Ik krijg een buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker (debulking)

In het kort

In het kort

  • Bij uitzaaiingen van eierstokkanker krijgt u een buikoperatie waarbij de kanker zo veel mogelijk wordt weggehaald.
  • U kunt tijdens de operatie een stoma krijgen, voor een paar maanden of langer.
  • U krijgt na de operatie chemotherapie om de resten van de tumoren zo veel mogelijk weg te halen.
  • Soms is chemotherapie ook al voor de operatie nodig.
Een buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

Een buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

Bij hoog stadium eierstokkanker kunt u een uitgebreide buikoperatie krijgen. Dit heet een debulking.

Bij debulking haalt de arts zo veel mogelijk zichtbare tumoren uit de buik weg. ‘Bulk’ betekent hier: het grootste deel van de tumoren.

Na de operatie krijgt u chemotherapie. Sommige vrouwen krijgen ook voor de operatie chemotherapie.

Keuzekaart behandelmogelijkheden

Keuzekaart behandelmogelijkheden

Deze keuzekaart kan u en uw arts helpen om te kiezen wat het beste bij u past.

Voorbereiding op de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

Voorbereiding op de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

  • U heeft een gesprek met uw arts. U hoort hoe de operatie gaat en u kunt vragen stellen.
  • Gebruikt u medicijnen, bijvoorbeeld voor uw bloeddruk of voor diabetes? Vraag uw arts of u voor de operatie met de medicijnen moet stoppen.
  • Soms is een stoma nodig. Dat is een kunstmatige uitgang van de darm in uw buikwand. U krijgt hierover uitleg en u kunt bespreken wat dit voor u betekent.
  • Zorg ervoor dat u zo fit mogelijk bent. Dan herstelt u beter. Rookt u? Roken is slecht voor uw herstel. Probeer ruim voor de operatie te stoppen met roken, liefst 6 weken ervoor.
  • Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn. Uw arts vertelt u vanaf welk moment u niet meer mag eten of drinken.
Verdoving tijdens de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

Verdoving tijdens de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

U krijgt een narcose en meestal een ruggenprik.

  • Door de narcose bent u in slaap tijdens de operatie. U merkt niets van de operatie.
  • Door de ruggenprik heeft u minder pijn na de operatie.
  • U krijgt beademing via een buisje in uw keel. U kunt na de operatie keelpijn hebben.
  • U kunt nog een paar dagen suf, slaperig en somber zijn.
Hoe verloopt de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker?

Hoe verloopt de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker?

Een gynaecoloog-oncoloog opereert u.

  • De operatie gebeurt via een snee in uw buik. De snee loopt meestal van het schaambeen tot aan het borstbeen.
  • De arts haalt weefsel en enkele organen weg:
    • de eierstokken, eileiders en de baarmoeder
    • (een deel van) de buikvliesplooi die vast zit aan de maag
    • alle tumoren die hij kan zien in uw buik
    • het vet dat om de eierstokken heen ligt
Na de operatie bij uitgezaaide eierstokkanker

Na de operatie bij uitgezaaide eierstokkanker

U wordt wakker in de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent, kunt u naar de verpleegafdeling.

  • U krijgt pijnstillers en pijnbestrijding via een ruggenprik.
  • Heeft u toch pijn? Bijvoorbeeld als u beweegt, hoest of diep ademhaalt? Vraag dan extra pijnstillers aan de verpleegkundige. Door pijn herstelt u minder snel. Het is daarom belangrijk pijn goed te bestrijden.
  • Beweeg regelmatig uw armen en benen. De kans op trombose is dan kleiner.
  • U krijgt ook medicijnen die de kans op trombose verkleinen.
  • Meestal kunt u de dag na de operatie korte tijd uit bed. De dagen daarna steeds langer. U kunt dan ook meer zelf doen, bijvoorbeeld zelf naar het toilet gaan.

Na de operatie heeft u waarschijnlijk een of meer slangetjes in uw lichaam:

  • Een slangetje dat via uw neus naar uw maag gaat. U krijgt vocht en voeding via dit slangetje. Dit slangetje blijft zitten tot uw darmen weer goed werken en u niet meer misselijk bent als u een slokje water drinkt.
  • Tijdens de operatie krijgt u zuurstof via een slangetje naar uw longen. Soms blijft dit zitten tot de dag na de operatie.
  • Een slangetje in uw blaas. De urine loopt via dit slangetje naar een opvangzak. Dit slangetje blijft meestal tot de dag na de operatie zitten.
  • Een of meer slangetjes door de buikwand. Het wondvocht loopt hierdoor naar een opvangzak. Deze slangetjes kunnen eruit als de wond nog maar weinig vocht maakt.
  • Een slangetje in uw rug waardoor u pijnstilling krijgt.

Stoma

Is er tijdens de operatie een stoma gemaakt? Een stoma is een kunstmatige uitgang van de darm door de buikwand. De ontlasting gaat door de stoma naar een opvangzakje.

