Ik heb alvleesklier-kanker en krijg een operatie

In het kort

In het kort

  • Ongeveer 1 van de 5 mensen met alvleesklier-kanker kan een operatie krijgen.
  • Bij een operatie haalt de arts de kanker weg.
  • Voor of na de operatie krijg je chemotherapie.
  • Na de operatie heb je een grotere kans om langer te leven. En de kans is kleiner dat de kanker terugkomt.
Wanneer kun je een operatie krijgen bij alvleesklier-kanker?

Wanneer kun je een operatie krijgen bij alvleesklier-kanker?

Ongeveer 1 van de 5 mensen kan een operatie krijgen om de alvleesklier-kanker weg te halen. Je kunt een operatie krijgen bij deze dingen:

  • De kanker is niet doorgegroeid naar bloedvaten of organen in de buurt van de alvleesklier.
  • De kanker is niet naar andere delen van je lichaam gegaan (uitzaaiingen).

De kans dat de alvleesklier-kanker na de operatie helemaal weg is, is klein. Door de operatie heb je wel een grotere kans om langer te leven.

Eerst chemotherapie

Soms is eerst een andere behandeling nodig voordat je een operatie kunt krijgen. Bijvoorbeeld deze behandelingen:

  • Chemotherapie: je krijgt medicijnen die de kankercellen doden. Of zorgen dat de kanker minder groeit.
  • Chemotherapie en bestraling.

Door deze behandelingen kan de kanker kleiner worden. Hierdoor kan de arts de kanker beter weghalen. Je hebt ook minder kans dat de kanker na de operatie terugkomt.

Voor en na de operatie krijg je meestal een afspraak bij een diëtist. Die kijkt of je extra eten en drinken of extra eiwitten nodig hebt. Zo wordt je lichaam zo goed mogelijk voorbereid op de operatie. En kun je na de operatie zo snel mogelijk weer sterker worden.

Soms krijg je voor de operatie een prik met het hormoon somatostatine. Dit maakt de kans op problemen na de operatie kleiner. Zoals lekken van vocht uit de wond in de buik.

Hoe gaat een operatie bij alvleesklier-kanker?

Hoe gaat een operatie bij alvleesklier-kanker?

De operatie kan op 2 manieren: via een snee in je buik of met een kijk-operatie. Hoe de operatie gaat, hangt af van de plek van de kanker in de alvleesklier.

Een operatie in de kop van de alvleesklier (whipple-operatie)

Tijdens deze operatie haalt de arts deze dingen weg:

  • de kop van de alvleesklier
  • het eerste stukje darm na de maag (de twaalfvingerige darm)
  • de galblaas
  • het onderste deel van de galbuis
  • de lymfeklieren rond de alvleesklier

De arts sluit het overgebleven deel van de alvleesklier en de galwegen aan op de dunne darm. En maakt de maag weer aan de darm vast.

Alle weggehaalde delen worden bekeken in het laboratorium. Zo kan de arts zien of de alvleesklier-kanker helemaal weg is. En of er uitzaaiingen in de lymfeklieren zijn.

Een operatie in het midden of de staart van de alvleesklier

De arts haalt het middelste deel en de staart van de alvleesklier weg, en ook de milt.

Zonder milt heb je meer kans op ontstekingen. Daarom krijg je prikken tegen bijvoorbeeld griep en bacteriën (vaccinaties). Ook krijg je 2 jaar lang medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica).

Welke problemen kun je krijgen na een operatie bij alvleesklier-kanker?

Welke problemen kun je krijgen na een operatie bij alvleesklier-kanker?

Na de operatie kun je deze problemen krijgen:

Vocht in je buik

Na de operatie kan er vocht uit de alvleesklier of galblaas in de buik komen. Dit gebeurt bij ongeveer 15 van de 100 mensen. Aan het einde van de operatie krijg je 1 of 2 slangetjes in je buik (drains). Daardoor kan het gelekte vocht uit je buik lopen. Vaak stopt dit vanzelf.

Soms raken de slangetjes verstopt. Je kunt dan een ontsteking in je buik krijgen. Soms krijg je dan een nieuw slangetje in je buik.

Heel soms is een nieuwe operatie nodig.

