In het kort
- Als zwanger worden niet lukt en het is niet duidelijk hoe dat komt, zijn er verschillende behandelingen mogelijk.
- De arts bespreekt deze mogelijkheden met je als je 38 jaar of ouder bent:
- iui: hierbij wordt het zaad van je partner in je baarmoeder gebracht vlak voor je eisprong.
- ivf: hierbij worden eicellen uit je eierstok gehaald en samen gebracht met zaad van je partner.
- langer zelf proberen om zwanger te worden.
- Bij iui en ivf krijg je medicijnen om te zorgen voor meer eicellen en voor een eisprong.
- Je kunt bijwerkingen krijgen van de medicijnen, zoals hoofdpijn of warmte-aanvallen (opvliegers). Je kunt je vaker somber of boos voelen.
- Je bespreekt met je arts de voor- en nadelen van de 3 mogelijkheden.
Welke behandelingen om zwanger te worden zijn er als ik 38 jaar of ouder ben?
Als zwanger worden niet lukt en het is niet duidelijk hoe dat komt, zijn er voor vrouwen verschillende behandelingen mogelijk.
Bij vrouwen die 38 jaar of ouder zijn, is niet duidelijk of deze behandelingen de kans op zwangerschap groter maken. Je kunt ook nog langer zelf proberen zwanger te worden door regelmatig te vrijen. Regelmatig is om de 2 of 3 dagen.
Dit zijn de mogelijke behandelingen:
- iui (intra-uteriene inseminatie): het zaad van je partner wordt in je baarmoeder gebracht vlak voor je eisprong.
- ivf (in vitro fertilisatie): eicellen worden uit je eierstok gehaald en samen gebracht met zaad van je partner.
Met je arts bespreek je de voor- en nadelen van nog langer zelf proberen, iui en ivf. Samen kies je wat het beste bij jou past.
Hoe gaat de behandeling iui?
Medicijnen om meer eicellen te laten groeien
Eerst krijg je medicijnen. Die zorgen ervoor dat er meer eicellen groeien en dat er een eisprong komt. Het zijn pillen die je 5 dagen moet slikken. Of prikken die je zelf elke dag in je buik moet zetten. Dat moet meestal iets langer dan 5 dagen.
Je krijgt 1 of meer echo’s via je vagina. Dit is om te kijken of je eiblaasjes goed groeien. In elk eiblaasje zit een eicel. Met de echo kan de arts beter voorspellen wanneer de eisprong komt.
Als de eiblaasjes groot genoeg zijn, krijg je nog een prik met een ander hormoon. Dit zorgt ervoor dat er een eisprong komt.
Zaad in je baarmoeder brengen
1 of 2 dagen daarna ga je weer naar het ziekenhuis. Je partner moet maximaal 1 uur van tevoren thuis of in het ziekenhuis klaarkomen in een potje. De slechte zaadcellen worden uit zijn zaad gehaald. Alleen de goede zaadcellen blijven over.
De arts brengt het zaad in je baarmoeder, met een slangetje via je vagina. De zaadcellen zwemmen naar je eileiders. Daar kunnen ze de eicel bevruchten.
Het is afwachten of dat lukt. Dit weet je na ongeveer 2 weken. Als je dan niet ongesteld bent, kun je testen of je zwanger bent. Veel vrouwen en hun partner vinden dit een moeilijke tijd.
Je begint meestal met 3 behandelingen. Of minder, als je eerder zwanger wordt.
Ben je niet zwanger geworden? Dan bespreek je met je arts wat je het beste kunt doen. Bijvoorbeeld doorgaan met nog 3 behandelingen of beginnen met een andere behandeling.
Hoe gaat de behandeling ivf?
Eierstokken controleren en medicijnen voor een eisprong
Je krijgt eerst een echo van je eierstokken. De arts kan zo controleren of er geen holtes met vocht (cystes) in je eierstokken zitten. Als die er zitten, moeten die soms eerst weggehaald worden.
