In het kort
- Heeft u een aanval gehad en raakte u weg?
- Vertel uw huisarts hoe de aanval ging.
- U krijgt een EEG-onderzoek.
- Het EEG-apparaat meet de elektrische signalen in de hersenen.
- Ook kunnen röntgenfoto’s of een hersenscan nodig zijn.
- U heeft epilepsie heeft als u twee of meer epileptische aanvallen in een jaar heeft gehad.
Wat is epilepsie?
Epilepsie is een hersenaandoening met aanvallen. Als u twee of meer aanvallen in een jaar heeft gehad heeft u epilepsie.
De eerste aanvallen beginnen vaak op de kinderleeftijd en bij jong volwassenen (rond de 20 jaar). Ook op latere leeftijd kan epilepsie ontstaan, soms na een andere hersenaandoening.
De aanvallen verschillen per persoon.
- De een raakt bewusteloos, valt en met armen en benen gaat schokken. Urine verliezen en bijvoorbeeld zijn of haar tong stuk bijten kunnen ook bij de aanval horen.
- De ander is ineens even niet aanspreekbaar, staart voor zich uit of laat iets uit zijn of haar handen vallen.
Sommige mensen voelen een aanval aankomen. Ze krijgen bijvoorbeeld vreemde tintelingen of hebben een vreemd opstijgend gevoel vanuit de maag.
Onderzoek bij epilepsie
Een arts kan meestal pas vaststellen dat u epilepsie heeft als u twee of meer epileptische aanvallen in een jaar heeft gehad.
De arts wil precies weten hoe de aanval verliep. De arts wil ook weten hoe eerdere aanvallen zijn verlopen. Vertel waar u was en waar u mee bezig was. Vertel ook hoe u zich de laatste tijd, voor de aanval(len), voelde. Was u moe, gespannen, had u koorts of had u veel alcohol gedronken? Dit bespreekt u allemaal met de arts.
Daarna worden er verschillende onderzoeken bij u gedaan. Het belangrijkste onderzoek is het EEG-onderzoek. Hiermee kunnen elektrische verstoringen in de hersenen worden gemeten.
Ook kunnen röntgenfoto’s of een hersenscan nodig zijn.
Soms is de uitslag van de EEG en/of scan zodanig dat de neuroloog er na één aanval vanuit kan gaan dat het om epilepsie gaat. Of de aanval was zo heftig dat de arts voor de zekerheid medicijnen voorschrijft.
Hoe gaat EEG-onderzoek?
- Bij een Electro Encefalo Gram (EEG) krijgt u plakkers (elektroden) op uw hoofd. Deze elektroden staan met draden in verbinding met een computer, het EEG-apparaat. Het zijn meestal ongeveer 20 elektroden. Vaak zitten ze in een soort badmuts. Meestal krijgt u een soort gel op uw hoofd. Dat zorgt voor een goede verbinding tussen uw hoofd en de elektroden.
- Het EEG-apparaat meet de elektrische signalen in de hersenen. Wat er gemeten wordt aan elektrische hersenactiviteit wordt op papier geprint. U ziet dan allemaal lijnen naast elkaar met pieken en dalen.
- Bij een epileptische aanval wordt het doorgeven van deze elektrische signalen verstoord. Dit is te zien op een EEG.
- Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
- Levert het gewone EEG te weinig op? Dan moet u misschien een nacht wakker blijven. 's Ochtends wordt er dan een EEG gemaakt. Soms zijn er dan wel verstoorde signalen te zien.
- Bij sommige mensen is een 24-uurs EEG nodig. Bij een 24-uurs EEG kunnen ook nog video-opnames worden gemaakt.
Welk aanvullend onderzoek is mogelijk om epilepsie vast te stellen?
Om de oorzaak van epilepsie te vinden is er na een EEG vaak extra onderzoek nodig. Bijvoorbeeld een CT- of MRI-hersenscan. Daarmee kunnen afwijkingen in de hersenen worden opgespoord die de epilepsie veroorzaken. Soms wordt dan een hersenbeschadiging ontdekt.
Het gebeurt regelmatig dat onderzoek niets oplevert. Als iemand de aanval beschrijft of er een filmpje van maakt, dan kan de arts of neuroloog soms al herkennen dat het om epilepsie gaat.
Meer informatie over epilepsie
Kijk voor meer informatie over epilepsie op www.epilepsie.nl.
Wat een aanval betekent voor het autorijden, leest u op CBR.nl.