Problemen met eten

Vaak werkt de maag niet meteen weer goed na de operatie. Je kunt dan niet gewoon eten. Je krijgt dan eten en drinken via een slangetje onder je huid (infuus). Dit komt direct in je bloed terecht.

Je kunt ook eten en drinken krijgen via een slangetje in je neus (sonde). Dan gaat het direct naar je darmen.

Klachten

Na de operatie kun je deze klachten krijgen:

  • De huid bij de wond wordt donkerder of dikker.
  • Je kunt koorts krijgen.
  • Ademhalen gaat moeilijk of doet pijn.
  • Minder goed nadenken en je somber voelen. Dat is normaal vlak na de operatie. Meestal wordt dit ongeveer 3 maanden na de operatie langzaam beter.
Wat kun je zelf doen na een operatie bij alvleesklier-kanker?

Wat kun je zelf doen na een operatie bij alvleesklier-kanker?

De eerste dagen na de operatie lukt het meestal nog niet om normaal te eten en te drinken. Daarna begin je met drinkvoeding. Na een paar dagen neem je steeds meer vast voedsel. Je kunt beginnen met eten met weinig vet of vezels. Een diëtist kan je hierbij helpen.

Let verder op deze dingen:

  • Til de eerste 6 weken na de operatie geen zware dingen. En doe geen zware dingen in huis, zoals stofzuigen.
  • Ben je in de eerste weken na de operatie nog erg moe? En heb je minder energie om dingen te doen? Ga dan overdag even rusten.
Hoe gaat het verder na de operatie bij alvleesklier-kanker?

Hoe gaat het verder na de operatie bij alvleesklier-kanker?

Na de operatie blijf je ongeveer 12 dagen in het ziekenhuis. Je bespreekt deze dingen met de arts:

  • Of je chemotherapie kunt en wilt krijgen. Dit maakt de kans groter dat de kanker wegblijft.
  • Of de kanker is uitgezaaid of doorgegroeid. Als dat zo is, kun je een behandeling krijgen om te zorgen dat de kanker niet groter wordt. Of een behandeling die je klachten minder maakt. Bijvoorbeeld chemotherapie. Of een behandeling tegen geelzucht.
  • Hoe vaak je op controle komt. Tijdens de controles bespreek je hoe je je voelt en welke klachten je hebt. Als je klachten hebt, kun je meer onderzoek krijgen. Zoals een CT-scan of MRI en bloed-onderzoek. Als duidelijk is waardoor je klachten komen, bespreek je met de arts of je daarvoor een behandeling kunt krijgen.

1 van de 5 mensen bij wie de kanker met een operatie is weggehaald, leeft na 5 jaar nog. Hoe dit voor jou zal zijn, bespreek je met je arts.

Als je niet meer beter kunt worden

Als de alvleesklier-kanker niet meer weggaat, is dat erg moeilijk. Je weet niet wat je nog kunt doen en hoe lang dat nog kan.

Praat erover met mensen die je goed kent, bijvoorbeeld familie en vrienden. Bespreek wat je belangrijk vindt in de laatste fase van je leven. Het geeft rust als je weet dat de arts en je naasten weten wat je nog wel wilt en wat niet meer.

Keuzekaart

Keuzekaart

Gebruik de keuzekaart om samen met je arts te beslissen of je na de operatie een behandeling kunt en wilt krijgen. En welke behandeling het beste bij je past.

Wanneer bellen na een operatie voor alvleesklier-kanker?

Wanneer bellen na een operatie voor alvleesklier-kanker?

Neem contact op met de arts in het ziekenhuis als je 1 of meer van deze klachten krijgt:

  • Je hebt koorts.
  • Ademhalen is moeilijk of doet pijn.
  • Je hebt bloed bij je poep (rood of zwart).
  • Er komt bloed of ander vocht uit de wond.
  • De wond wordt donkerder of dikker. Een lichte huid wordt vaak rood.
  • Je bent misselijk en moet overgeven.
  • Je hebt diarree of vettige poep.
  • Je oogwit is geel. Of je hebt beige of grijswitte poep (geelzucht).
  • Je valt af.
Meer informatie over alvleesklier-kanker

Meer informatie over alvleesklier-kanker

FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?