In het kort
- Je hebt op de IC gelegen. Dat was een heftige periode.
- Hierdoor kun je deze klachten hebben:
- Je hebt zwakke spieren.
- Je bent snel moe.
- Je kunt minder goed nadenken en dingen onthouden.
- Je bent bang of somber.
- Je denkt steeds aan wat er gebeurd is.
- Zorg dat je genoeg beweegt, gezond eet en goed slaapt.
- Dit helpt je om weer sterker te worden.
Welke klachten kun je hebben nadat je op de IC hebt gelegen?
Je kunt verschillende problemen met je lichaam hebben, bijvoorbeeld:
- Je hebt zwakke spieren.
- Je bent snel moe.
- Je bent snel buiten adem. Bijvoorbeeld als je loopt, doucht of je aankleedt.
- Je hebt pijn. Je hebt bijvoorbeeld een wond die pijn doet. Of een litteken dat pijn doet.
- Je haar valt uit.
- Je hebt een droge huid of blauwe plekken.
- Je stem klinkt hees.
- Je hebt geen trek in eten of het eten smaakt je niet. Kauwen kost je veel moeite. Of je kunt niet goed slikken.
Je kunt ook klachten hebben van de ziekte waardoor je op de IC kwam.
Je kunt ook psychische problemen hebben, zoals:
- Je bent bang of somber door wat je hebt meegemaakt.
- Je kunt snel boos of chagrijnig reageren.
- Je denkt steeds terug aan wat je hebt meegemaakt.
- Je slaapt slecht.
Je kunt problemen hebben met denken, zoals:
- Je vergeet snel dingen.
- Je kunt moeilijk op woorden komen.
- Je kunt niet goed tegen licht en geluid.
Deze problemen komen veel voor bij mensen die op de IC hebben gelegen. We noemen deze problemen het Post Intensive Care Syndroom (PICS). Ongeveer de helft van de mensen die op de IC hebben gelegen hebben dit.
Sommige PICS-klachten zijn er al meteen. Andere krijg je misschien pas na een tijd. Je kunt ook helemaal geen klachten krijgen.
Je partner, familieleden of andere naasten kunnen ook klachten hebben. Dat heet Post Intensive Care Syndroom Familie (PICS-F).
Wie kan je helpen om weer sterker te worden na de IC?
Na de IC ga je eerst naar de verpleegafdeling in het ziekenhuis. Hier krijg je behandelingen van artsen, verpleegkundigen en de fysiotherapeut om verder beter te worden.
Je kunt bijvoorbeeld hulp krijgen bij deze klachten:
- Je wordt erg moe van lopen en bewegen. Of je hebt erg weinig kracht. Een fysiotherapeut kan je helpen om weer zelf naar de wc te lopen. Of te eten, douchen en aankleden.
- Je bent nog vaak benauwd. Een fysiotherapeut kan je helpen om makkelijker te ademen. En een betere conditie te krijgen.
- Je bent nog vaak hees of je hebt moeite met slikken. Een keel-neus-oor-arts of logopedist kan je hierbij helpen.
- Je hebt geen trek in eten. Een diëtist kan je helpen om goed en gezond te eten. En ook genoeg te eten.
- Je denkt nog vaak terug aan de tijd op de IC. Een psycholoog of een maatschappelijk werker kan je helpen om te leren omgaan met wat je hebt meegemaakt.
Wat kun je zelf doen nadat je op de IC hebt gelegen?
Je kunt zelf deze dingen doen nadat je op de IC hebt gelegen:
Adviezen om sterker te worden
Dit kun je zelf doen om weer sterker te worden:
- Zorg voor genoeg beweging. Begin rustig en ga steeds iets meer doen. Kies iets wat je leuk vindt en doe dat elke dag. Bijvoorbeeld een stukje lopen.
- Eet goed en gezond, met genoeg calorieën en eiwitten.
- Zorg voor genoeg slaap.
- Neem genoeg rust.
- Oefen je geheugen door bijvoorbeeld memory te spelen of puzzels te maken. Doe dit liefst elke dag even.