Als de echo goed is, krijg je medicijnen. Het zijn prikken die je zelf in je buik moet zetten. Die zorgen ervoor dat er meer eiblaasjes groeien. En dat er geen eisprong komt.
In de dagen dat je jezelf prikken geeft, krijg je nog een paar keer een echo. De arts kijkt zo hoe de eiblaasjes groeien.
Als de eiblaasjes groot genoeg zijn, krijg je nog een prik in het ziekenhuis. Die zorgt ervoor dat de eicellen los komen van de wand van het eiblaasje.
Eicellen samen brengen met zaad
Vlak voor de eisprong zuigt de arts de eicellen uit je eierstokken met een holle naald. Dit heet een punctie. Vooraf krijg je pijnstillers en soms ook een verdoving van de binnenkant van je vagina.
Je partner moet maximaal 1 uur van tevoren thuis of in het ziekenhuis klaarkomen in een potje. De slechte zaadcellen worden uit het zaad gehaald. Alleen de goede zaadcellen blijven over.
In het laboratorium worden de eicellen samen gebracht met de goede zaadcellen. Ze worden daarna in een warme kast gezet.
Als er eicellen zijn bevrucht, plaatst de arts 1 of 2 vruchtjes (de embryo’s) in je baarmoeder. Dit gebeurt na 2 tot 5 dagen. Dan kan het vruchtje zich vastmaken in het slijmvlies van je baarmoeder (dit heet innestelen).
Het is afwachten of dit lukt. Dit weet je na ongeveer 2 weken. Als je dan niet ongesteld bent, kun je testen of je zwanger bent. Veel vrouwen en hun partner vinden dit een moeilijke tijd.
De zorgverzekering vergoedt 3 behandelingen.
Adviezen bij behandelingen om zwanger te worden
Adviezen voor de medicijnen
- Neem de medicijnen op de afgesproken tijd. Zo bereid je je lichaam zo goed mogelijk voor op de behandeling.
- Ben je overgevoelig voor sommige middelen? Zoals pijnstillers of medicijnen tegen ontstekingen (antibiotica)? Vertel dit aan je arts. Hij of zij kiest dan medicijnen die geschikt zijn voor jou.
- Als je jezelf moet prikken, kan dit best spannend zijn. Een verpleegkundige legt uit hoe het moet. Dit helpt om het makkelijker te maken:
- Sommige medicijnen moet je in de koelkast bewaren. Haal ze een halfuur voordat je gaat prikken uit de koelkast. Als ze minder koud zijn, voelt het vaak minder vervelend.
- Wrijf met een ijsklontje over het stukje huid waar je moet prikken. Dit verdooft de huid een beetje.
- Vind je het eng om zelf te prikken? Vraag dan bijvoorbeeld je partner om de prik te zetten.
Andere adviezen
- Gezond leven is altijd belangrijk als je zwanger wilt worden: gezond eten, geen alcohol drinken en niet roken. Lees hier meer over adviezen voor als je probeert zwanger te worden.
- Rust genoeg uit en neem tijd voor jezelf en je partner. Een behandeling kan zwaar zijn. Bijvoorbeeld omdat het onzeker is of de behandeling lukt. Of omdat je veel naar het ziekenhuis moet.
- Als zwanger worden niet lukt, kun je verdrietig of boos worden. Praat over je gevoelens met je partner.
- Praat ook met andere mensen. Bijvoorbeeld met familie of een goede vriend(in). Als het je allemaal te veel wordt, kun je ook steun vinden bij een psycholoog of praktijkondersteuner.
- Veel mensen vinden het ook fijn om te praten met andere mensen die moeite hebben (gehad) om zwanger te worden. Zij begrijpen precies hoe je je voelt.
Wat zijn mogelijke nadelen van een behandeling om zwanger te worden?