  • De stomaverpleegkundige komt bij u langs.
  • U leert hoe u de stoma moet verzorgen.
  • Als u weer thuis bent, kan de wijkverpleegkundige u hierbij helpen.

Soms is de stoma alleen nodig om de darm rust te geven. Dan kan hij na een paar maanden weer weggehaald worden. Meestal is de stoma blijvend.

Naar huis

U blijft waarschijnlijk ongeveer een week in het ziekenhuis.

In het begin kunt u niet alles zelf doen. Het is belangrijk om hulp in huis te regelen, bijvoorbeeld van uw partner of familie. Soms is thuiszorg mogelijk via uw gemeente. Voor hulp bij het wassen, aankleden en dergelijke kunt u een wijkverpleegkundige inschakelen.

Risico’s bij een buikoperatie voor eierstokkanker

Risico’s bij een buikoperatie voor eierstokkanker

Risico’s tijdens de operatie:

  • U kunt een bloeding krijgen. Zo nodig krijgt u extra bloed (bloedtransfusie).
  • De darm, blaas, urineleider of een ander orgaan kan beschadigen als de arts de tumor(en) wegsnijdt. Dit wordt direct hersteld.

Risico’s na de operatie:

  • U kunt een nabloeding krijgen in uw buik. Dan is soms een tweede operatie nodig.
  • De operatiewond kan ontsteken. De wond is dan (extra) rood, warm, opgezwollen en pijnlijk. U krijgt dan antibiotica.
  • Is een deel van de darm verwijderd? Soms gaat de darm of de stoma lekken.
  • Een longontsteking. U krijgt dan antibiotica.
  • Verstopping in de bloedvaten (trombose). U krijgt bloedverdunnende medicijnen om de kans op trombose te verkleinen.
  • Er kan een zwakke plek of breuk in de buikwand ontstaan waar een stuk van de darm doorheen drukt. Dat is te zien als een bult onder de huid van uw buik. Vaak is hiervoor een operatie nodig.
  • Te veel vocht in uw benen of onderbuik. Dit komt omdat de lymfeklieren zijn weggehaald. Dit kan behandeld worden door een fysiotherapeut.
  • U kunt een blaasontsteking krijgen door het slangetje in uw blaas (katheter).
  • Soms is de darm afgesloten na de operatie. Meestal wordt de maag dan leeggehaald via een slangetje door uw neus. Dat vermindert de druk op uw darm. Zo nodig krijgt u vocht via een infuus. Soms is een operatie nodig om de darm weer te openen.
  • Soms krijgt u tijdens de operatie veel vocht toegediend, bijvoorbeeld als uw bloeddruk laag is. Na de operatie heeft u dan een opgeblazen gevoel. U bent dan ook zwaarder dan voor de operatie. Het opgeblazen gevoel en het extra gewicht verdwijnen vanzelf weer.
Chemotherapie na de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

Chemotherapie na de buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker

U krijgt chemotherapie. Dat zijn medicijnen die kankercellen doden of afremmen. Er zijn veel soorten. Bij uitgezaaide eierstokkanker krijgt u waarschijnlijk:

  • paclitaxel (taxol) en carboplatine, of
  • paclitaxel (taxol) en cisplatine.

U krijgt de chemotherapie via een infuus in een ader of direct in de buik. Eén kuur duurt een paar uur. U kunt dezelfde dag weer naar huis. U krijgt 6 kuren. Tussen de kuren zitten meestal 3 weken. Uw arts controleert tussen de kuren uw bloed. Soms krijgt u extra bloed of bijvoorbeeld magnesium tussen de kuren door.

De belangrijkste bijwerkingen zijn:

  • Zenuwbeschadigingen waardoor u bijvoorbeeld een branderig gevoel of minder gevoel heeft in de armen, handen, benen of voeten. U kunt ook een tijdje tintelingen voelen.
  • Bloedarmoede.
  • Blauwe plekken en bloedingen door een laag aantal bloedplaatjes in uw bloed.
  • Infecties door een te laag aantal witte bloedcellen in uw bloed.
  • Lage bloeddruk (u bent dan bijvoorbeeld duizelig als u overeind komt).
  • Diarree en/of verstopping
  • Oorsuizen of slechter horen.
  • Grieperig gevoel.
  • Vermoeidheid.
  • Tijdelijke haaruitval.
  • Minder goed werkende lever. Hier merkt u meestal niets van. In uw bloed is te zien of uw lever nog goed werkt. Als uw lever minder goed werkt, moet de behandeling misschien aangepast worden.
  • Misselijkheid en overgeven.
  • Vocht vasthouden en plasproblemen doordat uw nieren minder goed werken.
  • Huiduitslag, hoesten en onrust als u allergisch op de medicijnen reageert.
  • Droge en/of pijnlijke mond en keel.
  • Veranderingen in geur en smaak.

Vertel uw arts welke bijwerkingen u heeft. Soms helpen leefregels of medicijnen tegen de bijwerkingen. Meer informatie vindt u op bijwerkingenbijkanker.nl.

carboplatine

Carboplatine is een kankerremmende stof (cytostaticum).

