In het kort
- Bij baarmoederhalskanker met uitzaaiingen naar de longen, lever of botten wordt u meestal niet meer beter.
- U kunt wel een behandeling krijgen om uw klachten minder erg te maken of langer te leven. Bijvoorbeeld bestraling of chemotherapie.
- U beslist samen met de gynaecoloog welke behandeling u wilt.
- U kunt op elk moment besluiten om te stoppen met een behandeling. Het helpt om daarover te praten met uw partner, kinderen, vrienden, gynaecoloog of huisarts.
- Het is ook goed om met hen te praten over wat u belangrijk vindt in de laatste levensfase.
Behandeling als u niet kunt genezen van baarmoederhalskanker
Als u niet meer kunt genezen, kunt u bestraling, chemotherapie of een combinatie van chemotherapie en doelgerichte therapie krijgen. U kunt ook besluiten dat u geen behandeling wilt.
Het is goed om uw wensen te bespreken met uw gynaecoloog. Wat is voor u belangrijk?
Behandelingen hebben altijd voordelen en nadelen.
U beslist samen met de gynaecoloog of u een behandeling wilt en wanneer u daarmee wilt beginnen.
Chemotherapie bij baarmoederhalskanker die niet kan genezen
Chemotherapie is een behandeling met medicijnen. De medicijnen kunnen kankercellen op alle plekken in uw lichaam doden of voorkomen dat het er meer worden. Hierdoor heeft u minder klachten en leeft u mogelijk langer.
Bijwerkingen van een chemobehandeling zijn:
- misselijkheid en overgeven
U kunt daarvoor medicijnen vragen aan uw gynaecoloog. - problemen met uw darmen, zoals diarree of verstopping
- minder goede afweer
Hierdoor wordt u sneller ziek door virussen en bacteriƫn. - prikkelingen, tintelingen, ander of minder gevoel in uw handen en voeten
Door chemotherapie kunnen de zenuwen beschadigd raken. Dit kan blijvend zijn. - moeheid
Dit kan ook na de behandeling nog weken of maanden duren.
Bestraling bij baarmoederhalskanker die niet kan genezen
Bestraling is een behandeling waarbij kankercellen kapot worden gemaakt met straling.
Voor de bestraling krijgt u een CT-scan. Dit is nodig om de plek van de bestraling precies te bepalen.
- Na de scan krijgt u met inkt of een tatoeage puntjes op uw huid. Deze puntjes moeten in de periode dat u bestraald wordt, blijven staan. Ze zijn nodig om u tijdens de bestraling steeds in de goede houding te leggen. Dan komt de straling op de goede plek.
- De specialist die u behandelt met bestraling (radiotherapeut) bestraalt het gebied waar de kanker zit of heeft gezeten. Dit duurt een paar minuten. Ook kan het gebied waar misschien nog kankercellen zitten bestraald worden, zoals de lymfeklieren onderin uw buik.
- Na de bestraling kunt u naar huis.
- U krijgt 5 keer per week bestraling. Meestal 4 tot 6 weken lang.
Bijwerkingen van bestraling
- huidproblemen op de plek van de bestraling
Bijvoorbeeld roodheid, schilfers, wondjes, jeuk en pijn. Na de bestraling gaan deze klachten meestal snel weer over. - moeheid
Dit gaat na de bestraling meestal weer over. - problemen met poepen
Bijvoorbeeld diarree, plotseling moeten poepen of het gevoel hebben dat u moet poepen zonder dat dat zo is. U kunt hier last van krijgen bij bestraling van de lymfeklieren in de onderbuik. Dan wordt een deel van het laatste stukje dikke darm (endeldarm) mee bestraald. Soms gaan deze klachten niet over. - problemen met plassen
Bijvoorbeeld vaker kleine beetjes plassen, pijn of een branderig gevoel bij het plassen, pijn onder in de buik of rug. U kunt hier last van krijgen bij bestraling van de lymfeklieren onder in de buik. Dan wordt namelijk een deel van de blaas mee bestraald. Soms gaan deze klachten niet over. - vroeger in de overgang
Dit kan gebeuren als de lymfeklieren onderin uw buik worden bestraald. De eierstokken werken dan niet (goed) meer. - dikke benen
Als de lymfeklieren onder in uw buik zijn bestraald, kan er vocht in uw benen komen. Uw benen worden dik. Dit heet lymf-oedeem. Een oedeem-therapeut kan u dan helpen.
Warmtebehandeling bij baarmoederhalskanker die niet kan genezen
Bij deze behandeling worden de kankercellen verwarmd tot een temperatuur van 40 tot 45 graden. Door de warmte gaan de kankercellen dood of reageren ze beter op andere behandelingen.
De behandeling doet geen pijn.
Bij baarmoederhalskanker die niet meer kan genezen wordt een warmtebehandeling meestal samen met chemotherapie gegeven. De behandeling kan de ziekte remmen en ervoor zorgen dat u minder klachten heeft.
Bijwerkingen van warmtebehandeling zijn:
- rode plek op de huid
De huid is dan een beetje verbrand. Dit kan pijn doen. Meestal is het na een paar dagen over. - moeheid
Meestal is dit na een paar uur al over.
Doelgerichte therapie bij baarmoederhalskanker die niet kan genezen
Doelgerichte therapie is een behandeling met medicijnen. Via het bloed kunnen de medicijnen naar kankercellen in uw hele lichaam.
Bij baarmoederhalskanker wordt het medicijn bevacizumab gebruikt. Dit medicijn zorgt ervoor dat er minder nieuwe bloedvaatjes worden gemaakt. Als er minder bloedvaatjes zijn bij de kanker, krijgt de kanker te weinig zuurstof en voedingsstoffen. De kanker groeit dan minder snel of wordt kleiner.
U krijgt het medicijn altijd samen met chemotherapie. U kunt vaak al bevacizumab gebruiken als u met de chemotherapie begint. Als de chemotherapie klaar is, kunt u het medicijn blijven gebruiken om ervoor te zorgen dat de kanker niet of minder snel terugkomt. U gebruikt het dan tot het niet meer werkt.
U krijgt de medicijnen via een slangetje in uw bloed (infuus). U gaat daarvoor naar het ziekenhuis.
bevacizumab
Bevacizumab is een monoklonaal antilichaam. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy'). Het vermindert wildgroei van bloedvaten.
Artsen schrijven het voor bij kanker van de dikke darm, het rectum (het laatste deel van de endeldarm), de borsten, longen, nieren, baarmoederhals, eierstokken en eileiders en het buikvlies.
Het wordt ook gebruikt als injectie rechtstreeks in het oog bij de oogaandoening maculadegeneratie.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Hoe gaat het verder als ik niet meer kan genezen van baarmoederhalskanker?
Heeft u veel last van bijwerkingen? Of heeft u klachten door de kanker zelf? Maak dan een afspraak bij uw gynaecoloog. Tegen sommige bijwerkingen of klachten, zoals pijn of bloedverlies uit uw vagina, kunt u medicijnen of een behandeling krijgen.
Op een bepaald moment kan een behandeling te zwaar voor u worden. Misschien wilt u niet (meer) naar het ziekenhuis. Misschien vindt u andere dingen inmiddels belangrijker. Bijvoorbeeld de tijd die u nog heeft zo fijn mogelijk maken.
U kunt op elk moment besluiten om te stoppen met een behandeling. Het helpt om daarover te praten met uw partner, kinderen, vrienden, huisarts of gynaecoloog in het ziekenhuis.
Het is ook goed om met hen te praten over wat u belangrijk vindt in de laatste levensfase. Het geeft rust als u weet dat uw gynaecoloog en uw naasten weten wat uw wensen en grenzen zijn. Misschien denkt u na over euthanasie. Hier kunt u met uw huisarts over praten.
In de laatste maanden van uw leven zal uw huisarts er zo veel mogelijk aan doen om pijn en lijden minder te maken.
Meer informatie over baarmoederhalskanker
- Voor meer informatie kijkt u bij Stichting Olijf.
U kunt via deze stichting ook andere vrouwen leren kennen die baarmoederhalskanker hebben of hebben gehad. - Meer informatie vindt u ook op kanker.nl.
- Informatie voor vrouwen met kanker die nog kinderen willen: Freya.
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor artsen over baarmoederhalskanker.