijkt samen of de hulp van het audiologisch centrum anders moet, en wanneer de volgende controle is.
Meer informatie
Voor contact met ouders van slechthorende kinderen:
Voor contact van uw kind met kinderen die ook slecht horen:
Voor meer informatie over slechthorendheid:
Wij maakten deze informatie met de richtlijn voor artsen over hoorzorg bij kinderen van 4 tot 18 jaar.