Als je niet verder wilt afwachten, kun je kiezen voor een behandeling. Het kan je het gevoel geven dat je ‘iets doet’. Er is geen bewijs dat een behandeling de kans om zwanger te worden groter maakt dan afwachten. Behandelingen hebben ook een aantal nadelen:
Nadelen die horen bij zowel iui als ivf:
- Je kunt bijwerkingen krijgen van de medicijnen. Het verschilt per medicijn en per persoon of je bijwerkingen krijgt. Bespreek dit met je arts en lees de bijsluiter. Voorbeelden van bijwerkingen zijn:
- hoofdpijn
- korte, heftige warmte-aanvallen (opvliegers)
- je vaker somber of boos voelen
- misselijk zijn, overgeven
- duizelig zijn
- Bij een behandeling heb je een iets grotere kans op een tweeling (of drieling). Zwanger zijn van een tweeling geeft meer risico’s, zoals te vroeg bevallen en ziektes bij je kinderen.
Ivf heeft ook nog deze nadelen:
- Je moet vaak naar het ziekenhuis. Het kost dus veel tijd en je moet misschien veel regelen met je werk.
- De eicel wordt met een holle naald uit je eierstok gehaald. Er is een kleine kans op een bloeding en op een bacterie in je lichaam die een ontsteking kan geven (een infectie).
- Bij een zwangerschap is de kans op een miskraam iets groter.
- Je hebt iets meer kans op een zwangerschap buiten de baarmoeder. Een zwangerschap buiten de baarmoeder kan nooit doorgroeien tot een baby.
Hoe gaat het verder als je zwanger wordt na een behandeling?
Als je zwanger wordt na een behandeling, bespreek je met je arts wie jou gaat begeleiden. Meestal is dat een verloskundige.
Er zijn geen extra risico’s als je zwanger wordt na een behandeling. Er zijn alleen risico’s als je al andere medische problemen had. Dan krijg je begeleiding van een arts in het ziekenhuis die veel weet over zwangerschap (een gynaecoloog).
De eerste echo krijg je als je 7 of 8 weken zwanger bent. Dit gebeurt meestal op de afdeling waar je de behandeling kreeg.
Er zijn extra adviezen voor als je zwanger bent. Zoals geen rauw vlees of rauwe vis eten en vaker je handen wassen.
Hoe gaat het verder als het niet lukt om zwanger te worden?
Als je kiest voor iui, krijg je eerst meestal 3 behandelingen. Daarna bespreek je met je arts hoe je verder wilt gaan. Je kunt:
- stoppen met behandelingen en weer zelf proberen zwanger te worden
- kiezen voor nog 3 behandelingen
- beginnen met ivf
Soms raadt de arts aan om icsi te proberen. Dit is ook een behandeling waarbij eicellen uit je eierstokken gehaald worden. Daarna wordt in elke eicel 1 zaadcel gebracht met een naaldje.
Icsi kan alleen bij een medische oorzaak. Bijvoorbeeld als je partner heel weinig goede zaadcellen heeft.
De zorgverzekering vergoedt in totaal 3 van de behandelingen ivf en icsi. Bijvoorbeeld 1 keer ivf en 2 keer icsi.
Wanneer bellen bij een behandeling om zwanger te worden?
Bel je arts als je 1 van de volgende klachten krijgt:
- Een overgevoelige reactie van je huid op de prikken, zoals jeuk of een rode of gevoelige huid. Soms kun je dan beter een ander middel gebruiken.
- Snel zwaarder worden, heftige buikpijn en heel misselijk zijn. Misschien reageren je eierstokken dan te heftig op de behandeling. Of heb je te veel of te lang medicijnen gekregen.
Meer informatie over behandelingen om zwanger te worden
Kijk voor meer informatie over behandelingen om zwanger te worden op de website van patiëntenvereniging Freya. Je kunt ook bij Freya terecht voor contact met mensen bij wie zwanger worden ook niet lukt.
Op Zorgkaart Nederland staat wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts.
We hebben de volgende richtlijnen voor artsen gebruikt om deze informatie te maken: