In het kort
- Bij een longaanval worden COPD-klachten ineens erger.
- U merkt dat u veel meer last heeft van benauwdheid, hoesten of slijm.
- Het is belangrijk dat u een longaanval snel herkent en snel een behandeling krijgt.
- Een longaanval-actieplan kan u helpen om de klachten snel te herkennen.
- Bel direct uw huisarts als u klachten heeft die bij een longaanval passen.
- Bel direct 112 als u zo benauwd bent dat u uitgeput raakt of bijna geen adem kunt halen.
Wat is een longaanval bij COPD?
Bij een longaanval worden COPD-klachten ineens erger. Binnen 1 of een paar dagen krijgt u meer last van hoesten, benauwdheid en slijm. Ademen gaat moeilijk. Het is vaak een heftige ervaring voor u.
Ook kan een longaanval extra schade maken in uw longen.
Waardoor komt een longaanval bij COPD?
Een longaanval komt vaak door:
- een virus of een bacterie. Bijvoorbeeld bij een verkoudheid of griep.
- fijnstof (vieze lucht). Fijnstof komt vooral van industrie, landbouw, verkeer, verwarmen van huizen of verbranding van hout en rookdeeltjes. Binnen vooral door bakken, braden, grillen, haardvuur en rook.
Soms weten we niet wat de oorzaak van een longaanval is.
Kan een longaanval bij COPD kwaad?
Bij een longaanval worden uw klachten van COPD in korte tijd veel erger. Een longaanval kan extra schade maken in uw longen. Die schade wordt niet altijd helemaal beter.
Het is daarom belangrijk dat u de klachten van een longaanval snel herkent. Dan kunt u zo snel mogelijk beginnen met medicijnen tegen de longaanval. De longaanval duurt dan meestal minder lang. Vaak is het ook minder erg. U voelt zich weer sneller beter.
Het duurt soms een paar weken tot maanden voordat u zich weer voelt als voor de longaanval.
Hoe herken ik een longaanval bij COPD?
Een longaanval kunt u vaak aan 1 of meer van deze dingen herkennen:
- U kunt veel minder doen dan u gewend bent.
- U bent ineens meer benauwd dan normaal.
- U hoest veel meer dan normaal.
- U heeft veel meer last van taai slijm dan anders.
Een longaanval kan bij iedereen anders voelen. Als u vaker een longaanval heeft gehad, herkent u vaak hoe uw klachten veranderen bij een longaanval.
Wat is een longaanval-actieplan?
Samen met uw huisarts of praktijkondersteuner maakt u een actieplan.
In het plan staat hoe u kunt merken dat u een longaanval heeft. En wat u dan moet doen.
Zo kunt u een longaanval snel herkennen en behandelen. Dat is beter voor uw longen.
In het actieplan kunt u deze dingen opschrijven:
- wat uw normale klachten zijn.
- hoe u kunt merken dat uw klachten erger worden. Bijvoorbeeld: meer hoesten.
- wat u moet doen als uw klachten erger worden. Bijvoorbeeld: extra medicijnen gebruiken.
- wanneer u de huisarts moet bellen.
Voorbeelden van afspraken zijn:
- Als u meer gaat hoesten, neemt u 's ochtends en 's avonds een extra puf van uw luchtwegverwijder. Verdwijnen de klachten daarna niet en merkt u dat u benauwder wordt? Bel dan uw huisarts.
- Voelt u dat er een longaanval aankomt, bel dan altijd uw huisarts.
Bewaar uw longaanval-actieplan goed. Lees het af en toe door.
Zo weet u wat u moet doen als uw klachten erger worden.
Op Longfonds.nl vindt u een longaanval-actieplan dat u samen met uw arts kunt invullen.
Let op: een longaanval-actieplan is iets anders dan een zorgplan.
In een zorgplan schrijft u op wat er allemaal belangrijk is voor u bij COPD.
Behandeling van een longaanval
Met een longaanval-actieplan weet u wat u moet doen bij een longaanval. Bijvoorbeeld of u zelf meer medicijnen kunt nemen. Of dat u de huisarts moet bellen voor medicijnen. Hoe sneller u goede medicijnen gebruikt bij een longaanval, hoe beter het is.
Heeft u geen longaanval-actieplan en herkent u de klachten van een longaanval? Bel dan direct uw huisarts.
De huisarts kan u deze medicijnen geven bij een longaanval:
- extra medicijnen om in te ademen
- een kuur met prednisolon: dit zijn pillen die de ontsteking in uw longen minder maken
- antibiotica: soms heeft u ook een antibiotica-kuur nodig om de longaanval beter te maken
Met uw huisarts spreekt u af wanneer u op controle moet komen. Vaak is dit al de volgende dag.
Soms lukt het met deze medicijnen niet om de longaanval minder te maken. De huisarts stuurt u dan naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis krijgt u vaak extra zuurstof.
prednisolon
Prednisolon is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.
Artsen schrijven prednisolon voor bij:
- ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals astma, COPD en sarcoïdose), reumatische ziektes (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra en lichtovergevoeligheid), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), ernstige allergische reacties, Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), netelroos en nierziektes (zoals het nefrotisch syndroom).
Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt. In een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur). En in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur. - Prednisolon wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Dit wordt gedaan na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
- Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom.
Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie. - Soms bij kanker om de laatste levensfase te verlichten (palliatieve zorg).
Hoe gaat het verder na een longaanval bij COPD?
U spreekt met uw huisarts af wanneer u terug moet komen voor controle. Of wanneer u weer moet bellen als de medicijnen niet genoeg helpen.
Als de longaanval voorbij is, duurt het soms even voor u zich weer wat beter voelt.
Maak weer een afspraak met uw huisarts en bekijk samen uw longaanval-actieplan. U kunt kijken wat de oorzaak van de longaanval was. En wat u kunt doen om een nieuwe longaanval te voorkomen.
Met uw actieplan, de leefregels bij COPD en gebruik van medicijnen wordt uw kans op een nieuwe longaanval zo klein mogelijk.
We denken dat het misschien helpt om minder longaanvallen te hebben als u uw gezondheid controleert met een app of website. Of met e-mails of chats met uw huisarts. Dit heet e-health. Bespreek het met uw huisarts als u dit wilt proberen.
Wanneer moet ik de huisarts bellen?
Bel direct 112 voor een ambulance bij 1 of meer van deze klachten:
- U bent heel benauwd en u raakt uitgeput.
- U heeft het gevoel dat u bijna geen adem meer kunt halen.
- U wordt suf en antwoordt niet als iemand u iets vraagt.
- Uw huid wordt blauw-paars.
Bel direct uw huisarts of huisartsenpost als 1 of meer van deze dingen voor u kloppen:
- U heeft ineens veel meer last van benauwdheid dan normaal.
- U moet ineens veel meer hoesten, of u hoest meer slijm op dan normaal.
- Uw klachten zijn snel erger geworden (binnen 1 dag of binnen een paar dagen).
Meer informatie over COPD
Meer informatie:
- over COPD: het Longfonds
- om te stoppen met roken: Ikstopnu.nl
- over hulpmiddelen: de Hulpmiddelenwijzer
Contact met anderen die COPD hebben: Longfonds
Deze informatie hebben we gemaakt met:
- de richtlijn voor huisartsen: de NHG-Standaard COPD