Artsen schrijven het voor als chemotherapie (chemokuur) bij kanker van de eierstok (ovarium) of de long. Soms ook bij een gezwel in het oog.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

cisplatine

Cisplatine is een kankerremmende stof (cytostaticum).

Artsen schrijven het voor als chemotherapie (chemokuur) bij kanker van de zaadbal (testis), eierstok (ovarium), blaas, maag, long, huid van hoofd en hals. Soms ook bij een gezwel van de zwezerik (thymus), keelkanker, baarmoederhalskanker, vaginakanker, alvleesklierkanker en botkanker.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

paclitaxel

Paclitaxel is een kankerremmende stof (cytostaticum). Het remt de groei van sommige tumoren.

Artsen schrijven paclitaxel voor als chemotherapie (chemokuur) bij kanker.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Hoe gaat het verder na de behandeling bij uitgezaaide eierstokkanker?

Hoe gaat het verder na de behandeling bij uitgezaaide eierstokkanker?

Uitkomst van de operatie
De operatie kan 3 uitkomsten hebben:

  • Alle zichtbare tumoren zijn weggehaald. De debulking is compleet.
  • De tumoren zijn niet helemaal weggehaald. De resten zijn allemaal kleiner dan een centimeter. De debulking is optimaal.
  • De resten zijn groter dan een centimeter. De debulking is incompleet.

Controles
Na de behandeling blijft u nog een tijd onder controle.

  • 1e en 2e jaar na de behandeling: elke 3 maanden controle.
  • 3e jaar na de behandeling: elke 4 maanden controle.
  • 4e en 5e jaar na de behandeling: elke 6 maanden controle.
  • Vanaf 5 jaar na de behandeling: 1 keer per jaar controle.

Samen met uw arts beslist u hoe de controles na het 1e jaar gaan: in het ziekenhuis komen, bellen of via e-mail. Hierbij kunt u ook de Keuzekaart Eierstokkanker (nazorg) gebruiken.

Wat gebeurt er bij een controle in het ziekenhuis?

  • Heeft u nog klachten? Dan kunt u die bespreken met uw arts.
  • De arts controleert of de ziekte weer terugkomt. Vaak is dan weer een operatie mogelijk.
  • U krijgt een lichamelijk onderzoek. De arts voelt uw buik en klopt erop. Zo kan hij voelen en horen of er vocht in uw buik zit. De arts kan ook voelen of de lymfeklieren in uw liezen of hals opgezet zijn.
  • U krijgt een gynaecologisch onderzoek. De arts voelt en kijkt via de vagina naar de organen in uw buik. U krijgt ook een echo via de vagina. De arts kan ook via de endeldarm voelen of er afwijkingen zijn in de buik.

De behandeling kan veel invloed op uw leven hebben. U kunt nog lang klachten houden, zoals vermoeidheid, somberheid en pijn.

Blijkt bij de controle dat de ziekte weer terug is?

Dan kunt u chemotherapie krijgen om de ziekte te remmen en de klachten te verminderen. Soms is een 2e operatie mogelijk. De arts haalt dan zo veel mogelijk tumorweefsel weg.

Heeft u de erfelijke aanleg BRCA1/2 en is de eierstokkanker teruggekomen? Dan kunt u misschien behandeld worden met een speciaal soort chemotherapie: PARP-remmers.

Keuzekaart nazorg

Keuzekaart nazorg

Gebruik de keuzekaart om samen met uw arts te beslissen hoe de verdere controles gaan.

Wanneer contact opnemen na een buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker?

Wanneer contact opnemen na een buikoperatie bij uitgezaaide eierstokkanker?

Neem contact op met het ziekenhuis:

  • als de wond gaat bloeden
  • als u meer vaginaal bloed verliest dan bij een normale menstruatie
  • als u koorts boven de 38,5 °C heeft
  • als de wond (extra) rood en gezwollen is
  • als u 2 weken na de operatie nog vaginaal bloedverlies heeft
  • als u 6 weken na de operatie nog bruine afscheiding heeft.
Meer informatie over eierstokkanker

Meer informatie over eierstokkanker

  • Vrouwen met eierstokkanker kunnen voor lotgenotencontact terecht bij Olijf, Netwerk van vrouwen met gynaecologische kanker.
  • Vrouwen met een erfelijke aanleg voor eierstokkanker kunnen voor lotgenotencontact terecht bij Oncogen van de Borstkankervereniging Nederland (BVN).
  • Mensen met het syndroom van Lynch en mensen met het syndroom van Peutz-Jeghers kunnen voor lotgenotencontact terecht bij patiëntenorganisatie Lynch-Polyposis.
  • Wilt u meedoen aan een onderzoek naar erfelijke eierstokkanker? Dat kan met de Hebon studie.
  • Informatie over ziekenhuizen die eierstokkanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
  • Bent u door eierstokkanker onvruchtbaar en wilt u een kind adopteren? Kijk dan op de website van Stichting Adoptievoorzieningen.

De informatie over eierstokkanker is gebaseerd op:

FMS
Deze tekst is aangepast op

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?