Leren omgaan met wat je hebt meegemaakt
Deze dingen kun je doen om te leren omgaan met wat je hebt meegemaakt:
- Praat met anderen over wat je hebt meegemaakt op de IC. Bijvoorbeeld met je partner of andere mensen die je vertrouwt.
- Vraag je naasten of ze jou kunnen vertellen wat er precies met je is gebeurd op de IC. Het is heel normaal dat je zelf niet alles weet. Misschien hebben je naasten opgeschreven wat er is gebeurd. Het kan fijn zijn om dit terug te lezen.
Op bezoek bij de IC
In sommige ziekenhuizen kun je de IC bezoeken. Dit kan helpen om te verwerken wat je hebt meegemaakt. Denk erover om de IC te bezoeken als je eraan toe bent. Schrijf je vragen vooraf op en stel ze aan de arts of verpleegkundige. Heb je nog klachten? Zeg dat dan. En vertel wat je nodig hebt om verder beter te kunnen worden.
Praten met je huisarts of praktijkondersteuner
Je kunt ook gaan praten met je huisarts of de praktijkondersteuner. De huisarts heeft een brief gekregen over jouw behandeling op de IC.
Wat kun je doen als je klachten niet minder worden?
Soms blijven de klachten langere tijd. Bijvoorbeeld langer dan 3 maanden.
Vertel het je arts als je nog klachten van je lichaam hebt. Stel samen een behandelplan op. Bedenk doelen voor jezelf. Bijvoorbeeld wat je over een week wilt kunnen. Of over een maand. Vraag ook aan je arts wie jou kan helpen om deze doelen te bereiken.
Bespreek het met je arts als je bang, somber of verdrietig bent. Je kunt ook praten met de praktijkondersteuner van de huisarts of met een psycholoog. Samen bespreek je wat je nodig hebt om je klachten minder te maken.
Erover praten
Praat met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt als jij. Zoek contact met mensen die op de IC hebben gelegen via IC Connect.
Je kunt ook praten met mensen die dezelfde ziekte hebben als jij. Dit kan je helpen om te leren omgaan met jouw ziekte. Je kunt deze mensen vaak leren kennen via een patiëntenorganisatie.
Hoe gaat het verder nadat je op de IC hebt gelegen?
Veel klachten worden langzaam steeds minder. Je merkt dat je je steeds beter gaat voelen.
Soms kun je niet meer zo veel als voordat je op de IC lag. Je kunt bijvoorbeeld problemen houden met het huishouden doen. Of met werken.
Het is niet makkelijk om daaraan te wennen. Praat erover met anderen. Je kunt ook een afspraak maken met je huisarts. Vertel welke dingen je graag weer wilt kunnen. Je huisarts kan je soms nog adviezen geven. En samen kijk je of je nog extra hulp nodig hebt.
Vertel het je werkgever als je problemen houdt met werken. Die kan hulp van de bedrijfsarts regelen als je dat wilt.
Wanneer bellen nadat je op de IC hebt gelegen?
Vertel het je huisarts als je weer thuis bent nadat je op de IC hebt gelegen.
Maak een afspraak met je huisarts bij 1 of meer van deze klachten:
- Je hebt nog hulp nodig bij bijvoorbeeld douchen, aankleden of eten. Of bij je wond verzorgen.
- Je bent erg bang, somber of verdrietig.
- Je hebt nachtmerries.
- Je blijft moeite houden met nadenken of dingen onthouden.
- Je kunt niet goed de dingen doen die je elke dag wilt doen. Bijvoorbeeld werken of naar school gaan. Of afspreken met familie en vrienden.
Neem ook contact op met de huisarts als je pas na maanden of jaren deze klachten krijgt.
Meer informatie over zorg nadat je op de IC lag
- Voor contact met mensen die op de IC hebben gelegen en de mensen om hen heen: IC Connect.
- Voor zorg bij emotionele en sociale problemen: Psychosociale zorg.info.
- Kijk of jouw ziekenhuis ook een IC Café organiseert: IC Café.
Daar krijg je informatie en ontmoet je mensen die ook op de IC hebben gelegen. - Zoek of er een patiëntenorganisatie is voor jouw ziekte: Patiëntenfederatie Nederland.
Over deze tekst
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn over nazorg en revalidatie van IC-patiënten.
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.